Het tegenwoordige huis, thans mede in eenen yervallen Staat, is een
ruim en vrij oud gebouw, tuet bemuurden voorhof en half ronden
toren, rondom liggende in eenen breeden vijver en met veel lanen
van hoog geboomte en singels omgeven. Het beslaat, met de daartoe
behoorende gronden , eene oppervlakte van 26 bund.en wordt thans in
eigendom bezeten door den Heer Martinus A.lexander Baron van Hee-
rehans , woonachtig te Munster. _ _
DEVERE , d. in Dieverderdingspil, prov. Drenthe. Zie D iever.
DEVIK, verbasterde spelling van het voor eeuwen rceds verdronken
d. T e-Wijk, op het voorm. eil. Borssele, prov. Zeeland. ZieWuK (Te-).
DEVIL’S-HARWAR , voorm. wachtpost in Nederlands-Guiana, kol.
Suriname, aan de Cottica, ter regterzijde in het opvaren.
Het was vroeger eene plant., maar werd, op het laatst der vorige
eeuw, bezet door krijgsvolk , hetwelk men daar plaatste, om het bo-
venste gedeelte van de Cottica te verdedigen. De grond is er hoog
en droog j desniettegenstaande was de plaats zeer ongezond, hetwelk
waarschijnlijk veroorzaakt werd door de groote hoeveelheid muggen en
de menigte mompieren door welke men er gekweld werd.
De h u iz e n o p d e z e n p o s t w a r en a lle n v a n p in a p a lm e n p a lm b la d e n
g c m a a k t , e n h e s t o n d e n , t o e n S tedman z ie h h ie r b e v o n d , u i t e e n h u is
v o o r d e n b e v e lv o e r e n d e n o f f i c i e r , e e n a n d e r v o ö r d e o n d e r - o f f i c i e r s ;
e e n g e s c h ik t v e r b l i j f v o o r d e S o ld a te n ; e e n z e e r r u im z ie k e n h u i s ; e e n
k r u id m a g a z i j n ; e e n m a g a z ijn v o o r l e v e n sm id d e l e n ; h u t t e n v o o r k e u -
k e n s , e n e e n b a d h u is . T h a n s b e s t a a t d e z e p o s t n i e t m e e r .
DEWENTER, naam, onder welken de stad D evehter , bij oude
schrijvers, wel eens voorkomt. Zie D eventer.
DEYABOOMPON, st. in Afrika, in Opper-Guinea, aan de Goud-
kust, kon. Amina.
DEYFELSBROEK o f D eiffelsbroek , p o ld . in h e t Land van Putten
over de Maas, p r o v . Zuid-Holland, a r r . Dordrecht, k a n t . Ridderkerk ,
p em . Pernis-Smalland-en-Oostbroek.
Deze pold. beslaat eene oppervlakte van 67 bund. en wordt door denen
molen en eene sluis op de Maas van het overtollige water ontlast.
DEYFELT, geh. in het graafs. W ilti, grooth. Luxemburg. Zie
D eifelt ( 1 ) . '
DEYLEROORD, buit. in Rijnland, prov. Zuid-Holland, arr., kant.
en 2 u. N. N. 0. van ’s Gravenhage, gem. en 20 min. 0. van JPas-
senaar.
Het beslaat eene oppervlakte van 3 hund. 27 v. r. 6 v. eil., en wordt
thans in eigendom bezeten en bewoond door den Heer J osephds de W it .
DGEDE, berg in Oost-Indie, op het Sundasche eil. Java. Zie Gede.
DHELLY, st. in Oost-Indie, op het eil. Timor. Zie Ditn.
DJABAN, d. in Oost-Indie, op het Sundasche eil. Java, resid.
Kadoe, ads. resid. Magelang.
Den 12 Julij 1826 had, in de nabijheid van dit d., eene ontmoe-
ting plaats tusschen de Nederlandsche troepen ,■ onder bevel van den
Luitenant-Kolonel de B ast , en de muitelingen, die in drie sterke
colonnes, onder aanvoering van de Tommongongs S ertjo N egoro en
K erto N egoro, kwamen opzetten. De middelste dezer colonnes werd
door den Luitenant Gilet , met een peloton scherpsch utters , uiteen
gejaagd. Twee pelotons infanterie, onder de Luitenants de B rüiit en
(1) Eveneens zoeke men de overige woorden, die elders wel eeos Dey gespeld en hier niet gevon
den worden, op Dei.
lIiuiER en eenige liuzaren, aangevoerd door den Ritmeester de B urbure ,
rukten met den stormmarsch op de beide andere colonnes aan, dreven
den vijand insgelijks op de vlugt, en bragten hem een verlies toe van
17 dooden.
