Oldambt alwaar men zoo groote schade niet geleden had , was inen
werkzamer in het hermaken der dijkgaten, waardoor nog veel land
hehouden werd. Ja, nadat de Aa ingevreten was en daardoor de slmzen
bii Ooster-Reide onnut geworden waren, besloot men, in het jaar
1484 ter beteugeling van den grooten waterplas, die zieh westwaarts
sterk bepon uit te breiden , eenen zwaren dijk op te trekken en op
aVemeene kosten te onderhouden. Deze dijk nam zijn begin nabij
Tvsweer, bij het klooster Palmar, zijnde een klooster van de P-rcmon-
streiterorde, gelegen in Reiderwolde, onder het Oldambt, en werd Zuid-
waarts doorgetrokken tot aan Finsterwolde, wordende tot dat werk de
behulpzame hand geboden, door de Hoofdlingen van Fiyelgo en de nabu-
ripe Prelalen, gelijkinden, daarvan voorhanden zijnden briet, opgenoemd
worden: ülger vas Noohdduk., Claas ten Brbggen, Lodewuk Horenken,
J ohan Rengers en Eggerik Ripi'erba , alsmede de Abten van Termunten en
van Werum, de l’roosl van Heiligerlee en de Kommandeurs yan Oos-
terwierum en Goldhoorn. Dan , nadat deze dijk ruim veertig jaren ge-
staanhad, liet men dien , ten t\jde der Saxische krijgsberoerteu , zon-
der onderhoud liggen , waardoor h ij, tegen de kracht des waters on-
bestand geworden, eindelijk door zware vloeden is weg^eslagen. ioen
heeft het inslroomende zeewater den zuidelijkeu oever van den J J o l -
i a r t zoo digl längs Finsterwolde , Oostwolde en Midwolde heen ge-
schuurd, dat de Midwolder kerk aan den oever der zee kwam te
staan De iuham liep wijders tot nabij Zuidbroek , helgeen nog zigt-
baar is ter plaatse , waar tot 1811 het lijfstraffelijk regt werd ge-
houden als waar men plolseling van een hooger zand nederdaalt op
lagere klei. 'van daar ging de inham Noordwaarts längs Noordbroek,
en keerde verders längs Siddeburen, Wagenborgen en Woldendorp
oostelijk aan, lerug. Tot de vorming van dezen boezem Reed veel de
watervloed van het jaar 1809, die zoo hevig was, dat Emhius er van
aanteekent, hoe een stuk lands , waarop tien of twaalf beesten liepcn
te weiden, in zijn geheel opgenomen en driftig geworden door den
wind naar Reiderland gedreven werd, en daar aanleiding gaf tot zware
pleitpedingen tusschen de eigenaren van de aangeslagen en afgeslageu
grond , gelijk ook groote eikenboomcn met den grond opgetild , en
op andere plaatsen nedergezet werden, alwaar zij bleven groeijen, zijnde
daarvan in 1830, nog een eikenboom in het volle loof tot verwon-
derincr der aanschouwers over (1). Door deze herhaalde in- en over-
stroomino-en had nu de D o l l a r t vier en dertig voorname dorpen en
onderscheidene kleinere buurschappen , benevens twee kloosters Me u-
l erwolde en Pa l ma r en eene kommanderij verslonden. Onder deze
dorpen was er een, Reiderwolde genaaind, dat , volgens na te
noemen Charter van 1868 : » Soe groet end ryck is geweest, datier
» nepeu styghe (2) vrouwen waeren , de elck een golden span voer
» haer borst hadden, daer een Groninger kroes (3) nats in mochte
* paen, end een , Middewolde genoempt, daer negen styghe steen-
» huvsen waeren.” Deze waren , voor zoo verre zij gelegen zijn geweest
ten Westen de Aa, en ten Noorden de Tjam, en das in het
(1) EMMICS, H is t. Frisiae, p . 676.
(3) Een s ty g h e , nog bij h e t teilen van eijeren in Groningerland in dagelijksch gebruik , beteekent
een twintigtal
(3) Een Groninger K ro e s, len minsto tijdens de in ro e rin g r a n h e t nienwe stelsel der Maten en Ge-
wigten , »toad gelijk aan 1,37106 Ned. Kaa.
Oldambt de volgendev 1°. We s t e r -Re i d e , waarvan nog overig is,
dp hiervoor beschrevene uithoek Reide, alwaar in 1878 nog eene kerk
stond- 2°. T v swee r ; 3°. S ozume rwo ld e; 4°. S o v um; 8 . Har -
menwol d e ; 6°. Zwaag ; 7°. S t o k d o r p ; 8°. Z a n t d o r p ; 9 .
