ì
i,
N A T U U R K U N D E .
eeh fceelfciieut beñond, maar, zoo veel hec
geoorloofd iste gliTen, uit drie takken in een
gevloditcn. Die maand cok aan J:ct getiiigenis
der drie Euangeliften, dewelke liebben
^kxantts ßeJ>hanon , cene kroone van doornen
vUchtende. Derlialv^n is de kroone gewceft
liuigzaam by Plautus , ßephanos flektos. Èn
\-m iiet Grickfche plegein llamt af gelyk der
Latynen federe, zoo der Hoogduicichenflechan
, in het Nederduitfch vkchten.
Dus zien wy dan KRISTUS met cene
kroone als een IConing bekraníí:, maar als een
ckndige met eene van doornen ; devervloeliing
de cerile aarde aangekondigd aanñonds
na den val ingevoerd Gen: II. i8. maar in
KRISTUS den VerloITer vervuld: eene Lelie
. onder de doornm , Hoogel. IL a. Dog moet
. onze overdenking niet bepaalt worden in de
cnkele nieuwsgieriglieit om iiic te vinden de
doornen , waar uic de kroone is gevlochten
geweeíl, voornamentiyk moeten de cogen
(íes verftands gevefügc worden op den lydenden
KRISTÜS, op de alderbitterileßnercen,
welken lìy heefc doorgefcaan van de doornen ¡
overal de huid zelve doorboorende ; ja zelñ i
. verfdieiden zamentrekkin gen en gedaantever- '
• anderingen van Jiet alderlieiljgfte aangeziciit, |
dewelke milTcliien zelve aan cle alderwreedlte '
bulen gelegendlieid hadden gegeeven toc de
V jliJerfmadelykfte uitjouwmgen : ik fpreeke van
è aldervinnigfte pynen , en wreede zenuwtrekkingen,
ondtaan niet alleen uit de doorboorde
huid , maar uit het overal geftooken
cn gekwetlte bekkeneelvlies, het welk een onmiddelbaar
verband heeft met het harde moedervlies,
waar door miíTchien het aangezicht
met alleen is in verwonderlyke zamentrekkingen
wanflaltig geworden, maar door overeen-
Itemming krampaclitiger \vyze zamengetrokken
zyn zelfs de vera%elegener deelendesligluams.
Dat Plinius nu wy heenengaa , en
ßaande houde dat het gebruik van eene rooze in
iranffen de minfizñs^ nademaal dat die in doorm
de grootße is. Zoo dikwyls derhahe» dezehe
bezien -worden, gelyk zulks gemeenlyk een
icder gebettrd , dat men zig mg
de doorne kroone van KRISTUS aislen zeker
be'd.-aarrniddel tegen zonden, ecite troofi der ziele,
ecne opzvekking tot godsvrucht , fioffe vait
godsdienßigheit, beleizel voor bnitenfpoorigheden,
dewelkegelyk ergens anders, •voornamentlyk
m de jevgdige jaren de gemoederen aanhitzen.
Hier o.p het oog veßigende, zulkn -jjy
veel beeter vermeinen dat ons voor het oor en
hert door Pilatus "-jvord toeeeroepen • ZIET
DE MENSCHE. JVedelius.
Met weinige, op dat niet ten ecncmaalftilzwygendsvoorbygaa,
raaken wy aanlvRISTUS
purperkleed, hetwelkMatthieusXXVIL
2 8. noemd chlumuda Kokkineyn, purperen mantel.
MarkiisXV. 17. lo. Po'rphuran, purperen
mantel. Joann. XIX. 1. j-. bmation porphuroutti
een purper kleet. Namentlyk de
fcliarlaken o£ Jioogroode verwe komt onder
mcer dan eene naam voor. Horatnis II. B.
Schmpd. VI.
- - - alv;aar het roode kleed in fcharlaken
•,jad gever'wd blonk op yvoore ßaapkoetzen.
, Naderhand van het zelfde kJeed.
I Daarna heeft hy den uitgeßtrekten in een pur-
' per kleed néergelegd.
I By Etißathius over de q. Odyjf. Ve Vogel
\ Porphyr ion word zoo genaamd van wegens de
ßcharlaken-ver-ivige nebbe. Andere bewysdom-
' men van dit ilag gaa ik voorby. Dog ver-
I diend dit aangeteekend te worden, dat wel de
ßcharlaaken verwe cn de purpere beide geweeft
zyn van eene zwaare of volverwige roodheit,
dog echter vericiieideu : die eerJle of de karmozyn
verwe erkend voor moeder het groeibare
ryk, deze Jieeft Jiaar oorlprong geJiaalt
uit het bloed van eene purper-moiTeJ. Gene
wierd cok toegelatcn dat gedraagen wierdvan
ampteloozen, gelyk als van Roomfche Ridders
, deze was alleen maar den Keizeren eigen.
_ AlJiier ilelle ik voor oogen de Uzeg van AIpinus
of de Doornachtige andere hdiaanßche
tvilde pruymboom C. B. letter A.
P R I N T B L A D D C C I V .
Gaveit ZJ hm te drwiten edkk met galle gemengd: ernie ah hy dien ¿efmaak had.
en nitide lij niet drinien. Mattli. XXVI I . vers 34.
Mark. XV. m s 2J.
^«de zy gmen hem gemyrrheden wyn te drinken: mMr hy en nam dién met.
f f B i « '
f i
t»,
-1 [ ••'.i'
ììM
il . ..i
- 't i ; : -
' Ì l r ' - I . : ) ' 1
i 1; 'II',