DAL WAGEN WEG, weg- in de Betuwe , prov. Gelderland. Zie
D al w eg .
DAL WEG o f D al w agensweg , weg in de prov. Gelderland, dwars
d o o r de Betuwe , van Loenen naar Maurik, loopende.
DAM, geh. in Opper-Gelder, prov. Limburg, distr., arr. en 12 u.
Roermonde> kant- en 6 u. N. ten 0. van Horst, gem. en i£
u. N. 0. van Ottersuni / met 5 h. en mim 30 inw.
DAM, naam, welken de Negers geven aan den houtgrond Onobibo , in
ir eci€vl(inus~GutuTio j kol. Suriname. Z ig O n o r ib o .
DAM (BAKKERS-), dam in Staats-Vlaanderen, prov. Zeeland. Zie
B akkersdam.
DAM (CAPITALEN-), dam in Staats-Vlaanderen, prov. Zeeland.
Zie JKapitalen- da* .
DAM (DEN-), geh. in Kennemerland, prov. Noord-HoUand. Zie
N ieuwendam.
DAM (DEN-) , oude havez. in het graafs. Zutphen, prov. Gelderland,
kw., arr., kant. en i u. N. 0. van Zutphen, gem. en H u.
Z. U. van Gorssel.
Deze hav., welke reeds in eenen ouden brief van R einald TI, Graaf
van Gelder, van het jaar 1324, voorkomt, beslaat met de onderhoo-
ngheden , eene oppervlakte van 20 bund. 34 v. r. 23 v. eil. In het
laatst der vorige eeuw werd het bezeten door A lexander H endrik Baron
van der C apelle tot den B oedeluof, en is thans een eigendom van Jonk-
vrouwe H enriette C onstance W ilhelmine Baronnesse van der C apelle
TOT DEN D am.
(DEN-), geh. in Hunsingoo, prov. Groningen , arr. en 7 u. W.
ten N. van Appingedam, kant. en 3 u. W. N. W. van Onderden-
dam gem. en 10 min. N. van Kloosterburen, 3 min. Z. van Bokum,
aan de kniiswc^ met 6 h. en 23 inwoners.
. (DEN-), naam, onder welken ook wel het d. L eydscdendam ,
ln m i t P^v. Zuid-Ilolland, voorkomt. Zie L eydscdendam.
r» ^ ’ naam > onder welken het vl. A ppingedam, in Fivelgo,
prov. Groningen, gemeenlijk bij de landlieden bekend staat. Zie Ap-
PINGEDAH.
DAM (KAPITALEN-), dam in Staats-Vlaanderen, prov. Zeeland.
Zie Kapitalen- dam.
DAM (TEN-) , hav. in Zalland, prov. Overijssel, arr. en 3 u. N.O.
Van Devenler, kant. en 1J u. 0. van Raalte, arr. en 3 min. 0. van
Hellendoom, aan de Regge.
Deze hav., welke thans gedeeltelijk gesloopt is , beslaat, met tuin en
griendland, alles binnen grachten gelegen , eene oppervlakte van 1 bund.
9 v. r. TD v. eil., en wordt thans in eigendom bezeten en bewoond
door den Heer J. C. B ocwmeester.
DAMAK, riv., reg. en distr. in Oost-Indie, op bet Sundasche eil.
Java. Zie D emak.
DAMALANG, oud d. in Oost-Indie, op het Sundasche eil. Java, resid.
Madion, Z. van Panaraga, aan de Assin.
DAMAR-SASI, d. in Oost-Indie, op het Sundasche eil. Java. Zie
T rang-W oelan.
DAMELAUS , st. in Oost-Indie, op het Sundasche eil. Borneo, aan
de oostkust van dat eiland ; 3° 2' N. Br.
DAMBERGI (PIKIEN-), naam dien de Negers geven aan de kofilj-
plant. Carelsburg , in Nederlandsch-Guiana, kol. Suriname.' Zie Ca -
relsbdrg.