DJABARANKA, landstr. in Oost-Indie, op het Sundasche eil. Java,
resid. Pekalongang.
DIABBIE , st. in Afrika, in Opper-Guinea, aan de Goudkust,
kon. Amina, waarvan het de hoofdpl. is , 40 m. 0 . van Coumassie.
DJABONG of D ja b o o n g , dis tr. in Oost-Indie, op het Sundasche eil.
Java, resid. Besoeki.
Den 23 lanuarij 1840 zijn , in dit distr., door eene windhoos, acht
inlandsche woningen omver gerukt, waarbij vier menschen het leven
verloren en drie gekwetst zijn.
DJABONG of D jaboong, st. in Oost-Indie, op het Sundasche eil.
Java, resid. Besoeki, distr. Djabong, met Braminsche oudheden.
DJAGARAGA, distr. in Oost-Indie, op het Sundasche eil. Java ,
resid. Socrakarta.
DJAGARAGA, st. in Oost-Indie, op het Sundasche eil. Java, resid.
Soerakarla, distr. Djagaraga, niet ver van den berg Loewoe.
Zij is de hoofdpl. van het distr. en de verblijfplaats van eenen Tom-
mongong. De stad is redelijk groot en van vele fraaije bamboezen
woningen en ook eenige houten huizen voorzien. -De Fommongong
heeft een aanzienlijk huis en niet ver van daar is de passeebaan ,
eene groote markt en een fraaije Moorsche tempel. Men rekent deze
stad op 6000 huisgezinnen , die zieh meest op den handel in rijst,
katoen , garen en hout toeleggen. •—• Er is een groote overvloed va'n
de voornaamste levensbehoeften en men heeft er een fraai gezigt, zoo
op de rivier en het hooge gebergte in het Zuiden , als op de < daar-
omtrent gelegene rijstvelden , waarin wel 20 dorpen verspreid liggen ,
die mede wel K000 inw. teilen.
DJAGERAN of D jagrahan, d. in Oost-Indie, op het Sundasche
eil. Java, keiz. en resid. Soerakarta, distr. Brambanan, aan de Oe-
pak, met eene benting cf verschansing.
Voor deze benting vertoonde zieh , den 23 Augustus 1829 , • het be-
roemde opperhoofd der muitelingen, D iepo-N egoro , met zijne geheele
magt , en eischte van den Tommongong , S emankan M angong d i L ogo ,
en de overige zieh daarin bevindende hoofden , dat zij de benting zou-
den in brand steken en vervolgens allen tot hem overkomen , waaraan
echter S emankan , noch geen der zijnen wilden voldoen , waarop de benting
van alle kanten omsingeld en door het vijandelijke vuur be-
groet werd, hetwelk door de benting, met het beste gevolg werd
beantwoord. D iepo N egoro bevond zieh toen voor het d. Pette, S entot
voor het d. Dalam en Rio P enderdjo , voor het d. D jageran , alle in
de nabijheid van gezegde benting gelegen, en , hoezeer zij door hunne
tegenwoordigheid de hunnen tot eenen dapperen äanval aanmoedigden,
en de twee laatstgemelden in persoon, tot drie malen to e , dien aanval
hadden aangevoerd, mögt het hun evenwel niet gelukken eenig voor-
deel te behalen , maar werden zij telkens , door het vuur der bezet-
ting , met verlies afgeslagen, tot dat eindelijk, de ammunitie verbruikt
zijnde, Mangong d i L ogo den zijnen beval, om den vijand als nu met
pieken af te wachten, terwijl hij zieh, te dien einde , zelf op het ge-
vaarlijkste punt plaatste ; dan , tegen zooveel moed en standvastigheid
scheen de vijand niet bestand te zijn, zoodat hij eindelijk , na eenige
dooden en gewonden bekomen te hebben , aftrok.