N A T U U R K U N D E . i( i o t
Dog op dat gy moogt iveeten , dat de Zone des menfchen macht heeft op der aer^
den de x^nden te vergeeven {^eide By tot den Geraakten) Ik^ 7:^gge ti, flaat of>,
ende neemt mv heddeken op , ende gaat henen naar uw huis.
Ende hy terßond voor haar opßaande (ende) opgenoomen hebbende 'f gme daar hj
opgelegen hadde, ging henen naa zya hm, G 0 D merheerlykende^
Deez.' Prem verbeelt ons een der grootße wonder^-erken,
Gedaan door d'abnagt van GODS Zoon^
Die, op dat hy zyn magt verteon' ^
Om zyn difcip'len w biin zwak Geloof te fterken^
Een zwaar' Geraakten, ziek naa V lichghaam en den geefii
Door weinig'' woorden, in een oogenblik, geneert.
Zyn Godheid toonde hy door 't nitten deezer reden:
Z y t welgemoedt, en weell verblyd,
Myn Zoen! ik fchelde uw misdaan kwyt:
Staa op, aanvaard uw bedde, en wüt naar huis toetreeden
Dl Zieke ryß terßond ten bedde uit, is Myed-,
En hy begajt zieh naar zyn huis toe mit zyn Bei.
baar rpemde hy de gimfl; deor GOD aan htm heweizm.
i Lmßcrde oiize Ziel altyi i
Naar de infjraak van GODS geeß met vhts
Huks zagen 'jiy de kwaal van ons gemoed gtneezen:
Wy zouden rrnde, als dien Geraakten, mt het ßof
Der aar de ons heffen, en verbreiden V Heeren lof.
T T An de Gerdaktheit, voornamenüyk van
V "de verouderde, leeraart en de rede en de
ondervindmg dat dezelve oi ten eenemaal ongeneeBelyk
, of zeer bezvvaarlyk te geneezen
is. ffier ontmoetmen een Elcndeling aan deze
ziekte te bcd leggende, welken vier mannen
droegen op eene matras of niftbeddetje.
Deze Word aanftonds zonder eenige toevoeging
van geneesmiddelen naar ziel en ügliaam
geneezen. De geneezing word volbracht door
Sprcekwyzen, dewelke GODS oneindige
Macht zonneklaar aantoonen. Eene van
deeze is : Zorn, uwe zonden zm u vergeeven:
de andere : Staa of , netm uw beddekea op, en
gaat henen naa uw huit. Zoo gezegd , zoo
gedaan : En ofßaande i,ing hyleneSnaa ^yn
hms Uit de omftandigheden is het geoorlofd
te belhuten , dat deze Geraaktheit^e alderzwaarfte
is geweeft, door eene onbeweeglykheit
yergezeld, alwaarom hy door anïeren
moeft gedraagen worden. En dat het geene
Beroerdheid geweeft is, maar eene Geraakttat,
blykt Jaar uit, dat l,y zyn verfands
KR l i ^ r f / ' ^ ' i ' in gelDove on
Markus II. Ende met konnende fot hem f l
«aken overmits defchare, ontdekten zyhetdak.
daar hy was: ende dat opgebrooken hebbende,
lieten zy 't beddeken neder daar de geraekte op
i-?^. Lukas V. 19. Ende niet -uindendewaar door
zy hem mbrengen mochten, overmits defchare.
ZOO klommen zy of het dak , ende lieten hem door
de tmhelen neder met het beddeken, in het midden
•voor JESOM. Tot oploffing van dit
twyfelachtl« drad aangemerkt te worden,
dat de Ooiterfche Daken plat waren, weike
gedaantemiflchiendealdefoudfteis, en met
de natuur overeenkoomende : want het aleemeen
gebruik der daken is het huis te bewaFen
voor het ongemak der regenviagen, dewelke
zelve om dat door de platte daken niet terdege
m malkanderen geploegd gemakkelyk können
doordringen en degebouwenzeernadeei;
i ''y ™ Tyden de
atliellende dakenmtgevonden, waarlangshet
regenwater veei gemakkelyker kan aflo?pen.
Hoor Vitruvius Architeß. II. B. i.kap. „ An-
« deren timmerden de wanden van gedroog-
„ de klei-klompen , door metzelkalk dezelve
» by eenvoegende : en om de llagregens en
,> bitte te ontwyken, dekten zy dezelve met
» netengroenetäkken: naderhand, omdat
)> wegensde winter-buyen de daken niet kon-
„ den de llagregens doorftaan, Zoo leidden
„ zy, topgevels makende, de benedenlle dee-
„ hellende daken,,. Hier uit blykt bet, dat
de oude eenvouigheid vergenoegdisgebeert
met daken van kirnten aarde, of met net gedekt.
à:
i »