DAMHOUDERSPOLDER, pold. in Rijnland, prov Zuid-Holland
arr. ’s Gravenhage , kant. Voorburg , gem. Stompwijk- fVilsveen-Leyd-
schendam-Zuidzijde-en-Tedingerbroek ; palende N. aan den Dmvenvoord-
schenpolder, Z. 0. aan den Stompwijkerweg , W. aan den btarren-
Ya Deze° mdd., groot 187 morg. 423 r. (ruim 170 bund.) is ingevolge
octrooi van de Staten van Holland, d.d. 6 Me, 1738 , onder toezeg-
p-ing van onderscheidene vrijdommen aan Schont en Ambachtsbewaarders
van Stompwijk, bedijkt en drooggemaakt en tegelijk met den btar-
revaartspolder vereenigd, met welken bij door dne molens van het
overtollige water wordt onlast. 7, • . j y -j
DAMHU1S, voorin. naam van een huis in Rijnland, prov. jLuid-
Holland, arr. en M * N. W. van 's Gravenhage, kant. en 1 u. N. van
Voorburg, gem. S t o m p w i j k - fVilsveen-Leydschendam-zmdzijde-en-I edm-
qerbroek, aan den Leydsc/iendam.
Mogelijk is dit huis in vroegere tijden bewoond geweest bij den genen
aan wien het opzigt over den Leydschendam was toevertrouwd , om te
zorgen dat de schepen en schulten behoorlijk over den dam werden
gehaald en de daarvoor verschuldigde regten betaalden, waarvan het dan
zijnen naam zal hebben ontleend.
DAMMA of D amme , ook wel eens verkeerdelijk D acma gespeld , eil.
in Oost-Indie, tot de Zuidoostelijlce eilanden van Banda behoorende,
ruim 36 m. van Banda; 70° 18' Z. B., 143 33 0. L.
Dit eil. is tamelijk hoog , omtrent 3 of 6 m. van het Z. naar het
N. langen doorgaans 2m. van het W. naar het 0 . breed, uitgenomen
dat het, bijna in het N., met eenen breeden hoek uitloopt, welke het
land daar wel 3 m. breed maakt. Hetheeft twee baaijen ; de Baai va n
Ko elawat ta aan de Oostzijde en de Wi l h elm u s b a a i aan de Noord-
zijde. Op den Noordoostelijken uithoek is. de zoogenaamde Pi e k , zijnde
eene vuurberg waarvan de krater bijna aanhoudend rookt. Ook heeft
men op dit eiland lironnen van heet zwavelwater. Het voornaamste
d. is Ka ayn, dat als de hoofdplaats van het, eil. beschouwd wordt.
De overige dorpen liggen hier en daar verspreid , en zijn meestal zeer
klein , weinig bevolkt en van geringe beteekenis. Het geheele eil. is
rotsig en bergachtig , zoodat het weinig bebouwd is en den bewoners
slechts een zeer karig levensonderhoud oplevert. Er zijn echter ook
vruchtbare plekkcn , van welke de bewoners bij meer werkzaamheid en
eenige meerdere bedrevenheid in den landbouw , veel meer nuttige Produkten
zoude kunnen trekken dan thans geschiedt. In de dalen vindt
men tegenwoordig slechts eenige weinige sagoboomen , kalappa of kokosboomen
, aardvruchten en turksche tarwe. Het eiland is zeer boseb-
rijk en levert zware boomen op. Onder het hooge geboomte van de
binnenlandsclie bergen zijn eene groote menigte kanarieboomen, die
eene vrucht voortbrengen als eenen amandel, waaruit de inlanders
eene zeer goede olie perssen , welke zij, als boter, tot loebereiding
liunner eenvoudige spijzen gebruikeh. De veestapel bestaat alleen uit
varkens en geiten , welke nu en dan door koopvaardijpraauwen van
den inlander worden gekocht. De inlanders bouwden vroeger kleine
vaartuigen , die naar de omliggende eilanden zeilden , om eenige Produkten
te gaan verhandelen. Sedert eenige jaren schijnen zij zieh
echter ook met deze geringe handelvaart niet meer bezig te houden ,
maar alleen kleine vlerkpraauwen te gebruiken om, längs de kust van
het eiland, van het eene naar het andere dorp te zeilen of om te
visschen. Met de vischvangst houden zij zieh, ofschoon groote lief