neven ziet men eene uitgestrekte plantaadje met fraaije lanen en wan-
delplaatscn doorsneden.
D r a k e n s t e in (de ambachtsheerl. van de Vnursche daaronder begre-
pen) beslaat, met de daartoe behoorende gronden , eene oppervlakte
van 9o0 bund. 28 v. r. 9. v. eil., bestaande uit bosschen , bouw- en
weilanden en heidevelden.
Het wapen van D r a k en s t e in bestaat uit een schild, gefasceerd van
goud en rood van acht stukken, die van rood beladen met tien St. An-
drieskruisen , geplaatst vier, drie, twee, een.
DRAKENSTEIN-BIJ-EEMNES, riddermatige hofstad in Eemland,
prov. Utrecht. Zie D r a k en b u r g .
DRAKENSTEIN-DE-VUURSCHE, riddermatige hofstad in Eemland
, prov. Utrecht. Zie D r a k e n s t e in .
DRAMAAI, eil. in Australie, W. van Nieuw-Guinea, waarvan het
door de Iris-straat is afgescheiden.
DRAMJOR, oud d. in Oost-Indie, op liet Sundasche eil. Java , resid.
Cherihon, ads. res. Indramaijoe, aan den westelijken oever der Indramaijoe.
DRAUFFELT of Träufelt , d. in de heerl. ClerfJ', grooth. Luxemburg,
kw., arr. en 4 u. N. ten W. van Diekirch , kant. en 1J u. Z. 0 .
van Clerff, gem. en £ u. Z. ten W. van Munzhauzen, aan de Woltz.
De inw., die alle R. K. zijn, hebben er eene bijkerk, welke tot de
par. van Munzhauzen behoort, en door eenen eigen Kapellaan bediend
wordt.
>. DRAUT (NEUHOF-), geh. in de heerl. Esch, grooth. Luxemburg.
Zie Neuhof-Draut.
DRAUWATI, oud d. in Oost-Indie, op het Sundasche eil. Java,
resid. Djocjokarta,
DRAWOLANG, oud d. in Oost-Indie, op het Sundasche eil. Java,
res. Preanger-Regentschappen, lands. Gablung; ten Z. van de Lassari.
DRAY (HET), water , prov. Friesland, kw. Westergoo, griet.
Wijmbritseradeel, aan het einde van de Wymers en de Geeuw voor
Nijezijl en 10 min. 0. van IJlst.
DRAYT (DE), riv., prov. Friesland, kw. Oostergoo, griet. Smal-
lingerland. Zie D r e it (D e) .
DRECHT , riv. in Rijnland, prov. Noord-Holland, die bij hetd. Ou-
dewetering uit de Oudewetering voortkomt, met eene oostelijke en eenig-
zins noordelijke strekking naar Leymuiden stroomt, van daar cerst
in eene oostelijke en vervolgens in eene zuidoostelijke rigting naar het
Huis te Drecht, op de grenzen der prov. Noord-en-Zuid-Holland vloeit,
alwaar zij de Aar opneemt. Van hier wendt zij zieh noordwaarts naar
den Vrouwenakker , waar zij eene meer noordoostelijke strekking neemt,
ten einde zieh een weinig boven het d. Uithoorn , met de Kromme-
My drecht te vereenigen , uit welke vereeniging de Amstel ontstaat.
Zie dat woord.
Deze riv. is in het jaar 1824 , van het Huis ten Drecht af, tot
aan hare vereeniging met de Kromme-Mijdrecht, uitgediept op eene
breedte van 16 eil. in den bodem , en ter diepte van 8 eil. onder A. P.
DRECHT, watertje in het markgr. van Bergen-op-Zoom, prov.
Noord-Braband, dat zieh met eenen westelijken loop in den Agger ontlast.
DRECHT (HUIS-TE-), meestal het G ou dsch e T o l h c is genoemd, h. in
Rijnland , prov. Noord-Holland, arr. en 4 u. Z. ten W. van Amsterdam,
kant. Nieuwer-Amstel, 2 j u. Z. van Amstelveen, gem. Kalslagen-
en-Bilderdam, § u.Z. van Kalslagen, ter plaatse waar de Aar zieh met
de Drecht vereenigt.
