De kerk is een zeer oud kruisgebouw, dat in het jaar 1786, uit'vi’ij-
willige giften der ingezetenen, van binnen verwalfd is. Te midden- van
liet verwulf ziet men een liouten rondeel, waarop , in verheven beeidwerk,
de Opstandmg van C hristus is afgebeeld , welk stukje waarschijnlijk zoo
ond als de kerk zell is. Het torentje is eene fraaije spits , in het jaar
1792 aanmerkelijk verbeterd. Een der halve kruisen van de kerk is van
het overige gedeelte des gebouws afgeschoten , en dient tot dorpschool.
Het wapen dezer heerl. is , naar men wil , lietzelfde als dat van
het oude Weda, en bestaat uit een veld van zilver, beladen met zes
lelien van keel , staande dric , twee en een.
CIMBREN , Cimberen , Kambron of K am b r en , gedeelte van een zeer
oud volk, afkomstig van AziS, hetwelk onder den naam van Cim-
m e r ik r s , eerst aan den Don en den Donau zieh nedergezet heeft, doch
van daar verdrcven , zieh in twee deelen heeft gesplitst, waarvan een
gedeelte noordwaarts is getrokken, en vervolgens de tegenwoordige hertog-
dommen Sleeswijk , Holstein en Jütland bewoond heeft, welke landen
van daar het" Cimbrische Schiereiland genoemd werden. Yolgens sorn-
rnigen zouden zij ook naar deze landen zijn afgezakt ; maar de tijd,
wanneer dit gebeurd zij, is geheel onzeker.; echter moet dit reeds
meer dan eenige eeuwen vöör onze tijdrekemng hebben plaats gchad.
Volgens hen, die vast stellen, dat de Cimbren zieh in het Eiland der
Batavieren of Oud-Batavia gevestigd hebben en zieh eenen geruimen
tijd aldaar hebben opgehouden , zouden zij-,: verinits zij zoo zeer
vermenigvuldigden, dat de landpalen hun te eng werden,, en zij bo-
vendien zeer gekweld werden door geweldige overstroomingen, zieh
gedwongen hebben gezien , ten einde meer ruimte te bekoinen,
zieh te verdeelen. Althans het grootste gedeelte- der Cimbren is opge-
trokken naar Italie, om daar den meester te speien ; doch zij werden zoo
onzacht ontvangen, dat e r, in een gevecht tegen den Romeinschen
Yeldheer C a ju s M a r i e s , wel 120,000 van hen sneuvelden , en 60,000
krijgsgevangen gemaakt werden. Bijna 600 weerbare mannen waren
in het Eiland der Batavieren teruggebleven, die naderhand eenigen van
de hunnen in gezantsehap naar A e g u s tu s zonden, en eindelijk vermoedelijk
onder de Fnezen versmolten zijn. Men houdt de oude graven in Drenthe
en elders , onder den naam van Hunnebedden bekend, nog afkomstig
van de Ceiten of van de Cimbren.
De C i m b r e n worden beschreven , als zeer woest en wild van aard ;
onversaagd , den dood niet vreezende ; meest van eene rijzige gestalte ;
schikkende hunne kleederen met opzet om schrik te veroorzaken. In
hunne vrouwen werd mede eene standvastigheid gezien, die vergezeld
was met eene woeste stoutheid , welke zij zelfs niet aflegden, nadat zij
overwonnen waren. Het kostte den Romeinen geen minder moeite , 0111
haar te overwinnen, dan om hare mannen, in den krijg, te verslaan.
Zij begeerden, eer zij zieh wilden overgeven , eeuwige vrijheid , of,
ter behoudenis Larer eer, aan de Godin V esta te worden geschonken.
M arius sloeg beide af. Na zieh langen tijd verweerd te hebben , en
geen kans ziende , om zieh te ontzetten, maakten zij stroppen van
heure haarvlechten en hingen zieh daaraan op, nadat zij vooraf hare
hinderen , opdat zij geene slaven der Romeinen zouden worden , ver-
worgd hadden ; ook doorstak de eene de andere met het zwaard , ten
einde hare kuischheid te bewaren , en om niet levendig in de handen
der overwinnaars te vallen.