Aikew e e r ; 10°. Fi w e l we e r ; 1 1 ° Hok e lsum; 12“. Wu n d e -
ham* 13°. Be e r t e , alwaar wij houden , dat een Monnikenklooster
«reweest is • 14°. Mu n t e rwo l d e , alwaar een Nonnenklooster geslaan
heeft- 18°! Go l l h o o r n , alwaar eene kommanderij der Johanmten
peweest is • 16°. A s s o k , en 17°. Ou d -Es t e r h u i s . De verdron-
kene plaatsen ten Z. de Tjam , zijn geweest als volgt: ten Westen
de Aa en dus in Reiderland, 1°, R e i d e r w o l d e ; 2°. het klooster
P a l m a r - 5°. Gappeldebeerde; 4°. Okkewee r ; 8°. Wi n e l h am;
6°. Torperen ; 7°. M e e r h u i z e n ; 8°. Ho uwi n g a g a s t ; 9°. Oos t -
F i n s ter w olde ; 10°. S t o x t e r h u i s ; en ten Oosten de Aa : 1°,
B e r u m ; 2°. F l e t um ; 3°. Wi l g um; 4°. J a n s um ; 8°. Lud-
p e r s k e r k ; 6°. L i e d e ; 7°. Oos t er -Reide; 8°. P e t e r swo l d e ;
9°. Be da ; 10°. To r um; 11°. Ut e r p awi n g ; 12°. Du i v e l e e ;
13°. Ui t e r b e e r d e ; 14°. Oo s t e r b e e r d e ; 18°. H ommi g e h am;
16°. Bl i jham; 17°. Wi nnewe r e ; 18°. S t a r k e b o r g ; 19°. Megen-
haiii- 20°. Mc d u m , en21°. Exterhui s . Thans geeft de D o l l a r t
betere' landen weder, dan hij genomen heeft, in welke aanwinst dan
ook het Oldambt grootelijks deelt. Men heeft toch van tijd tot tijd
eenige polders ingedijkt, onder anderen: B l i j h am; de Ham d i j k ,
de Ou d e - S c h a n s ; de Nieu w e - S c h a ns ; de Ni e uwe -Be e r t a ;
den Kr oonpolder ; den Midwol derpol der ; den Oo' stwolderpol -
d e r ; den Fi ns t e rw o ld e r pold e r , en den S t a d s p o l d e r ; en in
het koningrijk Hannover: het Bon d e r -N i euwl a n d ; den Bonder -
I n t e r e s s a n t e p o l d e r ; den Nieuwen of P r u i s s i s c h e n p o l d e r , en
den He i n i tz po ld er (1).
DOLLARTSDIJK, D o l l a a r d s d i j k , D o l l e b t s d i j k of D u l l a a r d s d i j k ,
voorm. dijk in het N. 0 . der prov. Groningen, ter beteugeling van
den Dollart.
De oude lijn van dezen dijk laat zieh nog schier overal aanwijzen ,
hoewcl op alle plaatsen niet even bepaald en duidelijk. Aan de Gro-^
ninger zijde liep de dijk van de plaats, waar Termunten l ig t , of
even als thans met eenen stoinpen noordoostelijken hoek zuidwaarts tot
aan Dallingeweer , digt bij Woldendorp, of met eenen zeer scherpen
hoek verder in den Dollart op, zoodat Wester-Reide mede onder dijks
kwam. In dit laatste geval zal de. buitendijking van de landtong plaats
gegrepen hebben bij het leggen van den nieuwen dijk, van Delfzijl
tot aan het tegenwoordige Termunterzijl, hetwelk eerst in 1893 geschied
zal zijn Yan Dallingeweer af aan is aen nog aanwezige kleine dijk,
de Weerdijk , de grens, welke in eene westelijke rigting tot aan Yeen-
(1) Wij hebben deze gesebiedenis en beschrij^ing van den D o l l a r t bijna geheel overgehomen u it
.d e n Tegenwoordigen Staat v a n S ta d e n Lande , D. I I , b l. 229 , maar moeten onze le z e r s , nogtans
over dat onderwerp, mede verwijzen n a a r een oud belangrijk s tu k , h e tw e lk , omtrent den ouden Staat
van het Oldambt en Reiderland , alsmede omtrent de doorbraak van den Do l l a r t veel wetenswaardigs
mededeelt, dat elders nergens gevonden w o rd t, n am e lijß , eene beeedigde verklaring van den Keiner van
h e t G r i j z e M o n n i k e n k l o o s t e r te T e rm u n ten , en van a n d e re n , sommige zeer oude , Oldamb—
ster ingezetenen , afgelegd te Groningen voor de Hoofdmannen—k am e r , op den 19 April 1S63 , wordende
die verklaring gesterkt door aanteekeningen , die toen nog stonden in eenen ouden Solter (psalmboek)
van het gemelde klooster en in andere stukken. Dit aanmerkelijke Charter l ig t , in h e t o o rspronkelijke»
op perkament geschreven, onder de Archiven der stad Groningen , e n i s , in zijn g eh e el, gedrukt in
de Monumenta Gr&ningana, v . eicvi in e d ., van Mr< R. K. D r ie s s e n , 441.'