DJENOPONTO, riv. in Oost-Indie, op het iSundasche eil. Celebes t
op den Zuidelijkslen landtong, met eene Zuidelijke rigting in de Zee
van Java uitloopende.
DIENTHER., d. in de Meijerij van ’s Hertogenbosch, kw. Maasland,
p r o v . ISoord-Braband. Zie D intiier.
DIEP (GOESCHE-), voorm. water in Zeeland, tusschen Zuid-Beve-
land e n Wolfaartsdijk. Zie Goesche D iep (1 ) .
DJEPAN, distr. in . Oost-Indie, op het Sundasche eil. Java. Zie
D jipang.
DIEPEN, verkorte naam van het d. D iepenheim , in Twenthe, prov.
Overijssel. Zie D iepen beim.
DIEPENBROEK, havez. in het graafs. Zulphen, prov. Gelderland,
kw., distr., arr. en 3 u. 0. van Zutphen, kant. en ^ u. 0. ten N.
van Lochern, gem. en 1^ u. van Laren.
Zij wordt thans in eigendom bezelen door den Heer H ubert , woon-
achtig op den liuize de Cloese.
DIEPENDAAL, onderafdeeling van Nieuic-Maarsseveen, in het Ne-
derkwartier der prov. Utrecht, arr. Utrecht, kant. Maarssen, gern,
Maarsseveen.
DIEPENDAALSCHED1JK, rijweg in het Nederkwartier der prov.
Utrecht. Die van den Vechtdijk achter Maarssen om , en door Nieuw-
Maarsseveen loopt tot de plaats alwaar hij weder op den Vechtdijk uit-
komt , om dat de d. Maarssen en Nieuw-Maarsseveen niet aan de Yecht
met rijtuig bereden kunnen worden , maar alleen met trek- of jaag-
paarden. — De D iependaalschedijk ontleent zijnen naam van eene onder
afdeeling van Nieuw-Maarsseveen, die Diependaal genaamd wordt (zie het
voorgaande artikel) en is een aangename wandel- en goede rijweg. Yan
dien dijkkan men regt uitgaan naar den Maarseveenschen Yaartdijk.
DIEPENDORST, ook wel D iepenhorst , oude naam van het d. Oud-
» orp , op het eil. Goedereede, prov. Zuid-Holland. Zie O uddorp.
DIEPENDORST (HET-OUDE-LAND-VAN-), op het eil. Goederede,
p r o v . Zuid-Holland. Zie D iepenhorst (H et-O ude- L and- van- ) .
DIEPENHEIM , gem. in Twenthe, prov. Overijssel, arr. Deventer,
kant. Goor (2 k. d., l im. k., 3 s. d. ) ; uitmakende het voorm. regter-
am b t D iepenheim en palende W. en N. aan de gem. Markelo, 0. aan Ambt-
Delden en Haaksbergen , Z. aan de Geldersche gem. Nede en Borculo.
Zij bevat het plattelandstadje Diepen heim, de buurs. Kerspel -
Diepe nheim , Markvelde, Peckedam, Schipbeekshuizen,
We l d a m en Wester -Vl ier . Ook heeft men erde landgoederen het
Huis te Diepenheim, Ni enhui s , Warmel oen Westervl ior.
D iepenheim heslaat, volgens het kadaster , eene oppervlakte van 2676
bund., telt 220 h., bewoond door 286 huisgezinnen, uitmakende onge-
veer 1400 inw., die meest hun bestaan vinden in den landbouw. Men
heeft er ook eene weefschool en 1 calieotfabrijk.
De Herv. die hier ruim 1200 in getal zijn, maken eene gem. uit,
■die tot de klass. van Deventer, ring van Enschede behoort.
