n a , aan dat van Scholland te zijn geweest; Mr, D irk M eerman , geb,
in 1567, en f 1631, na, in hetjaar 1613, als Ambassadeur naar het
hof van Engeland te zijn gezonden ; Mr. Govert B rasser , •{• 29 April
1653, als Thesaurier-Gencraal der Unie ; Mr. E woud van der Dus-
sen , geb. 31 Julij 1374, f 16 Mei 1653, die in 1618, als buitenge-
woon Ambassadeur aan J acobus 1,. Koning van Engeland, gezonden
werd; Mr. J acob K amerling, 2 Maartl640, na, in 1620, in state-
lijk gezantschap naar Engeland te zijn geweest; Mr. N icoiaas van
K inschot, geb. in 1584, j- in 1660, als Pensionaris zijner geboorte-
plaats , na eerst bet ambt van Fiseaal van Holland bekleed te heb-
ben ; Christophords D eephicds of Christoffel van D e if t , die , na door
den Koning van Zweden, tot Koninklijkc Rijksraad, Burggraaf en
Graaf van Dona te zijn verheven , in het jaar 1667, buitengewoon
Ambassadeur bij den Staat der Yereenigde Ncderlanden was; Mr. D irk
M eerman , geb. in 1610, j* in '1680, na zeer vele staatscommissien
met wijsheid cn vroomheid bediend te hebben ; Mr. H endrik van B eeys-
w ijk , geb. in 1640, j- in 1703, die in 1700 benoemd werd tot den
liandel met den Franseben Gezant d ’A vaux, ten einde te beproeven, of
de oorlog over de Spaanscke successie niet kon worden voorgekomen;
Mr. A nthony H einids , geb. in 1641, f in 1720, als Raadpensio-
naris van Holland; Mr. D iderik D urven , die van 1729 tot 1732,
Gouverneur-Generaal van Neerlands-Indie was; Mr. A driaan van V reden
burgh, geb in 1680, f 5 November 1739, na, van 1702—1714,
Secretaris van bet Hof van Holland te zijn geweest; Mr. P ieter van
B e e isw i jk , geb. in 1724, f 29 October Í7 9 0 , d ie, tot in het jaar
1787, het ambt van Raadpensionaris van Holland heeft waarge-
nomen.
De Z e e v a a rd e r: Cornelis Mateeief de J onge , die in hetjaar 1605,
als Opper-Admiraal over dertien rijkgeladen schepen , naar Oost-Indie
stevende , en door twee zegepralen bij Malakka, den naam van 1leid
van Malakka verwierf.
In het jaar 1 2 5 5 hielpen die van D eeft W illem II, Graaf van
Holland, tegen de West-Friezen , en kwamen , bij ’s Graven nederlaag,
den 12 Januarij des volgenden jaars, op vijf n a , allen om.
Woefaart van B orsseee , Heer van Ter Teere, en voogd van J an I ,
Graaf van Holland, door zijne heerschzucht in haat bij de gemeente
der Ilollandsche steden geraakt zijnde, zoodat zelfs Dordrecht zieh met
kracht van wapenen tegen hem verzette , begafzich, in het jaar 1299 ,
met den Graaf, in den nacht van 1 Augustus, uit ’s Gravenhage naar
Zeeland , ten einde dáár volk hijeen te bren gen , om Dordrecht, te
bedwingen. Als zijn vertrek uit ’s Gravenhage ruchtbaar werd, kwam
alles in beweging. Men zette de reizigers na , en achterhaalde hen bij
\ laardingen. De Graaf werd naar ’sGravenhage terug gebragt, en W olfaart
moest zieh gevangen geven. Hij werd, nevens zijne vrouw, die bij hem
was, naar D eeft gevoerd, en gezet op een steenenhuis, d. i. slot of
gevangenis , dat destijds aan den hoek van de Choorstraat stond. Het
volk,. met eenen feilen haat tegen hem ingenomen, intusschen op
de been geraakt zijnde en voor het hilis zamen scholende, eischte dat
hij aan hen zou worden overgeleverd of, dat men anders het huis in brand
zoude steken. Die van binnen haalden hem nu van^ boven, scheurden
zijne vrouw , die met hem één lot wilde ondergaan, van hem af, en
stieten hem, wapenloos en zonder harnas, ter deure uit onder het volk,
dat, met eene onbeschrijfelijke razernij , op hem aanviel, en hem door
duizende wonden om het leven bragt.
