Eene der bovengemelde staten is het »tamhuis geweest van het in de
geschiedenis bckende geslaeht van D odba , ook D ouwba of D odwema gespeld
dat reeds lang vöor de oniusten der Sdbieriogers en Vetkoopers in
magt en aanzien was, en van hetwelk wij vier leden i Dotwc D odba ,
E po D ouba , F oppe D obba en I dzard D obba ,, als teekenaars van het
verbond der Edelen vermeld vinden; terwijl J ancke D odma , of zoo
als hij zieh schreef D ouwama , reeds in het begin der zestiende eeuw
deuen.’ als door ZÜ“ lot> was vermaard geworden (1)!
DOUMANUIFTE, st. in Afrika, in Opper-Guinea, aan de Goud-
Jiust , kon. Assiantie, 8 m. N. W. van Coumassie j aan de Ofim..
welke men voor eenen tak van de Chama houdt.
DOUMA-STATE, s t a t e n , p r o v . Friesland. Z i e D obba.
B O ü M E L D A N G E , Fransche naam van het geh. D obbeldingen , in
de heerl. Helstorf, grooth. Luxemburg. Zie D obbeldingen.
DOUMINA, volk in Afrika, in Opper-Guinea, aan de Goudliust,
kon. Assiantie.
DOUMPASSEE of D bbpassee, s t . in Afrika, in Opper-Guinea, a a n d e
Goudkust, k o n . Assiantie, in e ig e n lijk Assiantie, 6 ° 1 1 ' . 5 0 " N. B .
1 7 ° 9 4 " 0 . L. m e t w e v e r ije n e n a n d e r e h a n d w e r k e n .
DOURGA, riv. op IVieuw-Guinea, in het jaar 1826, door den Lui-
tenant ter zee der 1° klasse D. H. .K ole ontdekt, die er de mondinp-
van opgeeft, op 7° 12' Z. B. en 196° 29' 0. L.
Aan de zuidzijde vond hij den wal laag en moerassig met hoope
boomen begroeid. Tegen den kant, op | kabellengte van de boomen
loosde men 3 en in het midden der rivier 7 en 8 vademen water.
De noordeiijke oever was vaster en booger dan de zuidelijke. De
stroom liep vrij geregeld op en a f, doch de afloop was het sterkst. De
rivier was verbazend vischrijk, en het Strand als bedekt met gevogelte
veel oyerkomst hebbende met witte eenden, ganzen, watersnippen en
dergelijke. De rivier was aan den rnond , even als 7 mijl hooger op,
naar gissing i-} mijl breed. De afloopende stroom was aan den zuid-
kant minder sterk dan aan de overzijde , waar die op 3 mijl berekend
werd. De ebbe en vloed maakte 10 voet verschil. Onder de kleine
kreekjes, die hier en daar in den oever zigtbaar waren , vond men er
slechts een, omtrent op 4 mijlen afstands van zee, waaruit zoet water
stroomde. Dit kreekje met de jol een eindwegs opgevaren zijnde vond
men weldra zandgrond met ondoordringbaar bosch. Nergens ontdekte
men de minste teekenen van bevolking, uiigezonderd in het opvaren,
een paar onde vermolmde , van uitgeholde boomstammen , vervaardigde
kanoos, welke half onder het slijk bedolven waren. Aan de onbeschroom-
heid van het gevogelte scheen h e t, dat deze rivier zelden of nooit door
menschen bevaren 5 of de oevers door hen bezocht werden (2).
DOUVE, geh. in de heerl. 's Hertogenrade, prov. Limburg, distr., arr.
en 4 u N, 0. van Maastricht, kant. en Irf n. Z. Z. 0. van Sittard,
gem. Merkelbeek.
DOITVEREN, onde naam van het d. D oeveren , in het Land van
Heusden, prov. Noord-Braband. Zie D oeveren.
(1) Men zie over de vier eersle J. W. Te Water , Historie v a n h e t Verbond der Edelen. St. II,
bl. 846—350 ; en over den laatste Mr. J. Scheltema , S ta a tku n d ig Nederland. D. I, bl, 296 , alsmedé
het eerste deel der we rken va n he t Pro vin c ia a l F riesch Genootsohap , waarin zijne gesehriflen zijn uit-
gegeven.
