DRÖNTEN o£ Dronthen , streck in Zalland, prqv. Overijssel, arr.
Zwolle, kant, en gem. Kämpen; palende N. aan den IJsseldijk, 0 ,
aan den Polder van Broeken-en-Maten, Z. aan den Zuiderwaard,
W. aan de Zuiderzee.
Bij den storm van 14 en 18 November 1824 liep de P older van
D rosten geheel onder, waardoor het water oVer den geheelen Zwarten-
dijk stroomde, in welken eene groote en diepc wade viel, hetwelk
ten gevolge had, dat het water tot aan de wallen van Kämpen doordrong.
DRONTENSCHE-ÖVERLAAT , D rontdenscre-O verlaat of D rgntsche-
O verlaat , overlaat in Zalland, prov. Overijssel, W. van Kämpen.
Deze overlaat is in het jaar 1826 aangelegd, ten gevolge van de in
November 1824 plaats gehad hebbende overstrooming en dient om een
gedeelte van Overijssel van het zeewater te ontlasten.
DRONTENSCHE-SLUIS, D ronthensche- S luis of D ronthsche- S h h s ,
sluis in Zalland, prov. Overijssel, ten W. van Kämpen.
Deze sluis is in het jaar 1825 nit ’s Rijks fondsen aangelegd en
dient om een aanzienlijk Geldersch distrikt te ontlasten van het zeewater
, hetwelk de Drontensche overlaat in Gelderland brengt.
Bij den storm van 25 December 1855 en 1 Januarij 1854 viel in den
dijk nabij de Drontensche sluis eene doorbraak ter lengte van 50 eilen.
DRONTHEN (POLDER-VAN-) , streek in Zalland, prov. Overijssel.
Zie D ronten (P older-V an- ) .
DRONTHEN SCHE-0 VERL AAT , overlaat in Zalland, prov. Overijssel.
Zie D rontEnsche-O verlaat.
DRONTHENSCHE-SLIjIS , sluis in Zalland, prov. Overijssel. Zie
D rontensche- S luis.
DROOGBERG, streek laag en vlak duin, in Kennemerland, prov.
Noord-Holland, gem. Velsen-Z andpoort-Breesaap-en-Jan-Gijzenvaart,
achter de Zandpoort.
Het is de plaats, waar weleer het linnen van de daarvoor liggende
bleekerijen werd gedroogd , thans aangelegd tot wandelbosch door en
toebehoorende aan den Heer A. v a n d e r H o o p , nevens zijn buitengoed
Spaarnberg.
DROÖGEGAT , kil in den Biesbosch, prov. Noord-Holland. Zie
D rooggat.
DROOGEHAM, d., prov. Friesland, kw. Oostergoo, griet. Achtker-
-spelen. Zie D rogehais.
DROOGESTEIN, voorm. buit., in het Nederkwartier der prov. Utrecht,
arr. Utrecht, kant. Maarssen, gem. Maartensdijk.
De gronden van dit buiten zijn sedert lang ingelijfd in het landg.
Eyckenstein, behoorende aan den Heer Eyck v a n Z h ilic h e je .
DROOGGAT o f D roogegat , k i l in d e n Biesbosch, p r o v . Noord-
Braband, o n d e r Werkendam.
DROOGGEMAAKTE-POLDER-VAN-BERKEL-EN-RODENRIJS,droog-
makerij in Delfland, prov. Zuid-Holland, arr. Rotterdam, kant. Hil-
legersberg, gem. Berkel-en-Rodenrijs.
Deze droogmakerij bestaat eigenlijk uit drie polders, genaamd de
Noo rd -p o ld e r , de Z u id -p o ld e r en de W e s t-p o ld e r. De Noorden
Zuidpolder paalt N. aan Pijnacker, 0 . aan de landscheiding tns-
schen Delfland en Schieland, Z. aan Schieveen, W. aan den Noord-
eindschen weg en den Zuideindschen weg. De Westpolder N. aan den
Klapwijkschen weg, 0. aan den Zuideindschen weg, Z. en W. aan
de Kleilanden; nogthans worden deze drie polders door dezelfde mo-
lens van het overtollige water ontlast.
