DUITSCHE-HUIS, voorm. geestelijkgesticht te Schelluinen, in den
Alblasserwaard, pro v. Zuid-Holland. ,
In het jaar 1220, heeft D i r k , Heer vanAltena, de kerk van
Schelluinen met een koeve lands waar zij op stond, benevens de
tienden van het dorp , aan de Ilidders van de Duitsche orde geschonten
, alsmede de heerlijkheid van Schelluinen, met de visscherij , die
tec deele onder Giessen behoorde en nog drie landhoeven.
Jon a n IX, Heer van Arkel, heeft de begiftiging door den Ridder
D ib k v a n A l t e n a aan de Duitsche Ridders gedaan in hetzelfde
ja a r, toen zijn vader, J o u a n YIII, gestorven was, Yrijdags na Allerheiligen,
goedgekeurd.
Dit gesticht, bestaande in een vrij ruim huis , hetwelk met de daar-
toe behoorende tuinen enz., die rondom door water omgeven zijn , eene
oppervlakte van 80 v. r. 60 v. eil. beslaat, is , in jaar 1765, door het
Diakoniebestuur van de Hervormde gemeente te Schelluinen aangekocht,
dat het aan den Predikant voor 102 guld. ’sjaars verhuurt; terwijl
tot goed making van deze huur nog jaarlijks door de Duitsche Ridder-
orde wordt uitbetaald 72 guld. benevens nog 12 guld. zoogenaamd
klassis geld. Ook wordt door gezegde orde nog jaarlijks 100 guld.
gegeven tot onderhoud van de kerk te Schelluinen, benevens 15 guld.
voor brood en wijn ten gebruike van het H. Avondmaäl. Gedu-
rende het beleg van Gorinchem, in de;jaren 1815 en 1814 is de
Pruissische Luitenant Kolonei Graaf P in k e n s t e in in dit huis gelegerd
geweest; terwijl ook de capitulatie met de bezetting dier stad , den
1 Februarij 1814 in dat huis gesloten is (1)-.
Sommigen echter willen, dat de tegenwoordige pastorie slechts ■ een
jagthuis geweest zij, en dat het eigenlijke D u it s c h e H u is te Schelluinen
gestaan hebbe op eenen meer noordwaarts gelegen heuvel, waar thans
een boomgaard gevonden wordt, welke mede aan het voorzeide Diakoniebestuur
toekomt, in welken heuvel men bij het graven zeer zware
fondamenten ontdekt, die allezins blijken dragen van tot een hecht ea
sterk gebouw te hebben behoord.
DUITSCHE-HUIS , voorm. geestelijk gesticht te Schoonkoven.
Wanneer dit huis gesticht is , vindt men niet opgeteekend , maar in
het jaar 1590, kreeg de orde der Duitsche Ridders de kerk te Schoon-
hoven , en eenige andere goederen van Graaf G u id o v a n B l o i s .
DUITSCHE-HUIS, voorm. geestelijk gesticht te Tiel, aan het St.
Walburgkerkhof.
Nadat de Ridders der Duitsche orde, hun huis te Op-Hemert tegen
andere goederen te Tiel verruild hadden, en zij de kerk van St.
W a l b u b g aldaar van de Kanunniken verkregen hadden, heeft de Land-
Commahdeur J o h a n n e s v a n H o e n h ö b St , in het jaar 1599, nabij die
kerk een huis gebouwd, waarvan de hof zieh achter de kerk uitstrekte.
In het jaar 1675 was dit huis zoodanig in verval, dat de Regering
goedvond den Commandeur aan te schrijven , om het te schoren en
te zorgen dat het niet instortte, waarop het in 1684 voor afbraak
verkocht is.
De plaats, waar dit gesticht, benevens de St. Walburgskerk , gestaan
heeft, is in het jaar 1691 met boomen beplant en thans tot
eene plantaadje en algemeene wandelplaats aangelegd.
(1) Men zie hieromtrent nader D. d e G r a a f f , Yerhaal betrelikelijh het beleg , lombardemen t
e n de ouergave v a n G o rin ch em , itt d en w in fe r v a n 1813 e n 1814 , b l. 1 3 3 -1 6 1 .
