I' 1:
f't!
i ;i i
N A T Ü Ü R K Ü N D ^ E. 1609
•etm kennijfe, min volk en verflaat niet. ' In
îiet Bye-Scliool wierd Horatius onderweezen
ÏV. B. Lierzang.
De Vrage komt wederom over de w y z e op
welke de ßangen. voorzichtig , de âiiiven oprecht
können genaamd worden. De val der
Eeriïe Menfclien levert op ecn droevig voorbeeld
van der Slangen argeliltigheit. De Slan-
•ge "Wds lißiger dm al het gedierte des velds^
Gen. III. I- •z.QÏÏsheeftzy Eva door argUßigheit
bedrooge», 2. ICor. X L 3. In eenen verbloemden
zin kan: aan de Slange toegefchreevcn
worden en voorziehtigheit en loosheit, namendyk
eene tiügwerkelyke vaardigheit om
zieh uit lagen te ontwikkelen , zieh voor gevaren
te bevryden, te weeten doorharewonderlyke
kronkelingen. Die geene , dewelke
hier ter gunfte van de redelyldieit der beeilen
eenen eigentlyke zin opvat, zal zieh nietontwarren
int voorkomende zwariglieden , maar
. veel eer zieh daar in verwarren: gedwongen
-zynaandcn hemel, fterren, Jucht, jaaande
•eheele wereld reeden toe te fcliryven. Over
leeze zaa'c kan meer dingen riagezien worden
op Gen. III. I. alwaar wy geleeraart hebben,
dat wy Ondet* den naam des verleiders geene
natiuirelykc , maar eene verborge flang verftaan
moeten. Even zoo is het met der dui-
•ven oprecht igheit geleegen, welke T^f/swook
^verklaart ¿oor phrone) voorzichtigheitj erkennende
fhronimon voorziclitig, en ukeraion,
eenvoudig voor woorden van eenerlei beduiding,
in Chil. IX. Hiß. 263.
• „ Dog zyt my eenvoudig gelyk deduiven,
35 en dat beteekent engeeft het zelfdeteken-
33 nen. Want de diiiven worden eenvoudig,
,3, opreclit, gezegdop die wyze voorziciiüg,
3, gelyk Nöachs duive genaamd word,,.
En beftaat volgens Jzetzes de voorzichtige
eenvoudiglieit der duive daar in, dat de gelo-
I v i g en naar de Kerk toe vl iegen, volgens het
'voorbeeld van Noachs duive naar de Arke,
om nooit door eenig gewcl t daar van afgelchei-
;dcn te worden. Nociitans moetmen aanmeriken
, dat de flang van de duive word onderfcheiden,
en zoo ook in de Griekfclie Tale
van akeraioo , voorziditig van opfecht,
ja tegen onderfclieiden word , zoo
nociitans, dat in eene zeedelyke toepalTing
z y onderling können vermengd worden. Dus
by Martiiihs Vuntd. 47,
lüligheit
tigheit is dwaaslieit. "Sy Salomon zult ev
meer als eens deze twec lioedanigJieden vmden
tegen den anderen gefeit Spreiik. I. 4
De Wysheit i^ecft dm ßtchtm kiockzimirhat.
VIII. 5, Gy ßcchte, - • • ••
XIV, I f . Dt Siechtegebofl alle -jüom:
de kloekzinnige merk op z-pungang. XIX. 15-
Bejiraft den verflundigtn hy aal weunfihaf be-
XXII. 3. Een khekzinhig menfche ziet
'et kwiiat, ende •verbergt zicÉ): tiiaar deßech-
'tefi gaan heenen door en worden ¿eßraft. De
Slang word lißig genaamd Gen. III. i. maar'
ài'iaivefhothâh.lioz. VI I . T.i.bot: Ephram
Ii ah eene botu duwe, zonder herte, En misfdiien
heeft ERISTUS op die twee plaatzän
van het Olide Teftarüent het ooggehad, wel-:
ke wy zoö aailiïonds hebbeli aangehaalt, alhocwel
in beiden geéne deügden, maar ondeiigden
iiitgednilit worden. Evenwel moetmen
weeten, dat het woord Arom ook word"
fenoomen' voor voorzichtig, wyö, gelyk in
e bygebrachte piaatzen van Salomon, en Zoo"
Pethi voor eenvoudig, ecriyk. Gelyk ook in
de Hoogdnitrdie ipraak dubbelzinnig zyn Ufiig
eneinpltig , aan ondeiigden en deugden gemeen.
De deugd vertoont zig door eenegepafte
vereeniging van deeze eigenfcliappen,
gelyk de Geneeskundigengewoonzynenkonnen
heilzame geneesmiddelen toebereiden uit
de zamenmenging van tegengeitelde zouten,.
van icherpe geeften met enkel overgehaalde
wateren. De regeerfter der oprechtigheit zy
de voorzichtigheit, en van devoorzichtigheit
de oprechtigheit, ongeveinftheit: opdatgene
niet in argliftigheit, deeze in dwaasheit hervormt
Wörde. Voortreffelyk zyn de woorden
van III. B. Brief. „Devoorzich-
„ tigheit door eenvoudigheit gematigd baart
„ zekeregoddelykezaak, dat is, eene deugd
3, iii allen deelen volmaakt. Maar als de eene
„ af'geicheiden word van de andere, 200 ver-
„ valt de eerfte tot verkeertheit, dog delaat-
„ fte eindigt in dwaasheit,,. Zoortgelyke zaken
zult g y leezen by Gregor. vm-Nazianze,
de Patre Ural. 19. Hieronym. ad PauUmm dl
Inßittttione Monachi. Fanfl. de Lib. ArbUr. II;
B. laatfie kap. Gregor, over Job I. B. 1. kap;
S.Bernard. 327. Âne/: ^ i fara« beteekent b y
zommigen het zelfde als akeroos, akeratos,
die gene lioorens heeft , ablakys, onnozelv
oprecht ; nmr met meerder reciit wort iikeraios
afgeleid van de uitfluitende a, en keraoo,
ik vermenge, derhalven beteekent het eenen
menidi, die op de rechte weg gaat , welke het
gewiiTe van alle valfcUieid vervreemd opgeeft
ende leeraart. Hier op ziet de vermaning des
A p o f e l s Rom. XVI. 19. overeenkomende
met de berichting van K R I S T U S . Ik wil
dat gy wys zjt in 'tgoede , doch onnozel in 't
k'-.vaade,
Het valt ZOO gemakkelyk niet om te zegg
e n , v.-a.iirln dçT dmven oprfchtigheit beftaat,
o f daar in , dat dezelve duld dat hare jongen
haar worden ontrukt, en gedopd worden,
m echter wederom naä haar neft k'eeieil ? daar
in tegçndeel andere vogéis tegen fperwers .en
andere roofvogels hare jongen verdeedigen
dikwyls met verlies van eigen leven ten minften
met een klagend gekweel de fchade beklaagen.
Dusdanige gedachten zult g y vin-'
den
iiäi