patroontasscn, terwijl zij, die deze misten, Lijlen, stokken of vlagge«
voerden. De Haagsche poort, die op de tijding van den aantogt dezer
plunderzieke Lende gesloten was , en bij welke men hen , met vriendelijkc
woorden, zockt op te houden , werd welk aast opengebroken en gaf door-
togt aan den woesten hoop , die, onder het geweldig scbieten met kogels
de stad instroomde. Wederstand bieden was der ontwapehde, burgerij ,
in ten beginne, volstrekt onmogelijk. Terwijl deze zieh, zoo goed als
m die verwarring geschieden kon, wapende, en schikking maakte , am
baat te trekken van h e t, voor bet stadhuis geplaatste , kanon ;, was de
mgedrongen volkshoop reeds in onderscheidene gedeelten der stad aan
et plünderen. Een twintigtal huizen moest der woede van die toome-
looze bende ten doel staan , waarbij zij zeer wel die wist uit te kiezen ,
waar Patriotten woonden, ofschoonmen, bij vergissing, ook de sehend-
j 16 if j n slneg aan het huis van den Oud-Burgemeester de H över j
doch de plunderaars betuigden hier verkeerd te zijn geweest, en ver-
zochten den geplunderde, de geledene schade te willen opgeyen ,
waarvoor men hem alsdan vergoeding beloofde, doch hij voldeed liier-
aan met. Door goede woorden , door eenen drinkpenniog, door ruim
wijn te schenken en door smeekende voorspraak bleven eenigen der
met plundering gedreigden verschoond of leden weinig overlast. Bo-
venal stond het Societeitshuis aan hunne woede ten doel. Het daarvoor
staande wachthuis werd in het water geworpen , welken weg eerlang
ook het aan stukken geslagen huisraad volgde. Het huis werd geheel uit-
geplunderd en zou gewis nog verdere schennis geleden hebben , indien
de burgerij geen wederstand geboden had , waartoe zij zieh van kanon
en klein geweer bediende. Het geweldig scbieten deed de kogels in de
huizen vliegen. Op den stoep van het Societeitshuis werd een Haagsche
plunderaar doodgeschoten ; terwijl er niet weinigen gekwetst werden.
, e,..J|‘uT riJ ’ meer en meer in de wapenen körnende , noodzaakte eine
ij de woedende menigte tot wijken. Rinder dit wijken geraakle
zij, hoe längs hoe meer, in verwarring en het doodschielen van twee der
vlugtenden , deed de overigen hunne schreden verhaasten, zoo dat zij
weihaast tot aan de vest vervolgd, geen andere uitkomst zagen , dan
het water aan het zoogenaamde Duivelsgat in te gaan ; hier ontkwamen
velen bet met zwemmen, terwijl de burgers op hen schoten ; doch eenigen
veraronken ; sommigen wisten nog de Haagpoort uit te geräken :
zoodat D e i f t , voör dne ure in den namiddag , zieh van deze plunder-
hende verlost zag, waarna de stad voorts in rust bleef.
De stad Deeft bezit de ambacktsheerlijkheden : P o o rtlan d , Schoon-
d e r lo o , O v e r s c h ie , H o o g en b a n , ’t H o f - v a n -D e lf t, Yrijen-
Doog-en-W o u d -H a rn a s c h en B ieslan d . In hetjaar 1680
heeltzij ook van de Gravin v a is Aresskerge* het regt van den Levd-
sebendam gekocht. Voorheen bezat Deift mede de heerl. Y o o rb u rg ,
maar deze heeft zij, eenige jaren geleden, aan de gem. Yoorburg
zelve, verkocht. ,
Het tegenwoordige wapen van D e i f t is een schild van zilver, bela-
den met eenen paal van sabel, welke paal , naar men w il, een loo-
pend, water zoude verbeelden. Het schild is gedekt door eene kroon,
e^ . t.e^..w^ederzijde vastgehouden door eenen, klimmenden leeuw. Waar-
schijnlijk heeft Godevaart de B u lte n aw r, Bertog van L o th a r in g e n , aan
de door hem liemuurde stad, een wapenteeken verleend, bestaande in
een kasteel of bürgt,, op eenen vlakken grond, voorzion van eene
groote poort of hamei, waarin zieh een leeuw als brüllende voordoet,
houdende met zijne voorpooten een schild van zilver , gebroken met
«edergaande strepen van sabel. Dit wapen seh ip t, na de vergrooting
der « a d , door Graaf W illem II en F loris V verandenng ondergaan
te hebben : vertoonende toen twee poorten met hameijen voorzien, met
een stroomend water tusschen beiden. De sloopmg der poorten en
boiwerken, op last van Hertog A l brecht , gaf mede eene verandenng
aan het wapen, vertoonende twee staande leeuwen, met een wa er op
een schild van zilver tusschen beide , doch vermoedel.jk hefeft gezegde
A lbrecht, nadat de burgers van D elft weder op de lijst zijner gun-
stelingen gesteld waren , hun wapen , ten jare 1394 , weder veranderd ,
en daarin tot eene blijvende gedachtenis aan zyne overwinning op hen
in 1388 , twec leeuwen gesteld, zoo als die in het wapen van Beyeren
voorkomen. Dit wapen is lang in gebruik geweest, zoo als uit de duiLcn
voor de armen binnen D elft , in bet jaar 1545 geslagen r ge ij ™
uit eene k a a rt, met dat wapen voorzien en van datzelfde jaar, blijkt.
