bouwen des kloosters, behalve alleen de kerk en de slaapplaatsen yefwoest.
Naderhand werden die echter weder in vorigen stand hersteld.
Door de beeldenstormerij , welke den 23 Augustus 1366 te Breda ge-
woed heeft, Iced het klooster rhede veel schade. W i i .lem I , Prins van
Oranje, wien dezen liandelwijze Zeer mishaagde , fiam liierop bet klooster
in zijne bijzondere hoede, beveiligde de Nonnen voor verderen
overlast, en beval zijnen Rentmeester , dat hij de goederen des kloosters
zoude beschertnen en gadeslaan Dit had ten gevolg , dat het klooster
sedert altijd genoemd werd het K l o o s t e r v a n N a s s a u , en dat C l a u d e v a n
B e r l a y m o n t Heer van Haultepenne, toen hij Breda , den 29 Junij 1381 ,
had ingCnomen, het vijandig deed aantasten en door zijn krijgs-
volk uitplunderen. In het jaar 1623 werd, door den Algemeenen
Overste der Premonstratenser orde , weder, Volgens de eerste instel-
ling, eenen Proost over het klooster aangesteld, zoo als zulks tot
nu toe is in stand gebleven. Nadat F r e d e r ik H e n d r ik , Prins van
Oranje, in het jaar 1637, de stad Breda Veroverd had., nam hij,
als Heer van Breda, bij eenen bijzonderen brief, het klooster, met
al zijne bewoners , in zijne bijzondere bescherming, en , ten einde de
Nonnen te bete,r van de wereld konden afgezonderd blijven, ontlastte
bij het van de inkwartiering der Soldaten. Toen hij echter voorgeno-
lnen bad binnen Breda eene illustre school en collegie op te rigten,
en daartoe geschikte gebouwen nioodig- bad, kwam hij , den 20 April
1646, met den toeninaligen Proost, B a l t h a z a r K r u y t , overeen, dat
dezen bet klooster met den bijgang en de kerk aan den Pfins zouden
overgeven, terwijl de Proost, de Yicaris en vordere Geestelijke perso-
nen het klooster zouden overbrengen naar Oosterhout, alwaar zij, Zon-
der iemands tegenzeggen , naar hunnen regel , onder de voortdurende
bescherming van het doOrluchtige huis v a n N a s s a u , leven zouden , hoe-
wel zij altijd een toevlngtsoord binnen Breda bielden, werwaarts zij
zieh , in tijd van dringenden nood, konden begeven. Dien ten gevolge
togen de Geestelijke dochters van Breda naar Oosterhout, alwaar zij
een erf kochten , en daarop weder een nieuw klooster bouwden, liet-
welk zij den naam van C u a t h a r in e n d a l gaven en tegenwoordig nog in
wezen is.
Ook W il l em H-g Prins van Oranje, deed de door zijnen vader ge-
dane belofte van bescherming getrouw gestand , want niet alleen be-
krachtigde hij, bij eenen bezegelden brief, alle de voordeelen , regten
en geregtigheden, bij zijne voorouders, van tijd tot tijd | aan bet
klooster günstig verleUnd, maar toen, na den Munsterscben Vrede, in
het jaar 1648, volgens het besluit der Algemeene Staten, van 16 Junij
deszelfden jaars, alle geestelijke geordende personen, de Republiek
der Vereenigde Nederlanden moesten verlaten, verklaarde hij , dat de
Proost en de Vicaris van St. C a t h a r in e n d a l daaronder niet begrepeh
waren, waardoor deze dan ook ongemoeid in het klooster bleVert.