Tot droogmaking dpzer polders is in den jare 1769 octrooi ver-
leend, en men beeilt in den jare 1773 den eersten molen gesticht. De
oppervlakte is groot 878 bund. 41 v. r. 89 v. eil. Men telt er 55 h.,
waaronder 26 boerenhofsteden. Zij wordt door zes molens van het
overtollige water ontlast in den Voorafschen polder van Berkel. Het
polderbestuur bestaat uit eenen Schout, twee Ambachtsbewaarders en
vier Leden.
DROOGGEMAAKTE-POLDER-VAN-NIEUWKOOP, pold. io Rijn-
land, prov. Zuid-Holland. Zie N iedwkoop (D rooggemaakte-polder-van-) (1).
DRO0GGEMAAKTE-POLDER-WESTZIJDE, pold. in Rijnland, prov.
Zuid-Holland, arr. Leyden, kant. Alphen, gem. Aarlanderveen; palende
N. 0. en W. aan de Zuid- en Noordeinder-polders van Aarlanderveen
, ten Z. aan Nieuwkoop.
Deze pold. is in bet jaar 1785 drooggemaakt en den ringdijk geslo-
te n ; beslaat eene oppervlakte van 475 bund. 50 v. r. 76 v. eil.; telt
slecbts eene bouwmansworiing, liggende de huizen en verdere bouw-
manswoningen in de Zuid- en Noordeinder-polders van Aarderlander-
veen , en wordt door eenen gang van vier molens, waarvan slechts eene
uitmalende is , van het overtollige water ontlast. Het polderbestuur
bestaat uit den Burgemeester, vier Gecommitteerden en eenen Boek-
houder.
DROOMERDIJK, dijk in Kennemerland, prov. Noord-Holland,
aan de zeewering van de Hondsbosschen , zieh uitstrekkende van den
Wakerdijk tot aan den Zijpdijk.
Deze djjk is' in het jaar 1624 aangelegd, ter meerdere beveiliging
van Noord-Holland, daar de Hondsbosschen, in het jaar 1575, waren
doorgebroken, welke doorbraak zoo bijzonder noodlottig voor Noord-
Holland was, en men nu weder voor eene dergelijke ramp vreesde.
Deze dijk werd toen de N iedwe W akerdijk gebeeten, doch naderhand
bekwam bij den naam van D roohehdijk.
DR00MER8LU1S, voorm. sluis in Kennemerland, prov. Noord-
Holland, in den Droomerdijk, welke in het jaar 1858 gedigt is.
DROOMKREEK, kil in den Biesbosch, prov. Noord-Braband. Zie
D romkreek.
DROSSENDE BIEST, geh. in de heerl. Boxmeer, prov. Noord-
Braband, Eerste distr., arr. en 9 u. U. van ’s Hertogenbosch, kant.
en gem. Boxmeer.
DROSTENBELTEN , eenige gedeeltelijk met schaarhout beplante
heuvelen in Zalland, prov. Overijssel, gem. Zuiollerkerspel, u.
N. 0 . van Zwolle, aan de noordzijde van de plaats, waar weleer het
Bergklooster stond.
DROSTENBÜRG, naam, welke de landlieden geveu aan het Hms-
t e -W e d d e , in Westerwolde, prov. Groningen, arr., kant. en u.
Z. Z. 0 . van Winschoten, gem. en 2 min. Z. W. van Wedde.
Van dit voorm. slot, voorheen de woonplaats der A ddinga’s , als
Heeren van Westerwolde, wordt het eerst melding gemaakt in een
charter van 1392. Eene beschrijving en körte geschiedenis daarvan
vindt men in den Groninger Volks-Almanak van 1841, alwaar ook
eene afbeelding van dit slot voorkomt. Alle verdedigingswerken zijn
vroeger en later afgebroken.
Het was voorheen ongemeen sterk en werd dikwijls in den Spaanschen
(1) All« de overige aldus beginnende namen xoeke men insgelijks op d e woorden van o n d e r-
scheiding.