DELFT buurs. in het L a n d tusschen Maas en f r a a l , prov. u e i-
d e rla n d , kw., distr., arr. en 31 u. W. van N ijm e g e n , kant.,. gem.
en i u. N. 0 . van B r u te n , aan den Waaldijk.
DELFT (HOF-YAN-), gem. in D e lfla n d , prov. L u id -H o lla n d . Aie
I Iof- van-D e l ft . , , ..
DELFT (NIEUWE-), naam, onder welken, bij oude schryvers, een
gedeelte en wei het door G o d e v a a r t den B u lte n a a r, Herlog van L o th a ringen
, ’ aangebouwde en bemuurde gedeelte der stad D e l f t , prov.
Z u id -H o lla n d , voorkomt. ■ ...
DELFT (0UD-), naam , onder welken , by oude schryvers het dorp
of gehuebt voorkomt, dat voor het jaar 1071 reeds bestond, ter
plaatse waar nu de stad D elft , prov. Z u id -H o lla n d , gevonden wordt.
DELFT (OUDE-), gracht in D e lft , prov. Z u id -H o lla n d , welke,
naar men wil, nog een overblijfsel zoude zijn van de gegraven vaart
of gracht, waarvan de stad Delft zijnen naam ontleent. N-
DELFT (POORTERIJ-YAN-) of het P oortland , streek lands in
D e lfla n d , prov. Z u id -H o lla n d , arr. ’s Gravenhage, kant. D e lft, gem.
Overschie-en-Hoogeban, 0 . en Z. van de stad Delft.
DELFTSCHEVLIET of D elftschevaart , naam, welken men gewoon-
lijk geeft aan een gedeelte der Y l ie t , prov. Z u id -H o lla n d , die de
trekvaart tusschen Delft, ’s Gravenhage en Leyden uitmaakt. Zie V l ie t .
DELFTSHAYEN, st. in Schieland, prov. Z u id -Ilo lla n d . Zie D elfshaven.
DELFTSLAND , balj. en hoogh., prov. Z u id -H o lla n d . Zie D elfland.
DELFZIJL, kerk. ring, pro v . Groningen , klass. J p p in g e d am .
D e z e ring bevat de volgende 10 gern : B i e rum, Delfzi j l , God-
l inze, Ho 1 wierda, J u kwe r t , Kr ewe r t , Los dorp , Solwerd-
e n -Mar sum, S p ijk en Uitwi e rda. Men heeft er 11 kerken, welke
door 10 Predikanten bediend Wörden en telt er 4400 zielen.
DELFZIJL, gem. in F iv e lg o , prov. G ro n in g en , arr. en kant. A p -
p in g e d am , (1 k. d., 8 . m. k., 4. s. d . ) ; palende N. aan de gem. Bierum,
N. 0. aan deEems, Z. 0. aan de gem. Termunten, W. aan Appmgedam.
Zij bevat de vesting Delfzi j l , de d. F a rmsum , Heveskes, Meet-
h u i ze n , Ot er dum, Ui twierde en We iwerd, de b. Biessum,
benevens de geh. Amsweer , Geefsweer, Hevekesklooster ot
Kl o o s t e r-O o s t e r wi e rum, Ideweer , Ni enhui s , Opmede n,
T u i kwe r t , Wa r v e n en Wi l d e h o f ; telt 622 h. en ruim 4200
inw., die meest hun bestaan vinden in den landbouw, de veeteelt en
de scheepvaart en sommigen in rederijen. Ook heeft men in deze gem.
2 scheepstimmerwerven , 1 houtzaagmolen , 2 lijnbanen , 2 steenbak