Toen in het jaar 1601, de Pastoor van D iepenheim van zijn ambt
nutzet was , nadat hij den 19 November van dat jaar, verklaard had
zieh niet aan de Reformatie te willen onderwerpen , werden die van D iepenheim
, door de klass. van Deventer aangeschreven , dat zij binnen
■den tijd van eene maand ieinand als Hervormd leeraar zouden beroepen,
(1) De orerige met Diep ramengestelde wo o rd en , zoeke men even zoo op de v o o rd en van ondcr-
«cheiding,
son niet dat als dan door de klass. nevcns den Drost, een ander hier
ter plaatse gesteld zoude worden. Dit beroep had cvenwel zulk eenen
srhieliiken voortgang niet: de reden hiervan schijnt te zijn geweest,
l i men desti d f niet wel onderrigt was, van de jmste hoeveelheid
I v .™ a l t - « » « k t Wdden . «
van de pastorie; men was daardoor a s nog buiten Staat, om aan
den Predikant behoorlijk onderhoud te bezorgen. Dus heeft dei H
* 1 8.m. t« dezer plaatse, ^ > 1
■ E 1618 maar is het eerst en wel van 1602 tot IWH ,
geworden door J ohannes B uranus, die ten jare 1602 te Gooi^roepen
was zoo dat de gem. van D iepenheim, in die jaren met die van Goor
1 1 * 5 1 is geweest. Ten jare 1603, verzecht D iepenheim wel b.j de
Deventersche klass. ontslagen te worden van de l^kvereen^mg me
Gonr eVi om een eigen Leeraar te mögen hebben ; dan hierop werd mt
naam der klass. geantwoord, dat deze kerkvereemging zoo lang duren
zoude tot zij eenen anderen Predikant hadden. Intusschen schrjnen
Borgmannen * Goedsheeren en Schepenen van D iepenheim , alles aanuc-
wend te hebben , om J ohannes B uranus bij deze gem. buiten beroep te-
stellen waartegen de klass. van Deventer hun in de maand April ernst
deed waarschuwen en vermanen , dat zij den Goorschen Leeraar, welke
met advies van Heeren Gedeputeerden hun als Leeraar was toegevoegd,
niet eerder uit zijnen dienst hadden te ontslaan, voor dat een andere
door hen aan de klass. voorgesteld en tevens bewezen was dat
er genoeazame middelen bestonden, om eenen eigen Predikant te on-
derbouden. Men wendde dus in het vervolg alle vlrjt aan , om het
beheer van de kerkgoederen der pastorijen en vikanjen op eenen betercu
voet te brengen, hetgeen eenig goed gevolg schrjnt te hebben ge a ,
althans den 19 September des jaars 1604 was J ohannus B uranus alleen
Predikant te Goor, en van de gem. te D iepenheim geheel ontslagen.
Hierop was men met allen ernst bedacht, om D iepenheim van eenen
eigen Leeraar te voorzien: men diende te dien emde , m het midtlen
des iaars 1608. ook verzoeken bij de Gedeputeerde Staten der prov.
Overijssel in , om onderhoud voor den Predikant en behoorlijke m-
rigting van zijne woning. Dan de inval van den Markgraaf S pinola,
welke in de maand Augustus deszelfden jaars Oldenzaal en Lingen , voor
den Koning van Spanje bemagtigde, was oorzaak dat de gem. ^van JJie-
penheim, nog eenen geruimen tijd zonder Leeraar bleef. Meest alle
Predikanten op het platte land, zoo van Twenthe als Zalland door
den voorspoed van Spanjes wapenen verschnkt, werden genoodzaakt
hunne gem. te verlaten. Met het sluiten van het twaalfjang bestand,
ten iare 1609, zocht men wel de vervallene zaak te lierstellen, hetgeen
ook bii deze en gene kerk meer of min gelukte, dan de aanstel-
ling van nieuwe Leeraren ging bij de meeste langzaam voort, zoo a ,,
op de klass., gehouden te Deventer, ten jare 1612, slechts twee Predikanten
uit Twenthe versehenen , een namelijk van Goor en een van
Markelo, welke in hetzelfde j a a r te dier plaatsen beroepen waren.- D i e penheim
bleef ondertusschen herderloos tot in het jaar 1618 ; men had wel
ter. jare 1616, zekeren H u g o G a l lu s tot Leeraar dezer gemeente beroepen
, doch omdat deze verdacht gehouden werd , den Demonstranten toe-
gedaan te zijn, werd zijn beroep door de klass. van Deventer afgekeurd.
Men beriep daarop eenen anderen leeraar, E lb e r t u s W e s t e n e e r g , dan
ook dit beroep werd door evengemelde klass., den 11 Maart 1D1S,
omdat hij door de klass. noch onderzocht, noch goedgekeurd was en om
. d h .1-1 I AT— dr.1- k n a n h l n p