E S T
derberoemfte Wysgeeren? Dit is zeker, dat
GOD zid verbranden dele woonplaats der alderonwaardigllebewoonders,
doorwelkemiddekn
ook het Hern zoude mögen behagen.
Inraiddels llaat het elk Wysgeer vry , lync
icdachten over de verbrandmg van een ZOO
groot gewiclitvoor den dag te brmgen, bef
o u d e S dat deielve met 2o Heilige Schrift
overeenkomen. Ik hebbe niets te doen mct
die gene , dewelke aUe de aangehaalde plaat-
2cn in leenfpreuken veranderen, en in verbloemde
bevattingen vandealgemeenemoord
der w i d e n vanlCRISTUS, welke zekerlyk
op hei laatft befchaamd gemaakt zynde^men
omkoomen, gelyk B Ä / Jez. XIII. Pto,
Ezecli. XXXI I . Onbekend is het melden geenen,
dewelke, hoe weinig ookmaar, m de
Prophetifdie Sdirillen z y n ervaren, dat een en
dezelve plaats kan genoomen worden in eenen
natunrlyken en geeftelyken zln, toegepaft
worden op den Dwmgelanden van de oudeennieuweTyd
eeuw, op Jeruzalems verftooring,
ende eindelykeverwocftingderwereld
• dat het een het Voorbeeld , het ander
E L Y K E
Zellen van deze laatlle vcrwoefung zullen zyn
verfchrikkelyke krakbgen en knarlllngen.
het f egenbeeld kan zyn. Eindelyk loopen de
bvzondere oordeclen GODS Over deze of gee
e vyanden GODS en Zyner Kerke, even
S s z o o veele beekskens, in dien aldermt^
ftrekften Oceaan van het laalle Oordeeh De
Uitleggers mögen, wat my belangt, vry zwemmenin
de rmme zee door Leenfpreuken; ik
zal blyyen bmnen de kring en grenffen der
Natiiiirkimdige Wysgeerte , en te gelyk by
denletterlykenzin. , , r ,
Het zesde Zegel geopent zynde heeft de
Heilige loannes gezien/on»»» me^an, emtgroott
a a r i i e v m g e , Openb. VI. li. Van deeze
hoogv-liegende Damp, by ald.en 'er die alis
weeanen,a weetmen, dat aan dezzeellvveevvoooorrnnaammee nt lykon
derworpen zyn die Landfchappen naby vimrbraakende
Bergen geleegen, of vmir inharer
boezem voedende. In de alderbmnenfte ver
trekken der aarde is overal eene ftotte dewelke
vTiur kan vatten, en de onderaardfche holen
z y n vervuld mct toegeparfte lacht naar mate
v i n hetbovenopleggendgewiclit; welke liicht
door allerley v-mir, of door eene by geval
voorbygaande Zweefftar zieh op eene wonderbaarlykewyzeuitzet,
ja zelfs zal die oplichten
de vloer van het aardrykzodanig, dat
Dörpen, Steeden, Landfchappen in eene oog.
vvenk, ja fcliielyker byna können ingezwol-
Iren worden. Hier op palTen de boven aanlehaalde
piaatzen Ezech. XXXVIII. 19. lo.
% z . X X I V . 17-19. Even gelyk nu deeerfte
aarde niet aUeen is overftroomt geweefl ten
tyde der Zondvloet, maar eenen gelieelen
ondergang heeft geleden, zoo zal ook opgelyke
wyze deze onze aarde met langzamelyk
verteert worden even als eene glocyende kool
o f glimmende turf, maar zy zal overgroote
fcheuringenenfpleeten lyden, ende medge-
Lukas maakt melding XX. 15. van^riiiw
der zee en -¿aatergolvai. De zaken, gelyk
; g d , ZOO ftaande, ZOG weit de
zee op , en zal tot overftallige fchuimendc
golven bewoogen worden. Ja doorgaans Zöllen
vlammen uit liet midden der golven iiitfciiitteren.
Onderwylen dat de bewoonplaits
der aarde deze droevige noodlotten ondergaat,
ZOO zal op de aarde zyn benaar^tbeit dir
Volkeren mit Imyfelmoedigheil ; de menfclien
zullen zyn hef'jiykindc mn vreezi ende •cer-
'¡nachtinge der dingen die hetairtrykztilleimtr.
tomen. Wieis, bid ik u , zoo llerk, die niet
door de aldergrootlte angft geprangt zoirie
worden, by aldien Iiy in hemel, op aarde,
in de zee. en op het drooge zulke fchrikkelyke
verheiSngen zoude zien : alle zaken zoo geweldadiglyk
bew^oogen : alle dingen den oadergang
dreigende? by aldien hy midden on.
