l6-]i
1 r i :
G E E S T
aan Polycarfus, en den 12. aan Apollophanes
van deze aldergrootfte zonnetaning te Heliopolis
in Egipte gezien , van dewelke by Suidas:
Of de GOD der natiiur lydy of heeft met
etnen lydenden medeiyden. Dat de Schrifcen van
dien Dionyfius vervalfclit zyn of verdicbt heeft
Joannes DalUus reeds al overal aangetoont.
Van meer gewiclits is het getuigenis van
Phlegon den "B-alUaner , dewelke een Vrygemaakte
van Auguftus ofHadrianxis eennaeuwkeurig
Tydrekenkundige genaamd word by
Eufebius in zyn Canon chronicus in het Leven
•van T'.berius, en zyn Kronyk in Olympiades
XIII. ß. De geheele Text van Eufebius luid
aldus; uit het Griekfch vertaalt zynde: „ jE-
„ SUS KRISTüS de Zone GüDS, onze
5, HEERE lieeft geleeden volgens de Prüfe-
„ zyen in het XVIII. jaar van Tiberius, op
5, welken t y d , zulks getuigende de ongewy-
„ de Heidenfclie Scbryvers, wy leezen dat
„ de Zonne is verdmfterd , dat Bytiiynie
„ door eene aardbeeving is gefchud gewor-
„ den, dat te Niceen veeleTiuyzen zyn in-
„ geftort. Alle welke zaken overeenkoomen
5, met die dingen , dewelke de HEERE ly-
„ dende zyn voorgevallen. En van dezezaak
35 fcliryft Phlegon , een naeuwkeurig Tydre-
„ kenaar in het X1ÍÍ. Beek der Olympiaden
j, dusdanig ,3: Op het Vierde Jaar van de
CCII'ä«. Olympiade {het is eene vierjarigetyd)
is 'er de aldergrootile Zonnezwym geweeft
van allen , dewelke te vooren gezien waren.
Want Dp de zesde uure van den dag is 'er
eene zoo duiftere nacht ingevallen, dat de
fterren aan den hemel flikkerende konden gezien
worden. Op die zelve tyd heeft eene hevige
aardbeevmg Bidiynie doen fchiidden,
en in de Stad Niceen veele huyzen ingeftorc.
„ Dit fchryft de voorgemelde „ {Phlegon):
,5 Dat ook op dat zelve jaar onze Zaligmaker
„ heeft geleeden getuigt het Eiiangelium van
„ Johannes, waarin men leeft, datKRIS-
„ T( J S van het XV. jaar van Tiberius afge-
„ preedikt heeft „. Ook beroept zig Orígenes
Over Matthens m het XXXK Tra6taat op het
getuigenis van Phlegon, dat onder het oppergebied
van liberins eene Zonnezwym is voorgevallen:
en in zyn II. B. legen Celjus. Ook van
de Zonne ten tyde van den Keizer Ttberhis veräuiflerd,
onder wiens regeering dat men gdoofd
KRISTÜS gekruiß te zyn, en van groote aardbeevmgen
toen gefchied heeft Phlegongefchreeven
in het XIU. ofXI^. Boek zoo ik mecne. Verder
leeft men by Africanas, volgens Phlegons
verhaal, dat onder Tiberius de Zonne verdiiiilerd
is geweeft by de Volle Maan. In welk
getuigenis van Phlegon dit zekerlyk opmerking
verdient , dat het XVIII. jaar van Tiberius
, het mir van den dag, de grootte van
de Zonnezwyn, en op dien zelven tyd eene
verwekte aardbeeving overeenkoomen met het
Euangelifdi GefcliiedenisverJiaal zelE Ook
E L Y K E
merken de Sterrekundigcn aan, de rekeningen
zynde opgemaakt, dat op het IV. jaarvan
de CCII. Olympilche Speelen geene Zonnezwym
in Azie geweeft is, welke door PÄ/eöo»
zoude hebben können opgemerkt worden. Welk
IV. jaar van de CCII. Olympifche Speelen begin
heeft genoomen ophet XXXII. jaar vanKristus
na de Zomer zonneftand , Zie Kirch.
Mifcell. Berolin. Co?m'». 1. bl. 159. Tot getuigen
haalt Eufebius nog andere Griekfche
Tydrekenaars daar by, b y n a m e j , dewelke
dus fcliryft: de Zonne heeft zigbegeeven^
Bithynie is gejchiid. te Niceen zyn vele dingen
opgefprongen. Van deezen Thallus meld ook
Jfrtcanus by Grotius over Mattli. XXVII. 4^.