1foen in het jaar 1304 Guido I , Graaf van Viaanderen , in Holland
geland was, en verscheidene steden , waaronder ook D eeft , Vlaamsche
bezetting ingenomen hadden , waren de Delvenaars echter de eersten
die, door zekeren O kkbnberg in beweging gebragt, de Vlaamsche b ^
zetting ter stad uitdreven, bij welke gelegenheid er eene bloedige
slagting onder de Vlamingen voorviel, naar welke zekere gracht binnen
Delft, nog de V l am in g s t r a a t , en zekere brug de B lo e d b ru g ge-
naamd worden. _ _ 1
Aangezien D e l f t de eenige stad was geweest, die zieh tegen de
keus van Hertog A lb r e c h t v a n B e i j e r e n , tot Ruwaard van Holland,
had durven verzetten, hadden zieh de Delvenaars daardoor den
haat van den Hertog op den hals gehaald. Toen zij nu later den
Kabeljaauwschen en den afgezetten Baljuw van Kennemerland,. J an
v a n B lo em b n s te in , te veel voets gaven , belegerde de Hertog, in het
jaar 1359 de stad. Toen de gracht reeds op een punt gedempt was,
ging de stad, na een beleg van tien weken, over, waarna de ingezetenen
genoodzaakt werden 10,000 oude Schilden (14,000 guld.) op te brengen,
en de stad geheel werd ontmanteld. Naderhand hebben de Delvenaars
echter weder de gunst des Hertogs weten te verwerven, en hem bewogen,
om zulks, door het verleenen van onderscheidene voorregten, te erkennen.
Onder anderen gaf hij hun , bij brief van 8 September 1389, vrijheid
om eene haven te mögen graven tusschen Overschie en de Maas , om
alle waren en koopmanschap daardoor te kunnen vervoeren, terwijl hij
bovendien die vaart veel voorregt gaf, hetwelk de oorsprong van de
tegenwoordige stad D e lf shaven geweest is.
In het jaar 1396, hielpen de Delvenaars Hertog A lbrecht de tegen
hem opgestane Friezen bij Iiuinder verslaan , en de Engelschen, die
in ’sHertogs dienst en van de Friezen ingesloten waren, gelukkig ver-
lossen. Kort voor of omtrent dezen tijd , hadden zij verlof verkregen,
om hunne poorten weder op te bouwen en te sluiten en hunne vestea
uit te diepen.
In het jaar 1420 zoude er eene overeenkomst tusschen die van D elft ,
A lkm a a r en Oudewater gesloten zijn, om elkanders burgers , als
eigen inboorlingen , het burgerregt toe te kennen ; van daar, dat men op
sommige openbare gebouwen de wapens dezer drie steden naast elkander
vond, althans die van A lkm a a r en D elft zag men nog langen
tijd op openbare gebouwen te Alkmaar.
Te D elft werd, in het jaar 1428, de zoen tusschen Vrouw J acoba.
en hären neef F il ip s , Hertog van Bourgondie, getroffen, waarbij eerst-
genoemde het beheer over de graafschappen Holland, Zeeland en West-
friesland afstond, alleen den titel van Gravinne voor zieh behoudende.
De gezegde F ilips vergunde, in h e tja a r 1448, bij eenen brief, door
hem in de maand April te Brussel afgegeven , om de muren weder op
te halen , en die met torens en andere werken te versterken.
In het jaar 1477 togen de Edelen van D elft u it, met die van H a a r lem
, A m s te r d am en A l k m a a r , om A lbr ech t , den tweeden Heer
van Schagen, die tegen den Graaf was opgestaan, tot onderwerping te
brengen ,: hetgeen ook gebeurde.
Eene zware ramp trof de stad D elft den 13 Mei 1536 door eenen
feilen brand, die onvoorziens zoodanig de overhand nam , dat het
grootste gedeelte der stad in körten tijd in de assche werd gelegd.
Het getal der verbrande huizen werd op meer dan 2300 begroot , terwijl
er naauwelijks 300, meest van de slechtste, staan bleven. De beide
parochiekerkcn , met meer andere kerken en kloosters, het Raadhuis,
III. D eel. 16