der de vuuren , gelyk als tulTchen den hamct
en het aanbeelt, doior eene vooroverftortende
•ial nederftortende bergen , in de gront gc-
^wolgen Ileeden zag? Maar dat ook de vlammen
zelfs uit het midden der zee mtbarllen,
können getnigen, dewelke in de Archipelgczien
hebben mt den grond der zee opkoomca
het Eiland Santeriiio mha. jaar 1709. Op dezelve
vi7ze, willen eenige, dat opgekoomea
z y n die Vulkaaniche Eilanden naby Sicilie,
namentlyk door aardbeevingcn, dewelkt Ii
grond van binnen opbenrendegeweidige grootegtvaartem
naar boven ßwjjen. Animtan. Marcil-
¡in. XVI I . B. Dezelve opkomft geeftmen ain
een Eiland geleegen tulTchen Thera en Then-
Ca in de Ardiipel, (het is een gedeeltevands
Middelandfche Zee ( voorheen de Egeefclit
Z e e genaamd. ) Getuige is de plaats bySmbo
I. B. waardig zynde om lüer ingevoegd te II
worden. „ Op eene plaats midden tuffchea
„ Thera enTherafia hebben uit de zee «r
„ dagen lang vlammen geicheenen , zoo mt
„ dezelve zee gehed kooktte enheetwas. En
„ die zelvc vlammen liebben allcngskens een
„ Eiland, als door zekere werktiiigen opgt-
„ beurd, en uit klompen zamengelteldvoort-
„ gebracht, ix. iladienindenomtrek,,. An*
dere voorbeelden van dit zoort gaa ik nu »
zwygende voorby. Wanneer dusdamgeW'
barllingen geheuren zullen tegen het eindcdet
wereld, en in verlcheiden Z e cn, zoo zal IW
geen wonder zyn by aldien de zeSn tot » »
ftaltige golven zullen opgeheevenworden, alle
ondefliandeling tnHicn Volkeren aan daie
en de overzyde der zee geleegen allny
d' eniüdee.. ,
Uit het gezegde is gemakkelyk te oorae^-
len , hoedanige veranderkig op het droQB
toekomllig is. ¡ohannes heeft gezien aüe k
f en en eilanden kwaagen «it hare flaatzen. u
ergachtige toppen zullen mftorten mct geu»
N A T U U R
en geknarfcli, de valleyen zuilen aangevuld
worden . de fteeden ingezwolgen worden,
L a n d i c h a p p e n , JiiJanden, even gelyk alshuilen,
dewelke door de vlanirae verteert zynde
met de fciiooren, balken en gehele zolderingen
ter neder ftorten. Ook zullen van dien ondergang
niet vry zyn die bergen in het Noor-
(len eeiiwig met ineeuw bedekt.
Godlooze j alfchoongy zoud vluchten voorby
¿t Sauromaten, en de yszee, zoo zultg) u doch
van deze vlammen niet bevryden.
By aldien w y met K R I S T U S ende den
Apo.(lelen de oogen ten Jiemel ophelfen, zoo
komt ons wederom iiet alderdroevigft gezicht
voor oogen. De Zonne zal verduißert worden,
ende de Mane en zal haar fchynfel niet ge-
-vm. Matth. XXIV. 29. - De Zmne zal ver-
¿nißert worden, ende de Mane en zal haarfchynfel
niet geven. — De Zonne zal verändert worden
in daifiernis ende de Mane in bloet. — Johannes
heeft gezien de Zonne [wart vjordenals
(in haaire zak , ende de mane als bloet. "Wie
zal zig in een zoo groot droevig voorval van
zaken over eene zoo groote verandering der
dingen verwonderen ? By aldien de geheele
rondom hec aardryk leggende damp met vuur,
rook, uitwaaiTemingen zal vervuld worden f
Ten getuipen brengen wy by den naaltgelecen
aan den Vefiivius en Eüma. Hier verdiend
bygebraclit te worden de plaats uit Dio»
Cäßius in zyn XVI . B. vandenMiurvlammenden
Vefuvius ten tyde van Titus Vefpalìanus,
door welke de tot liier toe veriiandelde zaken
te gelyk worden bevefdgt. „ Naderiiand is
j, eene overgroote droogte daar op gevolgt,
5, en fdiielyk zodanige aardbeevingen zyn 'er
„ ontfcaan , dat die geheele grond opborreljj
de , en de kruinen der bergen nederzon-
3. ken. Hier by kwaamen zoo wel onderaards)
fche ¡oeyingen, even gelyk donderllagen,
» als boven het aardryk gebulk. Daarna de
55 zee te gelyk te gonJTen, de gehele luchtals
