trokkett is.' De kerk was’voör de Reformatie aan den H. G eo rg iu s loe~
gewijd. De pastorij word destijds door eetten Priester van de orde der
Duitsche Ridders bekleed ; en door den kommandeur van Dieren aan-
gestcld. De kerk had inaar e6ne vikarij, Onze Lieve Vrbuwe
v ik a rij g ena amddie1', in het jaar 1571 , terbegeving van de B o e k -
h o l t e n en T e l l in k h u iz en stood. De Vikaris was ¡jehouden alle Vrijdagen ,
Zaturdagen en Zondagen, zijne priesterlijke bediening te verrigten.
In bet gemelde jaar trok de koster uit de ‘inkomsten der kerk tien guld.
De K. K van welke men er mini 600 aaötreft , worden tot de stat.
van O lb e rg en -en -D rem p t gerekend , die onder D r e m p t ecne kerk heeft,
h e tH eu fk en g en a am d '\velke dcior eenen Pastoor bediend wordt.
Men heeft er eene dorpSchool. Onder D r em p t ligt ook het landhuis
den Ulenpas.
DREMPT , d. in den T ie le rw a a r d , prov. Ge lderland. Zie D r d m p t .
DRENCKELMEER o f D r en k e l jh e er , v o o rm . m e e r i n K e n n em e r la n d ,
prov. JYoord-Holland.
DRENTHE, ook wel, doch zelden, D r e n t e oudtijds ook T r e n t e ge-
speld ; de minst bevolkte prov. van het koningrijk, bestaande uit het
landschap D r e n t h e , zoo als dit tot de Republiek der Vereenigde Neder-
landen behoord heeft. Het grensde destijds N. en N. 0. aan de prov.
Groningen, 0. aan het bisd. Munster, Z. aan het graafs. Bentheim , Z. en
Z. W. aan de prov. Overijssel, W. aan Friesland en Groningen.
Reeds vroeg in de negende eeuw vindt men gewag gemaakt van
D r e n t h e . Het maakte soms een soms meer graafschappen u it; naderhand
komt het slechts voor als een graafschap ; doch bchoorde in beide tijd-
perken , gelijk de overige Nederlandsche gewesten , onder het Roomsch-
Duitsch kcizerrijk. In dien tijd hadden de Graven, die slechts een- of
tweemaal in het. jaar, de aan hen'toevertrouwde landstreek bezochten,
nog geen vasten gravelijken zetel, en geen erfelijk regt op het graafschap
, waardoor het alleen aan den Keizer stond, e r, bij deze of gene
gelegenheid , over te bcschikken. Zoo wcrd dan een gedeelte van het graafschap
D r e n t h e , door Keizer H e n d r ik II, in 1024, aan den Bisschoppelijken
stoel van Utrecht geschonken , toen doorA d e l b o l d , den negentienden Bisschop,
bekleed wordende; welke gifte, in 1.046, door zijnen zoon, Keizer
H e n d r ik I I I , aan B e r n c l f , den twintigsten Bisschop, werd be-
vestigd, aan wien reeds, in 1040, eenige goederen , toen in het N.
