leggen. Die logie werd echter, aleer hij nog geheel völtooid was, in
liet jaai 1651, door de Cambellezen afgeloopen, en de onzen troUwe-
loos en jammerlijk vermoord.;
Behalve dat de Cambellezen een groot gezag over die van Erato g
voerdem, die bijria geheel van hen afhingen ,• alzoo zij de aanvoefders
en leveranciers van nagelen waren, die daar als ter markt kwamen,
zoo stondeh ook nog de dorpjes Noehätoe en Massili wele'er in bet
gebergte, van welke bet laatste of Massili, bij, de onzen met den naaftt
van Massalijn bekend, de, moedergrond van alle Ambonschg nagelhoo-
men, en in oorlogstijdemöok wel de woonplaats der Cambellezen getyeest
i s , alzoo dit gewest en vooral het gebergte van Noehatoe, Zeer moeije-
lijk te beklimmen öf te naderen was.
CAMBERON (GROOT-),, pold. in Staats-Viaanderen , in Hulsterambacht,
prov. Zeeland. Zie Cambron (G root- ) . ‘
CAMBERON (KLEIN-), pold. in Staats-Viaanderen, in Hnlster-
ambacht, prov. Zeeland. Zie Cambron (K lein- ) .
. CAMBREN, een der Volkstammen, die, ten tijde toen de Romeinsche
Veldheer J ulies Cesar eenen inval in deze gewesten deed, dit land be-
woondeb. Zie Cimbren.
CAMBRON (GROOT—) of Groot C amberon, polder in Staats-Vlaan-
deren, in Hulsterambacht, prov. Zeeland, arr. Goes, kant. en distr.
H u lst, gem. Stoppeldijk; palende N. aan den polder Stoppeldijk', 0.
aan den Havenpolder, en den Hulsternieuwlandpolder, Z. aan den Ha-
venpolder en den Klein-Cambronpolder en W. aan de polders Stoppel-
d(jk en Klein-Cambroo. Bij de bedijking in 1707 is dezen polder groot
geweest 731 gem. 136 roed. (323 bund. 79 v. r. 42 v. eil.) hemelsbreedte ,
schotbaar485 gem. 241 roeden (201 bund. 96 v. r. 42 v. e il), en bij de
herdijking en 1713 , 716 gem. 48 roed. (319 bund. 26v. r. 33 v. eil.)
hemelbreedte, en schotbaar 438 gem. 33 roed. (193 bund. 32 v.r. 87v.elL)
zoo als die tlians nog is.
Deze pold., bedijkt in 1707 , krachtens octrooi verleend bij de Sta-
ten Generaal der Vereenigde Nederlanden, is weinig tijds daarna weder
doorgebroken en berdijkt in 1713. Hij was verdeeld in twiiitig kavels ,
waarvan de loting onder de Admodiateurs en Bedijkers, den 3 Junij
1709, te Hulst, heeft plaats gehad, zijnde daarbij als voorleggers ge-
noemd de Heeren A rend , Baron van W assenaar , Heer van Duyven-
voorde-en-Voorschoten, Ruwaard van Putten en Hoog-Baljuw der stad
Hulst en den Lande van Hulsterambacht, en George S a n d e r , Baron de
M aelknegt , Majoor-Generaal en Gouverneur der stad Dendermondc.
Vöor de generale- inundatie op last van Prins Maerits , ten jare 1386
(zie het art. B lij -B eoosten) , was deze polder bekend onder den naam
van H of- en V ergeldfolder op eene grootte van 369 gem. (233 bund.
84 v. r. 64 v. eil.) en behoorde m eigendom aan de abdij van Cambron in
Henegouwen , waarvan hij nog zijnen naam ontleent. Destijds beslond
er in dien H ofpolder een kasteel of versterbt klooster van evengemelde
abdij,.die toenmaals in deze landen aanzienlijke goederen moet heb-
ben bezeten, zoo als blijkt uit eenen giftbrief van den 3 April 1269 en
eenen van 1287; welke goederen meerendeeis gelegen waren in de toen
bekende polders den Oudehaanpolder , anders genaamd Alexanderspolder,
den Schaarlaken- of Casteelpolder, den Nieuwenpolder, den H'avik-
polder, den Streepepolder, en den Weelden- of St.-Jans-Weeldenpolder
(zie ook te dien aanzien het artikel B oschCappelle) .