» te gelyk te klinken, en eene fchiclyke en
3> zeer groote kraking geJioortte worden even
als te gelyk nceritortende bergen. Toen
3> ecrft uitfpringenovergTooteileencn, entot
H de hooglle toppen toe komcnde: daar op
V eene groote menigte vuurs en rook, zoo
« dat die de gehele lacht verdonkerde, ende
53 Zon verdiiiJlierde niet anders dan o f dezelve
» hezwyrade. Derhalven wierd de nacht uit
H den dag, en de duifcernis kwam iiithetlicht
3) voort, zommige meinende dat de Reuzen
» onder den I anderen oproerig wierden, om
» dat ycele beelteniiTen derzelver in den rook
" gezien wierden, en dathetgeluitvan trom-
» petten wierd gelioort. Anderen waren van
gedachten, dat of de wereld wederom tot
" ^ene Bacycrd zoude gebracht worden , of
door het \auir worden verteert: ookomde-
» ielve reden liepen veele ten huize iiicopde
« Itraaten , anderen namcn van de ftraaten
K Ü N D E . 16 4 9
„ toevlucht in de huizen, ende hebben zig uit
„ zee op het valle lant, cn van het vafte lant
„ op zee begeeven : alle andere gdegend-
5, lieit veiliger dan de zyne aditende. Daar
55 was ook eene zoo groote overvloed van
„ affche, dat dezelve de aarde, dezee, jade
„ lucht zelve vervulde. Welke zaak zeer
„ groote fchade , gelyk eens iders nöodlot
„ heeft medegebracht, veroorzaakte niet al-
„ leen aan den mcnfchen, landlioeven en vee,
„ maar ook alle viiTchen en vogelen heeft ge-
„ dood: en twee geheele Steeden Herciilano
„ en Pompejos, tervvyl het Volk op het
„ Schouwburg zat ten eenemaal heefi; bedol-
„ ven. Ten laatilen is 'er eene zoo menig-
„ vuldige afcli-lluiving gewceft, dat dezelve
„ tot in Afrika , Syrie en Egipte is overge-
„ waait; en tot Romen is binnen gedrongeuj
„ en derzelver lucht heeft vervult, ook de
„ Zonne verdiiiftert. Dit is te Rome voorge-
„ Valien weinige dagen daar na, wanneernie-
„ mand dat wi i l , het welk in Kampanie ge-
3, beurd was, ook dat niemant kon raden,
„ wat het mögt zyn. Derhalven zyn ook ¿ e
„ van gedachten geweeft , dat alles het on-
„ derfte boven wierd geworpen, en dat de Zon-
55 ne op de aarde viel en dat de aarde ten he-
5, mei opklom,,. De zaak is zoo niet te begrypen
als o f de Zonne inderdaad, gelyk ten
^ d e van den Lydenden enStervenden ¿RISi
U S is gebeurd , zyn licht zoude verliezen:
dezelve kan met hare volle gloor verlichten,
gelyk die eerfce verwarde Klomp der aarde by
de cerile Schepping, zoo ook in deze laatlle
verwarde dooreenmenging van Jiet aardryk,
maar zy dringt niet door zoo dikke en verwarde
om de aarde leggende damp : waar door
dezelve dan eensgeheel onzich tbaar word, dan
eens onder verfcheiden en verfclirikkelyke gedaantens
zal te voorfchyn komen, naardeverfcheidentheit
der ombuiging van de ftraalen,
fwart, bloedrood, bleek. Ik wil niet twiften,
by aldien imant in de Zonnezelvegebrekvan
licht kwam te ftellen ; by aldien de vlekken zodanig
vermeerdert worden, dat z y het grootlle
gedeelte van dit gelternte overdekken zullen
, ook zullen andere Planeet-bewoonders
deze merkwaardige en eyndelyke verandering
der aarde können befchouwen. Beiliptelyk te
wÜlen bepaaJen, lioe verre deze verand'erinrtg
in de draaikolk der Zonne, of andere
Vafte Starren henen ftrekken j is kwalyk uit
te voeren.
Tot deze laatfte gedaditen können aanleiding
geven Mattheus, Markus en Lukas, dewelke
uit eene mond zeggen : de krachten der
hemelen zullen beweegd worden, Lukas 'in de
Handelingen der ApoHelen : dat ''er teekenen
zullen zyn in den hemel boven, Petrus ; de hemelen
door vuur o?ttßeeken zynde zullen vergaan.
Johannes zeif heeft gezien den hemeliveggeweekeri,
als een boek dat toegerolt wort. Openb. VI.
, .j 'Tni]
'ii
Ii
•
| i
1 :