van D r e n t h b , thans in de provincie Groningen gelegen, waren geschonken,
behoorende toen der tijd, naar veler oordeel, tot D r e n t h e de ge-
heele landstreek, welke naderhand en tbans nog voorkomt onder
den naam van het Goregt. Vervolgens werd dit landschap, in naam
van den Bisschop, hestuurd door eenen Stedevoogd, die op het slot
te Koevorden zijn verblijf hield, en , om die reden, den titel van
Kastelein, Burggraaf of Slotvoogd van Koevorden voerde. Het bezit
dezer landstreek heeft middelerwijl den Bisschoppen, voor en na, groote
moeijelijkbeden veroorzaakt, wegens den verren afstand van Utrecht,
waarvan de Stedevoogden zieh menigmaal bedienden, om alles naar
eigen goeddunken te besturen. Bisschop B o e d e w i jn I I , die in 1178
aan de regering kwam , had, in het jaar 1196, den' toenmaligen Slotvoogd
, wegens het verhoogen der tollen tegen zijn goedvinden, van
zijn ambt ontzet, en Graaf O t to va n B e n t h e im in diens plaats aan-
gesteld. Dit gaf de eerste aanleiding tot binnenlandsche beroerte,
die voor het landschap D r e n th e zeer verderfelijk was ; want de
Drenthen, den vorigen Slotvoogd toegedaan, en heimelijk ondersteund
door de Gelderschen , verzetten zieh, bijgestaan door de Groningers,
die met den Bisschop overhoop lagen , tegen den gemelden Graaf ,
£ met de zijnen verdreven ,‘weder , door den B.sschop verge*eld ,
in D r e n t h e viel, en overal i zoo als zijne tegenparty ook had^gedaan,
Iroote verwoestingen aanrigtle. Soortgelijk onhe.l wedervoer d.t land-
E C : onder d e V ^ - Bisschop O t t o II ¿oor het gedrag van
den Slotvoogd R d d o if , die den Bisschop steeds tegenwerkte oproerig
zii gestadiP' weigerden hunne lasten op te brengen weshalve üeze ge
rukken. In den zomer van het jaar 1227 kwam het by Ant in
Overijssel, tot eenen veldslag , waarin R™oef de overwmnmg behaalde
en waarin de Bisschop, met zeer velen der zynen sneuvelde. Onder
den volgenden, Bisschop W ie l e b r a n d , werd deze bmnenlauclscbe oor-
log voortgezet, cn, alhoewel de Slotvoogd R d d o if , in 1230 , in weer
m van eenen wapenstilstand van vijftien dagen, op het kasteel Hai
m m ! ' waar hij zieh heen begeven had, om den Bisschop zyne
onderwerping te betuigen , door dezen gevangen genomen en eerlang,
met andere^.delen, vermi.rd werd, bleef echter de
kleine tmselienpiiotinr" . »«S “ “ P“ ' I“ '" ™»rt» oede'1 ■ “ " " J 1
Bisschoppelijken meerendeeis de nederlaag kregen,
Onder de Stedevoogden van D r e n t h e , die zieh vervolgens weder
oproerig tegen de Bisschoppen verzet hebben, was voornamelyk zekere
S Z ! van5 K o e v o r d e n , die weigerde to t
D r e n t h e af te staan , en het slot Koevorden, hetwe k door eenen, der
Bisschoppen aan zijne voorzaten voor zekere som gelds veipand[was
Sveder te laten lessen, waarop F r e d e r ik v a n B l a n k en h e im een e: j
tigste Bisschop , aangezien het aanbod tot terugga\e v ,
som niets baatte, geweld moest gebruiken , om .ich weder ■n het be-
zit daarvan te stellen. Hierin werd hij geholpen bponderlyk door
de Overiisselsche steden Deventer, Kampen en Zwolle, die hem ge
noegzaam volk toezonden , om daarmede en met zyne eigene krygsmagt,
in het jaar 159S5 , het slot te Koevorden te vermeesteren Vermns na
R e inold geen de minste hoop had, om door eigene krachten het ver
lorene te herwinnen , werd in deze zaak, in het jaai , oor
middeling van den Hertog van G e l d e r , een vergelijk bcraamd en eerlang
gesloten , en daarbij bedongen , dat R e in h o ld , voor en a s an
van dit zijn regt, lb ,000 oude schilden (21,000 guld ) ontvangen
zou , voor welke betaling de drie genoemde Overijsselsche steden m-
stonden , met belofte, om die aan hem of zijne erfgenamen te zullen
voldoen op den 14 Mei 1402, wäartegen de Bisschop belootde deze
steden daarvoor schadeloos te zullen stellen. Hierna is het landschap
D r e n t h e nog eene reeks van jaren onder de Bisschoppelijke regenng
van Utrecht gebleven , doch heeft vecl gedeeld in de lotgevallen der
naburip-e provincien Friesland en Groningen , daar de r^ent
gens de verregaande binnenlandsehe onlusten , gedurende e vij tien e
eeuw, eerst door toedoen van de Hertogen van Saxen en daarna van
de Hertogen van Boiirgondie, in gemelde landen onlstaan, waarin
Hertog K a r e l van G e l d e r zulk eene voorname rol speelde , veeltyds
moesten deelen in alle de rampen , welke deze oorlog ten gevolge
had. Aangezien deze landstreek, aan de meeste oorden hoog en roog,
zelfs in den wintertijd , een bekwame doortogt aan het krijgsvolk ver-
leende, zoo trokken daarenboven de Bisschop van Utrecht , om zieh m
het bezit van Groningen te handhaven, en de Hertog van G e l d e r , om
Groningen en de Ommelanden te vermeesteren , er gestadig met hun