(2) Zie D. H. Kolff , Reise door den we in ig behenden Z u id e lijk in Molukschen A r c h ip e l e n lange de
gcheel on b eken ic xuidweelkuet van N ie u w -G u in e a , W. 848-850,
DOUWEHOOFD , stcenondam , in het fVeslerkwavtier, prov. Gro
J B S l de fl««.«, ¡» het jaar 1808 t » ,o.rk.™»s
van de afspoeling van het Ruigezand opgeworpen.
DOUWEMA , staten , prov. Friesland. Zie."orau. w
DOOWEN ¡¡eh. in f l« » » .,., prev ^ ’ 7 . Z tZ k r d e i d n n . ’,
ù e t «ver h-t .r«tdi«K »n ^
ülrum naar Groningen, de D o uw e n s te rtil genoemd.
DOUWENSTER-TIL , brug in Hunsmgo, prov. Gronvtigen. Z
heDOÜ'WES-MEERTJE of eigenlijk Groot-Hendbik-Dobwes-beer , meer-
tie in de Friesehe priet. Opsterland, onder Sigerswolde, Op ^dc gren-
I S m & Ì S Groningen, Z. ra n d e Fe.eseh.p.ien:
DOUWMA, staten, prov. Fnesland. Zìe JJobba.
D O Y E N (DE), landg., gedeeltelijk op den Veluwezoom pr v.
, \ , pn a J “f van Arnhem, kant., gem. en f u. W. van
M e n in g e n , gedeeltelijk in het Overkwartier der prov. Utrecht s
c„ 9 u. Z. Z. 0. van Amersfoort, kant., gem. en t u. O. van Kht
^ D i t ì a n L ^ beitende in heerenhuis, met schuur en hooi- of koren-
berpen benevens het hnis genaamd de Kl eine-Do ven, mterwaarden
boomp'aardén houtpewas, wei- en bouwland, beslaat eene oppervlakte
van 89 bünd! 10 v. r. 80 v. eil.) en wordt thans m eigendom bezeten
door Vrouwe F. A.C. vas derVeeckes , weduwe van den Heer
Mr A. J. J. H. Veriieuen, woonachtig te Boxmeer, prov. Noord-Braband.
DOYEN (DE KLEINE-), buit. gedeeltelijk op den Veluwezoom ,■ prov.
Gelderland ärr en 4 u. W. van Arnhem, kant., gem. en 3 u- W.
van JVdgeningen ; gedeeltelijk in het Overkwartier der prov. ^ c / t f
arr. en 9 u. Z. Z. 0. van Amersfoort, kant., gem. en * u, 0 . van
Rhenen, nabij de Grebbe. , , 7 «»;<.../ i,p„i.,nf
Het maakt een gedeelte uit van het landgoed de Doven, en beslaat
eene oDDcrvlaktc van 89 v. r. 20 v. eil. , _
DOVEREN , d. in het Land van Heusden, prov. Woord-Braband.
Zie Doeveren. . „ ,_
DOVEREN (POLDER-VAN-) , pold.mhet Land van Heusden, prov.
Noord-Braband. Zie Doeveren (Boeder-van-). , « ■
DOVEREN (SCHANS-0P-) , voorni. schans in het Land, van
den, prov. Noord-Braband. Zie Doeveren (Schans-van-).
DO WA, klip in Oost-Indie, in de Zee “ " «a“ w » ? ?
van het Sundasche eil. Java ; 6° 34 Z. B. 128° 99 o . ■
DOWENTA, eil. in Oost-Indie, jV
de Westkust van het eil. Borneo ; 1° 19' Z. B. 129 99 19
DOYEM, geh., prov. Friesland, k^v. Westergoo, gnet. Franekeradeel.
Zie D o i je b . „ . , , . DOYEMERSVAART of Doycmervaart, water, prov. Friesland, uw.
JVestergoo, Sviet.‘Franekeradeel, dat uit de Tjummervaart zuidwestwaarts
naar Doyem èn de Vlaren loppt. . _ ,, ,
DOYUM, geh., prov. Friesland, kw. Westergoo, gnet. Franekera
deel. Zie Doijeb. , , . • .
DOYÜMERVAART , water, prov. Friesland, kw. Westergoo, griet.
Franekeradeel. Zie D o y eb erv a a r t . .
DRAAI, naam, welke de landlieden gemeenlijk geven aan liet d.
Niedwer-Ter-Aa , in het Nederkwartier der prov. Utrecht. Zie Aa
(Nieuwer-'Ter-).