Anderen onder de Kriften Kerkvaderen zoo
wanncr zy den Heidenen hebben tegengeworpen
deze alderzeldzaamlte en verbaafdmakende
Zonnetaning , hebben zig op de Scaacfciiriften
en Openbare Handehngen beroepen,.
Dus Tertullianus in zynVer-'Jjeerlchriftk^i.zx.
Op dat zelve ogenblik is de dag , de zonne dt
aar de half befchynende, ingetrokken. Zy hebben
het waarlyk eene bez"jvyming gedacht te zyn,
die ook met geweeten hebben dat dit over KRISTÜS
voorzegd --^as, en echter hebd plieden dit
voorval der wereld in uwe Staatfchriften. De
H. Oudvader had Phlegon zelven daar door
'erftaan volgens het vermoeden var
N A T U U R K U N D E
Scältger in zym Aanuekimngm over Ettfibm
bl. 186. Vsm deze Zonnezwym door Plilt
gon aangeteekend moet niet verzweegen worden,
dat deBeroemdeStarrckiindigeXi/iiim
TM. RttdolfUn. kap. 17. bl.43.niel:vermeiinl
dat dezelve overeenkomt met onze Lydelyke,
om dat het IV. jaar van de CCII. Olympiide
overeenliomtmcthet XXXII. van KRISTÜS,
maar dat de Zaligmaker geleeden heeft opliet
XXXI. ¡aar. Maar daar tegen toont Rkad«
Chnml. Reform. I. D. VIII. B. n . e n ii.kapp.
uit verfcheiden gevoelens over het jaar van
KRISTUSdood.verrchillendetiiirchenhetialt
der leeftyd XXIX. en XXXVI . dat gevoden
het befte is, het welk KRISTIIS Lyden ei
Dood brengt op het XXXllI. jaar van da
lirillenen tydwortel. Dit bewylt hy niet alleen
uit deze zelve Zonnetaning, maar ook
daar u i t , dat KRISTÜS is geftorven op d«
jaar, in het welk de Paafch-Volle-Maan mviel
op de zesde Feeftdag ( i - i™) , Pilatus Stad-
EuangeUc.^m?. III.5-
maakt mclding van eene andere, en eene onder
dealdergrootften, Zonnezwym inCimi
gezien , getuigen zynde de Chineefclie Jaar-
Boeken op liet VII. jaar van de f
van de Chineefche Tydkring XL VI. Ii« lijaar
, het welk invalt op het XXXI. jaar van
KRISTÜS. Op dit ¡aar heeft eenegcwoonc;
lykeofnaturelykeZonnezwyn, m Chmies»-
genoegzaam ¿anmerkelyke Zonnetaning ni»
ten waargenoomen zyn geweeil op
j j a y , namenilyk van 9. diiim en 16. mimiuten,
volgens de uitreekening van den Beroemden
Kirchms in het aangehaalde Boekbl.
,33. gelyk ook het voOrgaandc jaar het VI. te
¿nangunt of het 30. van de Chriftelyke Tydwortel
eene andere grooter omtrent van 11.
duim, ZOO dat de geroemde Kinhttis hetniet
noodzakelyk oordeelt in plaatsvandenatuurelyke
eene hovennatiiurelyke te Hellen , nademd
het jaar, de maand en de dag van de tydrekeniîig
en ••jjaarneeming ten ecnemaal overeenkoomen.
Achter het fdierm van ftilzwygenmoetnict
fdiiiil gehouden worden, dat, volgens de
nltrckening van Ricciolm Alma^. I. D. V. B.
18. kap. 5. op den avond van dien zelven
dag, waar op de Zonnetaning by het Lyden
tc Jeruzalem voorviel op dat uur-omtrent van
Zonnen ondergang heeft können opgemerkt
worden daar ter piaatze de Maan-verdmftering
van Ó. Diiimen, welke gednnrd heeft tot aan
9ï. imr, op het welk de [oden gewoon waren
tat Paafclilain te eeten.' Zoo'dat derhalven
mar de letter zyn vervuld geworden de Godfpraaken
van het Oude Sondhoek, [oel 11.31.
5f Zonne zal verändert 'zvorden in äuißerniffe
n de Mane m bloed. Ezeeh. XXXII. 7. 8. Ik
M! den hemel kdeiten, mde zyne flirren fwart
mám: Ik zal de zonne met 'Jielkn htdekken,
tnài de mane en zal haar licht niet latenlichten.