De Proost en de Geestelijke dochters zieh alzoo te Oosterhout, in hun
nieuw gebouwd klooster nedergezet hebbende, zijn aldaar in rust en
stilte verbleven, tot in het jaar 1672, toen zij , na het uitbarsteh
van den oorlog tusschen dezen Staat On den Koning van Frankrijk ,
nit vrees van vijandelijken overval, plundering en verwoesting, We-
dergekeerd zijn naar de oude kloostergebouwen te Breda,' welke, we-
gens de vernietiging der IlluStre school en collegie, ledig stonden en
zeer vervallen waren. Zij deden dadelijk de kerk, Waarin eCnigen
tijd eene bende krijgsknechten gehuisvest was gewCest, met gröote
kosten weder bersteilen en de overige gebouwen weder bewobnbaar
maken ; doch, na het eindigen van dien oorlog, in het jaar 1 679,
vond Prins W il l em III raadzaam , dat zij weder naar Oosterhout
zouden keeren; terwijl hij haar uitdrukkelijk beloofde , van haar
aldaar in zijne bescherming te honden. In het begin van het jaar
1680 vertrokken zij alzoo weder naar haar klooster te Oosterhout,
waar zij tot heden toe verbleven zijn, hoewel niet zonder vrees
van , eerst i in het jaar 1793, bij het inrukken der Franschen , en
vervulgens, in liet jaar 1810 , bij den afstand van h it zuidelijk ge-
deelte van het Koningrijk van Holland , aan den Keizer der Franschen ,
het lot vart alle der in Frankrijk bestaan hebbende kloosters te zullen
moelen ondergaan ; aan dit gevaar onlkomen , door een legale erken-
ning ^ bij keizerlijk dekreet van 12 November 1811 ,• houden de Geestelijke
zustcrs, thans ten getale van 29, zieh onder anderen ook bezig,-
met het kosteloos onderwijs geven aan kinderen van behöeftigen. De
gebouwen hebben van tijd tot tijd menige verbetering ondergaan, zoO
als onder anderen , in het jaar 1818 , wanneer een zeer doelmatig
kerkgebouw, van toren voorzien, opgetrokken werd, terwijl de zusters'
tot dien tijd toe, in een gedeelte van den kloostergang (het Pand),
godsdienstoefening hadden gehouden.
CATHARINENDAL, voorm. klooster, te Maastricht, p r o Limburg.
Zie C a t h a r in a k l o o s t e r .
CATHAR1NENKLOOSTER, v o o rm . k l o o s t e r , t e Haarlem. ZieCATHAB1NAKL00STER
( 1 ) .
CATRIJNENHUIS, voorm. fratcrhuis te Deventer. Zie C a t a r in a h u i s (2).
CATS BERGEN, ridderhofstad in het Overkwartier der prov. Utrecht.
Zie C a r s b e r c e n .
CATSE of C a t z e , voorm. plaats in de prov. Friesland, waar, den
12 Mei 1420, de Schieringers door de Vetkoöpers geslagen werden,
zoodat zij wel 300 dooden en 200 gevangenen verloren.
Volgens het algemeen gevoelen moet deze plaats in de griet. Heme-
hirrter-Oldephaerl-en-Noordwolde , tusschen Hindeloopen en MolkWerurti
nabij het d. Koudum, gezöcht worden.
CATSHOEVE, voorm. buitengoed , thans hofstede in Staats-Vlaan-
deren, prov. Zeeland, arr. en 4 u. Z. van Middelburg, kant. eri 1| u.
N. van Ooslburg, gem. en 3 min. N. van Groede.
Deze hofstede , die eene oppervlakte van 30 bund. 60 v. r. 30 v.ell.
beslaat, doch te voren wel tweemaal zoo groot Was , ontleent haren
naam van den beroemden Raadpensionaris eU dichter J a c o b C a t s , die er
zijn geWoon verblijf hield, als hij, uit hoofde van zijne toen nieUW
bedijkte landen, deze oorden bezocht, waarom hij ook in de Herv.
kerk te Groede eene eigen bank had , die nog bestaat en naar hCm
genoemd wordt. Acliter de C a t sh o e y e loopt de Catsweg. y
CA.TSJELI of C a j e l i , eil. in Oost-Indie, tot de Molukkos behoo-
rende : 3° 22' 33" Z. B . , 144° 42' 34" O. L.
^ CATSJELI of C a j e l a , plaats in Oost-Indie, op de oostzijde van het
nibonsche eil. Boero, aan de bögt van Catsjeli. Vroeger stond te
midden dezer plaats de Vesting Defensie.
(1) Evenzoo zoeke m ea a lle de overige w o o rd en , die elders wel eens Ca t h a r in e s gespeld en h ie r
niet gevonden w o rd e n , op Ca th a r in a .
m i l Insf elVks zoel£e men a lle de woorden, elders wel eens C a t r ijn e n gespeld en h ier n iet vermeld
wordeade , op Ca th a r in a .