In dezen polder staan tien hofsteden en elf arbeiderswoningen. Hij
entlast zijn overtollig water door het zoogenaamde Koegat en de waterleidingen
, loopende naar de sluizen van Campen, in het Hellegat.
Het bestunr daarvan is toevertrouwd aan eenen Dijkgraaf, eenen Gmi
zworene en eenen Ontvanger-Griffier.
CAMBRON (KLEIN-) of Klein-Cambehon , polder in Staats-Viaanderen,
in Hulsterambacht, prov. Zeeland, arr. Goes, kant. en distr.
Hulst , gem. Stoppeldijk; palende N. aan den pold. Groot-Cambron ,
O. aan den Havikpolder, Z. aan het voormalig vaarwater van Hulst
naar Luntershoek | W. aan den pold. van Stoppeldijk. Hij is groot
73 bund. 78 v. r. 98 v. eil. hemelbreedte en heeft eene uitgestrektheid
van 33 bund, 32 v. r. 88 v. eil. schotbaar land.
Deze polder, welke zijnen naam ontleent van den eigenaar bij de
bedijking, zijnde geweest de abdij van Cambron in Henegouwen , is
ingedijkt ten jare 1770, krachtens het daartoe verleend octrooi door
de Staten-Generaal der Vereenigde Nederlanden in dato 13 Julij 1769.
Daarin staan slechts twee woonhuizen , doch geene hofsteden en hij
ontlast zijn overtollig water, door eenen houten heul of koker , liggende
in den dijk van den polder Groot-Cambron , en door dien polder , längs
het zoogenaamde Koegat en de waterleidingen loopende naar de sluizen
van Campen in het Hellegat,
Het bestuur van dezen polder wordt uitgeoefend door eenen Directeur
die met het administratief en geldelijk beheer daarvan belast is.
CAMBÜÜR, voorm. groot adell. slot, prov. Friesland. Zie Cam-
HUNGHABURG.
CAMBUUR (ACHTER-), b., aan de oostzijde der st. Leeuwarden,
prov. Friesland, tusschen het Vliet en het Cambuursterpad.
CAMER1G, geb. in het Land van s Hertoijenrade, prov. Litnbura,
distr., arr. en 8 u. 0. ten Z. van Maastricht, kant. en 2 u. 0 . Z. 0 .
van Gulpen, gem. en 1| n. Z. W. van Vaals; met 27 h. en 120 inw.’
CAMERVEEN, gröote poel in de Meijerij van ’s Hertogenbosch, prov.
JVoord-Braband, £ u. N. van Gemen, ± u. Z. W. van Lieshout,
2 u. N. W, van Stiphout.
CAMMINGHA of Camb inga , voorm. state, prov. Friesland, kw. Oos-
tergoo, griet. Ferwerderadeel, arr. en 3J u. N. ten 0. van Leeuwarden,
kartt. en 1| u. Z. W. van Holwerd, 8 min. N. 0 . van Ferwerd, waartoe
zij behoorde.
Deze state was in bet laatst der zestiende eeuw vernieuwd door den
Grietman R o e la n d v a n A c h e l e n , en in de vorige eeuw door den toen-
maligen Grietman A l l a r d v a n Burum z o o veel verbeterd, dat zij voor
eene der schoonste lustplaatsen van Friesland gehouden werd. Later
kwam zij in de geslaobten V e g i l in v a n C la e r b e r g e n en H a e r s o l t e , en is
m het begin dezer eeüw afgebroken, hoewel hare standplaats nog dui-
delijk kenbaar is.
CAMMINGHA of Camminga, voorm. state, prov. Friesland, kw.
(Jostergoo, griet. Leeuwarderadeel, arr., kant. en 11 u. Z. van Leeuwarden
, bij het dorp Wirdum.
CAMMINGHA, voorm. state, bij het d. Oudkerk, prov. Friesland,
brok sferg°°> griet. Tietjerksteradeel. Zij is in het jaar 1840 afge-
CAMMINGHA , Camminga of H ooghdistra, voorm. state, thans boeren-
hoeve, in liet Friesche d. Arum, kw. Westergoo, griet. Wonseradeel.
J , draagt nog de kenmerken van haar vroeger aanzien, door
eer A S e n f n? P0°rt en de gracllten ^ waarvan zij omgeven is.
LäMINGHA of Camminga, ivoorm. kast., prov. Friesland, op het
-“meland, de zetel der Yrij- en Erfheeren des eilands, bezuiden