CIMBRISCHE ZEE, n a a m , w e lk e ,- in o u d e t i j d e n , w e l eens a a n d e
N ookdzee w e rd g e g e v e n . Zie d a t w o o r d .
CIMERFELT ,■ volgens Grammave de oude naam van het d. M ereveld-
j jo v e n , in de Meijerij van ’s Hertogenbosch, prov. N oord-Braband. Zie
MEREVELDnOVEN.
C1PETTE , verkeerde spelling van het d. T j i - petk, d. in Oost-lndie,
op het Sundasche eil. Java. Zie T j i - p e t é .
C1RCARIA-FRISIA, naam, weleens eene enkele inaal in het La-
tijn gegeven aan de, om de stad Groningen gelegene, F riesche O mme-
landen , of F riesland tusschen de E ems en de L ahwers . \a n deze be-
naming wijst A lting (1) de Chronijk van den Wierumer Abt M enco als de
eerste bron aan. Zie O mmelanden.
CIRKEL-VAN-DE-OOY , streek weilanden ,. prov. Gelderland, arr.
en kant. Nijmegen, gedeellelijk gem. Nijmegen, gedeeltelijk gem. libber
gen.
Zij beslaat eene oppervlakte van 1013 bund. 28 v. r. 39 v. eil.,
waaeonder 944 bund. 17 v. r l 66 v. ell. schotbaar land, bevat de d.
Ooy en Per s ingen alsmede eenige verstrooid liggende hnizen, in
het geheel nitmakende 37 h., waaronder 7 boerderijen en telt 460 inw.
Deze streek Staat in het najaar ,> door het .zweiten van de Waal ,
doorgaans geheel onder water , hetwelk er ingelaten. wordt door twee
slnizen , liggende in den bandijk en drie andere in den kadijk, welke
het Cirkel omringt. Deze dijk, sluizen en verdere waterwerken staan
onder het bestuur van eenen Dijkgraaf, vier Heemraden en eenen Dijk-
schrijver.
CISTERCIENSER-ABDIJ, voorm. abdij van Nonnen te Bonnevoie,
in het balj van Luxemburg, grooth. Luxemburg, £ u. Z. van Luxemburg.
De tijd der stichting is onbekend. De geleerde Wiltheim beweert (2),
dat zulks in de elfde eeuw geschied zij. Het abdij gebouw werd , op
woensdag 30 November 1794, door de Oostenrijksche bezetting van de
vesting Luxemburg verbrand , uit vrees, dat de Fransehen , die zieh
destijds om die sterkte hadden nedergeslagen , er zieh in nesteîen
zouden.
CISTERCIENSER-ABDIJ, voorm. abdij van adell. Nonnen te Utrecht.
Zie S ervaas (A bdij-van- S t .) .
CISTERCIENSER-KLOOSTER, voorm. klooster op het eil. Schouwen ,
prov. Zeeland. ' Zie B ethlehem.
CISTERCIENSER-KLi (OSTER, voorm. klooster te Ter-Munten , prov.
Groningen. Zie Munten (T er- ) .
CISfERCIENSERKLOOSTER, voorm. klooster te Wateringen, prov.
Zmd-Holland. Zie B ethlehem (Maria-K onvent- in) .
CLAARKAMP , voorm. klooster , prov. Friesland. Zie K laarkamp ( 3 ) .
CLAIR-FONTAINE of Claire- F ontaine , heerl. gedeeltelijk in grooth.
Luxemburg , gedeéltelijk in België gelegen , arr. Luxemburg , kant. en
kw. Arlon ; palende V . en N; aan de heerl. Guirsch, N. O. aan de
heerl. Uzeldingen, O. aan de heerl. Sept-Fontaines , Z. 0. en Z. aan
de heerl.Elter.
Deze heerl. bevat de d. Becker ich, Eischen en het geh. Clair-
Fontaine en beslaat alzoo gedeelten van de tegenwoordige gem. B e c k
e r i c h , H obscheid en Nieder-EI ter (A u t el - Bas).
| | | |H zijne Notitiae Germaniae I n fe r io r i s , T. II, fol. 37.
(2) ln h e t meergemelde Mss.
(3) Insgelijks zoeke m^n alle de woordon , elders wel eeos m et Gl g espeld, welke h ier n iet g e -
Tonden worden op Kl .