Me lichtende lichten aan den hemel, die zal ik
m uwent wille fwart mahn: ende ik zal eene
hißtrniffe otier ti'ialandmoken,ffreekt de Heere
HEERE. Amos VIIL 9. Ende het zal te dien
kge grfchiedm, fpreekt de Heere HEERE,
ht ik de Zonne op den middag zal doen onderlam
, ende het lant by lichten dage verduyßiren.
vs. 10. Ende ¡k zal «we Feeßin in
miwe, ende alle H"jae liederen m ".s^seklage veränderen.
Uit de beginffelen der Starrekunde Haat het
vall, dat de gewoone of natuurelyke zoo ge-
Mamde Zonnetaaning veel eer is eene verdüiftcring
der aarde dan wel van de Zonne:
dt; Zonne verduyftert niet , maar die kan met
P'ne Itraalen wegens het tiilfehen inieggende
ligliaam van de Maane het aardryk nie't verlöten.
Maar deeze, waar van hier word ge-
'praoken, is eene wäre Verdiiillering der Zonjitzelvc
geweeil, alhoewelbygevolgookvan
na aardryk. De Zonne wierd verdtiyßert. Ja
Wfs zoud gy in de alderdikfrednifterniiTeninewonden
liebben gezien niet alleende Zonne
liet aardryk, met alleen het Joodfche
Und , mjjr jg geheele aarde zoo wyd die
™!;atrekt was, ja niet alleen het aardryk,
•far den geheelenplaneet-hemel, alleDwaal-
' " r e n zoo wel die van de eerfte als tweede
rang of groo
tte, met hare inwoonders, inde
geheele Zonne draaikolk. Sedulius
- - - De Zonne door eene wölk degUnßerende
ßraalen verbergende heeft zig fihnil gehouden
met een zwart bleed zynde bedekt, tn heeft
de bedroefde inereld bezoedelt door roawklag-
De gewoone Zon of Aarde-Verduiiieringen
Valien doorgaans voor by tyde van de
Nieiiwe Maan , maar deze by het Lyden is
gebeurd ten tyde van het Paafehen , by cevolge
by de Volle Maan, op dewelke dèaarde
geplaatft IS geweeft tiiffehen de Zonne en
de Mane, en derhalven tulFchen de Zonneea
het aardryk niets, het welk den Zonnellraalen
beletzel kön aanbrengen. Een ander, en
een betoogend bewys van het wondefwerk der
Godheid het welk gebeurd is, verfehaft de
diiiirzaamheit. De natuurelyke , fehoon geheel
en al zynde , ftrekt zig niet langer uit
dan 3. of 4. mimmten. Maar deze bovennaturelyke
heeft drie uuren lang geduurd, van
de zesde uure totdenegende, datis naar onze
manier van fpreeken van de middags-uure
tot de derde des nademiddags. DeOnderftelling
des Hemels tot het jaar van liRISTÜS
3 3- den 3. April ten i . uuren des nademiddags
geftelt op de Jeruzalemfehe Middaglyn
^ te zien b y > » a » M Comment. in Sphrnm
Joh.de Sacro Bofco, hl. i^6.
Op wat wyze nu G O D dit wonderwerk in
net lighaam der Zonne heeft werkllellig gemaakt
, het zy door uitbreiding van de vlikken
der Zonne, of met dit alderhelderlle lighaam
m eene dikke fchorlfe te bewinden, Sf
met de midddpunuge afltraalende krachten te
rüg te trekken können wy niet bepalen , nademaal
G O D die kon gebruiken door ontelbare
middelen , van dewelken geene ons bekend
is. Dat liier gelde de zetregel van Joieth
Scaliger : '
Niet te -willen -jjeeien , het geen de opperfle
Leermeeßer niet wil leeraaren, is eenegeleerdc
onkiinde.
Men leeze
Sigifm. Kißling Dijf. de labore Solis laioranteSoleyiißitia.
Pneßyoh.Jndr.Schmidt.yenie
:ó83. in 4.
Theophr. Sigf. Bayer de Eclipß Sinica Uber
Smgtilarts , Sinarum de Eclipß Solls, qnx
CHRISTO m crmem aCto fa£fa effe ereditar,
judicium examinans. Regiom. 1718. en 4
Pofaer Difp. Phyß de fingnUribm ac mirandts
quibusdam, ¡¡«a morte CHRISTI in natura,
acciderunt, tttrum à natura fuerint.
Chrißfried Kirch Brevis Difqmßtio de Eclipß
Solis, qu£ à Sinenßbus Anno 7. §uanguuti
notata efi. In Mifcell. ßerolin. Contin.Lp. 133.
h h Matth,
J