DUITSCHE-HUIS, voorm. geestelijk gesticht te U t j j i i , aim^de
westzijde der stad op den Spnngweg, digt bij de . P ,
en zieh met zijne tuinen tot aan den wal uUstrekkende. .
Het was een oud, deftig en ruim gebouw, van de straat atgescnei
den door eenen hoogen muur, waarin eene poort fcS
wanenschildeh der Duitsche Ridderorde, voor welke dit huis ge
kwam door deze poort over een rmm ple.n aan het
huis zelf, waarin vele groote. en schoone vertrekken ^ re" ‘
Ridder of Commandeur, zoo als z.j genoemd^verden, had er een>g
srbikte kamer, alwaar bij ten tijde van het kapiltd. ot de verga
¿ d e r Orde, die echter; uithoofde van de kosten, welke daarmede
eepaard ¡ringen, zelden gehouden werd , zijnen mtrek nam. j ^ v e
deze vertrekken, waren er nog eene gehoorzaal, eene eetzaal, welke met
de afbeeldsels van alle de Lnd-Commandeurs
voorzaal ziinde een . ongemeen groot vertrek , a l w a a r de Stadhouder
W u l e m IV den 26 Julij des jaars 1747 , door ’s lands Staten, deftig
onthaald werd. Ook plagt men al van ouds Vorsten en aanzien-
lifke Heeren , wanneer zij tq Utrecht kwamen in het D u i t s c h e - h u i s ,
tc ontvangen en te herbergen, waartoe het uithoofde van zyne ruimte
^ D e ^ r d e ^ S n het jaat 1190 , gedurende het beleg van St. Jean
d’Acre of Ptolomeis in Egypte, gesticht was bezat reeds vroeg goederen
in het Sticht van Utrecht en een Land-Commandeur voor de balie
aldaar. De eerste was A n t o n i u s v a n L e d e b s a k e van s Prmcenhage , i
omtrent het iaar 1250 , het eerste Duitsche huis aan de westzyde bui-
ten Utrecht stichtte op een , door S v v e d e r v a n R i n g e n b e b g a^ ^ orde
schonken, stuk grond, ter plaatse, waar de St. Geertruidakerk eer
zij in de stad overgebragt werd, gestaan heeft. _ Doch dit hu,sw®d ’
door die van Utrecht zelve , terwijl de stad in het jaar 1545 , door
i e m IV, Graaf van Holland, belegerd werd, voor het grootstegedeelte
in brand gestoken. J a n v a n A b k e l , de zeven en veert.gste Bisschop
van Utrecht, verkocht den Ridderen van het D u i t s c h e Huis in het vol
gende iaar, den grond binnen de muren ,. waarop zy , in het jaar 1041 ,
een ander huis, veel prächtiger dan het eerste, bouwden. _
Naast dit huis werd op een , door de Ridders daartongekocht, plein ,
naast den stal des Bisschops en niet ver van de St. Manakerk ,
kerk gebouwd, welke door zekeren Wij-Bisschop met name ’
ter. eerc van de H. E l i z a b e t h is ingewijd, doch deze kerk is reeds
voorlang afgebroken , zoodat men ter plaatse, waar zy gestaan heett,
thans niets dan eenige overblijfselen daarvan ziet. ,
De Land-Commandeurs van elke balie en derhalve ook d.e der
balie van Utrecht, plagten gekozen te worden door de Cornmandeurs
en bevestigd door den Grootmeester der orde en deze met alleen ,
maar ook de Land-Commandeurs verkozen de Cornmandeurs of Ri ders
, die belofte van gehoorzaamheid 1 van kmschheid en afstand van
alle bijzondere eigendommen, doen moesten. Zy schynen in net we-
reldlijke den Grootmeester en in het geestelyke den Paus voo^r ham
hoofd erkend te hebben. Doch toen het wereldiyk gebied van het Sticht
aan Keizer K a b e l . V afgestaan was , erkenden zy alleen dien Vorst
voor hun Opperhoofd in het wereldlijke. _ ,
De Hervorming en de verandering der Regering^hier te lande, he _
in dit alles nog meer verandering gemaakt. De Ridders deden sed^
geene kloostergelofte meer, en ’s Lands Staten tro 'en e pp
gezag over die orde aan zieh. Reeds in het jaar 1580 besloten deze