Het Gemeenclandshuis van Del f l a n d , aan de Westzijde van
het Oude-Delft, is een oud cn deftig gebouw ; dat in het begin der
zestiende eeuw gesticht werd door J a n d e H e j j t e r , Schout van Delft
en Baljuw van Delfland, naar inen wil uit eene erfenis , hem aange.-
komen van zekeren Neurenburger koopman, die bij hem gewoond had,
en ter wiens nagedachtenis hij het huis alom , tot den stoepsteen toe \
met Neurenburger bellen versierd bad. Omtrent het midden der acht-
tiende eeuw werd dit liuis , door het collegie van Dijkgraaf en Hoog-
lieeniraden van Delfland, aangekocht en tot hun gebruik geschikt ge-
maakt, zoo als zij er ook nog hunne gewonq vergaderingen houden ,
terwijl het door den Secretaris van het hoogheemraadschap bewoond
wordt. Boven den ingang staat bet wapen van het hoogheemraadschap,
in de penanten ziet men onderscheidene andere wapens, en uit het
dak van het gebouw rijst een koepeltorentje, van spits en windwijzer
vporzien,
i Het Stapelmagazi jn , op de punt van de Geer, bij de Rotter-
dänische brug, was vroeger het Oor logsmagazi jn van Hol land
geheeten , en werd gedeeltelijk in het begin der zeventiende eeuw ge-
bouwd, doch nog voor het einde dier eeuw te klein bevonden, waarom
men, in het jaar 1691, begon er een nieuw magazijn tegen te bou-
wen , dat in het volgende jaar voltrokken was. Het is een, Vierkant
gebouw , met het wapen der Vereenigde Nederlanden, boyen eenig
oorlogstuig, in den gevel; boven bet wapen leest m en: Armdmeniarium
ordinum Hollandiae et fVestfrisiae (Wapenhuis der Staten van/ Holland
en Westfriesland), en daaronder : Viyilate Deo confidentes (Waakt
op God vertrouwende). Men heeft er den geweerwinkel en eenen voor-
raad van onderscheidene soorten van draagbare wapenen ; vöorts de
verwerij , en er wordt alles in het groot opgelegd, wat tot de artil-
lerie behöort.
De Const r u c t i ewink el , butten de TFaterslootsche poort, in de
zoogenaamde Ilouttuinen, dient, uitgezonderd het, gieten van gescbut,
tot vervaardiging van alles , wat tot de artillerie en het vervoeren daar-
van strekt. Men vindter, onder anderen : eenen ri i m m e r in a n s w i n k e 1,
,eenen Wagenmaker swinkel , , eene Smeder ij en eene D ra a ije 'rij.
In de smederij zijn 30 vuren , 1 dubbele gloeioven en eenige pers- en
snijwerktuigen. In de draaijerij worden, door een stoomwerktuig;van
hooge drukking, met een vermögen van 18 paardenkrachten, verschil-
lende draaibanken en werktuigen in beweging gebragt. De ketels, bij
het werktuig gevoegd, zijn van eene, yreemde, en te weinig bekende
uitvinding van den Heer U t h e te Dresden , en zijn, door hunne
constructie, voor barsten en daaruit voortspruitende ongelukken be-
veiligd.
Hey Labor a t o r i um, waaraan ook, sedert het jaar 1840, het
Schei kundi g Laborator ium verbonden is, op de Paardenmarht,
ter plaatse, waar een gedeelte van het voormalig Clarissenklooster ge-
staan heeft, was vroeger tot S a l p e t e r magazi jn gebezigd, terwijl
de verdere daaraanpalende gebouwen , almede, op den grond van dat
voormalig klooster staande , en vroeger-tot bewaring van: velerlei krijgs-
gereedschap gestrekt hebbende, tbans tot berging dienen van onder-
scheidene soorten van munitie. Later echter is het Salpetermaga-
zijn in een gebouw aan den Rotterdarnschen-wei/ overgebragt, dat
wel zijuen vroegeren naam bebouden beeft, maar tlians, eyen als de
aarbij staande loodsen en gebouweD, tot bcrginff van hout enz. ffebe-
zigd wordt. «
D Ë L.
