II I -
i i . i
,1'hiiti I
¡sui' ' i: Ih
V
ij I i ' "
M
.Iii;
r / . L
I! 4 '
Li,, ,,
i l i
1 6 1 0 G E E S T
den by den Arabiers en den Kerkvaderen,
TheodoretuSi Theophyla^us^ Hieronymus. In
tegendeel können anderen niet genoegzaam de
üetdeneiging der duiven tot en voorharejongen
prvzen. Lees Anflot. Hiß. IX. B. 7. kap.
iJsUan. Hiß. III. B. kap. Fariorum^Uam\
Jihenaits IX. B. ir.kap.Forphyrius
per i apocheys. Phntits. X. B. 34- kap.
van het mannetje en wyfje, de dofer en de
duive. „ Beiden hebben zy de jongen even
„ lief, liierom gebeurd'er menigmaal kally-
,5 ding, als het diiif je wat te traag by de jon-
„ gen komt„. Anderen meenen dat de opreclitigheii
daarin beftaat, dat zy geeneftrikken
oí" andere lagen voor hen bereid ontwyken,
maar gewoon zyn zicb zelven in de gevaren
te werpen: bekend is dat van JitvenaaU
- - - I)e berifping hekelt de duiven.
En by Suidas is eerie heymeney peleias, zitttnde
duive een zinnebeeld toon aploußatoon,
van de aldereenvoudigfte menfchen, dewelke
aldereenvoudigft zyn, die ziehlichtelyklaten
vangen en bedriegen. Gelyk Aloyßüs Cadam'ßiis
Scheepstocht kap. 4. in zyn aanland
gaan op de Kanarifche Eilanden, aldaar zodanige
tammeduivenheeftgevonden, welken
z y byna met de banden konden vangen. In
deezen zin willen z y dat Hozea der Ifraeliten
zorgelooslieit by der diüven eenvoudigheit
heett vergeleeken. Anderen zoeken de oprechtigheit
der duiven in den zacliczinnigen inborft
, om welke rede zy by 0-vtdim VII. B.
1%. Fabel:placidavTeedzaame, goedaardige,
zaditzinnige genaamd worden. Cyrillus 1. B.
de Adoratione pros akron heykem praoteytos,
den hoogften top van zaclitmoedigheit bereiken.
Ja daar zyn 'er, dewelke de duive achoiorii
geene galle hebbende, roemen. Sedulius
II. B. der Ciedichtcn. ,, Het betaarat zadit-
55 zinnig enzeer goedaardig te wandelen, Ik
iy bezweer 11 by oe vogel die gene gal heeft,,.
Dog de ondervindig ftryt daär tegen.
Uit de Boekkamer van Linckius
Fig. I, Eeneafcligrauwe Amerikaaniche Slang
uit den geelen, met zwarte ftreepen längs de
rüg , naar het hoofd toe dikker befchilderd,
met eene lange dünne ftaart.
Eene Araerikaanfche Slang uit den geelen,
op den mg in de lengte met vericheiden afcligraeuwe
Kreepen geteekent.
Eene dünne Amerikaanfche Slang met gefchakeerde
ftreepen en met zwarte, nebbende
E L Y K E
eene lange en dünne ftaart. üitNieuwSpanje.
Vincent. Cent. III. 91.
Eene kleinder Amerikaanfche Slang met gefdiakeerde
ftreepen , met eene lange dunnc
ftaart. Fine. Ccnt.y. 46.
Fig. 1. EeneAmerikaanrcheSlangfdiynende
twee hoofden te hebben om dat zy voor
en aditerwaarts kruipt, gefchakeert uit den
Witten enzwarten, met lange zwarte hoekige
ftreepen die imal z yn, ook witte als netswyze
die bceeder zyn.
Eene Amerikaanfche voor en achterwaarcs
kruipende Slang uit den witten enzwarten gefchakeert,
met een roüd hoofd.
Ècne Afrikaanfche tweeiioofdige Slang met
eene witte huid , de rüg en de buik raet verfcheiden
plaatjes en viakken, marmerverwig,
geringt.zynde geteekent Fine. Cent. IV. 60.
Eene tweehoofdige Amerikaanfche Slang
zeer fraai gevlakt, geftreept, marmer gelykende.
Fmc. Cent. V. i.
Fig. 3. Eene dünne lange Dipfas (eene zoort
van addef welker beete dorft verwekt) fraai
uit den geelen eri witten gefcliilderd, engefchakeerd
uit den vleefchverwigen , geelen,
zwarten en bruinen en witgeelen , met eene
zeer lange en dünne hals en ftaart, de rüg
word befchilderd met vlakken aan den hak
en ftaart langweilig -, midden op het lyf driehoekig
byna bruin, maar zwart gefpikkelt.
Eene Dipfas uit den witten donkeren ofandere
verwen gefchakeert.,
Eene bloedzuigende Slang (Hxmorrhous)
klein van ligJiaam, eene voet lang, de oogeii
vuiirig glimmende, helder van vel, de rüg
bevlekt met vele zwarte en witte ftippels eng
van nek, zeer dünne ftaart, en boven de
oogen kleine hoorentjes hebbende.Kii/.^jw.iS;.
Fig. 4. Eene Adder de kop gefchakeerduit
den bont-blaeuwen en zwarten, gaande eene
witte ftreep over de midddfte langte van de
rüg, en dezelve zynde belchilderd metzwarte
eyronde ftreepen , aan de beide zyden donkerachtig,
de buik blcekgeel, van fcoven mef
zwarte itippels geteekend, hebbende eerie lange
dimne itaart.
Eene zoort vari eene Slange ^^efchakeerd met
witte en zwarte ftippen , de Türken noemen
die Haris. Memnzk. JVoordcnb. i jyi .
Eene zeer fraaie, zeer dünne Siirinaamfche
Slang, met een langen hals. Fine. Cerit. I. l'i-
Eene kleinder Surinaamfchc Slang met eene
lange dünne ftaart. Fine. Cent. IV. bo.
Matth. X. vers iS,
• Freeß u met loor de geene die het lighaam dooden, ende de riele niet en können doo'
den: maar -vreeß veel meer hem, die beide ^el ende lighaam kan verderben in de belli-
De onmogelykheit om de ziel te vermelen 1 zen is voor alle krachten vandenatuu^onove^
is van eene onwrikbaare waarheid, haar wee- | winnelyk. Hier hebben geene kracht aJie py
nigin-
TAB. JJCJ-XXIX.
MA-TTIC. t'fip. X- V. Zi). 30. 31-
P r o v t d f f Dens pailViciilis.
ÍXUitítli. e.t^'. X . r- . -
Ói^ñ' [iiMfi-r lulif fío- bu^^nn-Arnnf.