Het is de gewone aanlegplaats van de trekschuiten van Amsterdam
op Gouda, alsmede van de pak- en nachtschuiten van Amsterdam op
Delft, Leyden, Rotterdam en ’s Gravenhage.
In het jaar 1824 , is hier in de plaats van het zoogenaamde Dui-
velsluisje (zie dat woord) , eene nieuwe schutsluis aangelegd, waaraan
den 18 September de eerste steen gelegd werd. Deze sluis is voorzien
van twee onderscheidcne kokers of doorgangen , als een’ voor groote en
een’ voor kleine schepen of schuiten. De grootste dezer kokers is diep
op de slagbalken , 2 eil. 8 palm. 2 d. onder A. P., wijd tusschen ‘de
slagstijlen 8 eil. 1 palm 6 d., en lang in de kolk 68 eil., kunnende
dus op eene lengte van 49 eil. daarbinnen geschut worden ; de kleine
koker of doorgang is diep op de slagbalken onder hetzelfde peil 2 eil.
3 palm. 6 d., wijd tusschen de slagstijlen 4 eil. 8 d. en lang in de
kolk 27 eil. 4 palm 7 d., zoodat daar op eene lengte van 18 eil.,
kan geschut worden. Deze beide kokers of doorgangen hebben ter wc-
derzijde waterkeerende deuren , en doen ten dezen opzigte hetzelfde
uitwerksel, dat te voren door de Aar- en Duivelsluisjes, met betrekking
tot het Amstel- en Rijnwater werd uitgeoefend. — Voor en achter deze
sluis, heeft men niet alleen de noodige remmingwerken , dukdalven en
palen geplaatst ; maar de verdieping der vaar.t heeft op zoodanige wijdte
plaats gehad, dat onderscheidene schepen aldaar eene veilige Iigplaats
kunnen vinden.
DRECHTER-FRIEZEN, naam, onder welke bij de geschiedschrij-
vers, eenigen der vroegere bewoners van Noord-Holland, voorkomen.
Zie D r e g t e r - F r i e z e n .
DRECHTERLAND, gedeelte der prov. Noord-Holland. Zie D reg-
TERLAND.
DREGTER-FRIEZEN , naam , onder welken , bij de geschiedschrij-
vers, de oude bewoners van den zuidoostelijken hock van West-Fries-
land, tegenwoordig een gedeelte der prov. Noord-Holland uitmakende,
voorkomen. Eertijds tot de Kleine Friezcn en later tot het eerste der
zeven Vrije Friesche Zeelanden behoord hebbende, stonden zij bestendig
aan de veroveringszucht der naburige Graven van Holland bloot.
Omtrenl het jaar 1166 deden zij eenen inval in Kennemerland;
gelegenheid hiertoe gaf de twist, tusschen den Utrechtschen Bisschop
en Graaf D i r k VI. Reeds lang badden zij op zulk eene gelegenheid
geloerd, en zij oordeelden nu den, tijd geboren , om zieh op den Graaf
te wreken. In het gemelde jaar volvoerden zij hun ontwerp; een
tamelijke hoop van hen viel in Kennemerland, plunderende en
brandende aan alle kanten. Doch de poorters van Haarlem en de
geburen van Osdorp vielen de D r e g t e r - F r ie z e n , met vereende krachten ,
op het lijf, zoodat zij genoodzaakt waren het and -iveder te ruimen ;
niet minder dan 900 van ben werden in de vlugt gedood. In het
jaar 1161 sloot Graaf F i .o r i s III een verdrag met hen , waarna zij hem
hulde deden.
ln de maand Augustus van het jaar 1272 bragt Flohis V een groot
leger op de been, met oogmerk om den dood van zijnen vader, Ko-
ning "Wiliem, op de Dregter-Friezen te wreken. Maar zijne Holländers
werden, bij de Vroonergeest , geslagen j meer dan 600 bleven er op
het slagveld en daaronder vele Ridders. Het leger trok , zoo goed als
mogelijk was, naar Heilo, alwaar h e t, in een tweede gevecht, de
overhand behield, en de Friezen meer dan 800 man verloren. Floris
bouwde daarna een sterk kasteel bij Wijdenes | in Dregterland. In
het jaar 1282 trok hii andermaal, met eene groote heirkracht, tegen
III. Deel. 32