Het Kl c e d i n g - ! en Tente'nmagazÿn en de Zadelmakers-
winkel , aan het Zuideinde' van het Oude-Delft, met ver van de
Rotterdamsche brug; is, in het jaar 1631, gebouwd, om tot Uost-
indi sch Huis voor de kamer D e l f t te dienen. Daar dit huis echter
te klein bevonden werd, besloten de Bewindhebbers der Oostindischc
Compagnie het , in het jaar 1 7 2 2 , met twee ruime gebouwen aan de
Noordzijde te v e r g r o o t e h , en in die gedaante is het tot zync tegen-
woordige bestemming ingérigt; * .
Bij de opgenoamde constructiemagazijnen heeft men, na het jaar
1 8 3 0 , nog eene ijzergieterij gevoegd, aan het einde van de Bui ten-
Wa t e r s loot , waaraan rneri later door het aanbrengen van een stoom-
werktuig ; eene groote uitbreiding heeft gegeven , zoodat het eene der
belangrijkste werkplaatsert van het rijk is.
Onder de verdere openbarè gebouwen verdienen melding de btads-
Waag , op de Markt, achter het stadhuis, zijnde een zwaar, sterk
pebouw , met twee poorten ; het Stadsbot e rhui s , digt bij de waag ;
de Vleeschbal , öp de Voldersgracht, welke omtrent het midden der
zeventiende eeuw gebouwd is , en met eenen witten arduinsteenen gevel,
in welke ossen- en schäpenkoppen afgebeeld zijn, prijkt ; de Hoofd-
w a c h t’, aan de Groolemdrkt, ter zijde van b.et stadshuis ; en de Bank
van Lee ni n g , in het gewezen Yonde li ngs hui s , aan de ßroer-
huislaan, werwaarts zij , in het begin der achttiende eeuw , is over--
gebragt, uit een gebouw ,: de Kameret ten geheeten, ern scliuins over
de Vleeschbal, nevens de sZeevischmarkt staande, welk laatste gebouw
thans gebruikt wordt tot eene particulière woning.
Het P r ins enhof , aan het Oude-Delft, oudtijds een gedeelte van
het S t. Ag athakloos ter uitmakende, was vroeger een der ruimste
en fraaiste gebouwen van D e l f t . In het begin der Nederlandsche be-
rberten deed Prins W i l l e m I , het tot eene woning voor zieh inrigten #
en van dien tijd af bekwam het den naam van Prinsenhof. Sedert
werden er dikwijls Staten-vergaderingen gehouden , ook werd het Hof
van Holland, in hét jaar 1373, van ’s Gravenhage in dit gebouw overgebragt.
Doch na den moord van den gezegden Prins , die op den
10 Julij 1384 in dit hof voorviel, waar de teekens der kogels nog in
eenen muur te zien zijn , vertrok zijn hofstoet weder naar s Gravenhage.
Later werden er de maaltijden gehouden ter gelegenheid van
het verkiezen der Wethouderschap, alsmede de kerkelijke bijeenkomsten
van de Zuid-Hollandsche en Waalsche Synode ; terwijl het bovenste
gedeelte tot eenen Saa i - , Grein- cn' S t of f enhai gebezigd werd.
Thans dient het tot Kazerne. Behalve dit gebouw wordt ook de
voormalige L a k e n h a l , die almede in een gedeelte van het S t. Agat
ha kl o os t e r gevestigd was, tot Kazer ne gebruikt.
De Stadsdoel en, waartoe, nadat de twee Schut te rsdoelen,
door het springen van den kruidtoren, in het jaar 1 63 4 , vermeld waren,
het Mar ia-Magdalenakl oos ter , op den Verwersdijk, werd
ingerigt, had drie ruime zalen , die met schilderijen, de kleeding en
bedrijven der oude schutters verbeeldende , versierd waren. De voor-
plaats was door eenen muur van de straat gescheiden ; terwijl men
•boven de poort, B e l l o n a , met wapens en oorlogstuig, afgebeeld zag.
Dit gebouw , dat tijdens de vredesonderhandeliugen te Rijswijk tot woning
van den Franschen gevolmagtigde diende, in 1831 geheel afgebro-
ken zijnde, is op de plaats , waar het- gestaan heeft, de Stads - schou w-
b u r g , een fraai en tot het doel, waartoe het bestemd is , bijzonder
wel ingerigt gebouw , opgotrokkcn , zijnde de uitmuntende schilderijen