KW
iji|
11 I
'I
• • ' I ' I
1600 G E E S T E L Y K E
r i n g , cn met zodanige fterkte verziert, waar
door boeyens van een ryten, keetenen verbreeken,
de ievensgeeiten door een ziicige
Icherpigheit tot onmaatige beweegingen aangedreeven
zynde , en onophOudeiyk aangeprikkclt.
Maar andere onmandigJieden van
de GcfcJiiedenis vertoonen een zecrgroot onderfcheid,
de zamenipraak der bezeetenen,
o f in dezelve huisveilendc , met KRiSTÜS:
het verlof, dat z y verzoclit Jiebben en verkreegen
om in de iwyncn te varen ; de intrek
in feelve : deezer van boven nederftorting
in de z e e , de bekentenis van de naam, van
Legio , welke geen eencn, maar meerderens
beteekcnt. Die alle deze dingen, zegge ik,
met een ernftig gemoed overweegd, zaj aanftonds
overreed zyn , dat dit voorval onder
geene gewoone ziektens kan getek worden,
maar dat z y inderdaadzyn¿ízeí/ew«ge\veeft;
maar dat 00k, door eene verwonderlyke gedaante
verandering, dezwynenzelve zynbezeetenen
geweeft.
D e z e Gefcliiedenis begunfügt de Bekkersgezindjieit
geensfins, devvelke, Aaande deze
wonderdaad, in geenen deele kan íland Jioiiden.
Laten Nvy echter eens z icn, ophoedanige
wyz e hy de zaak opvat. KRIST'US tot
den bezeetenen: Gy onreine geefi gaat tut van
den menfche. Mark. V . 8. Die elendige zinnelooze
verbeeldde zieh zclven, dat h y was van
den Duivel bezeeten : K R Í S T U S fcliikt zi g
i e l v e n naar dat begrip, en \ \Qtgaat nit iszoo
veel te zeggen, als, jammerling, word van
uwe zwaare ziekte geneezen. De Gadarener
roept luidkeels : --s-'at hebbe ik met u te áoen
J E S U , gy Zone GODS des Allerhoogßen. Ik
éezweere u by GOD, dat gj my met enpyniget.
vs. 7. Het fcheen hem toe, dat hy van veele
duivelenwas bezeeten, dat dezeiutzynmont
ipraaken, dat hy de gefprekken van deeze
moeft ontleenen5 dat zoo welhem, alsdezen
te vreezen itont van de tegenwoordigheitd.
grooten Profects, die overal andere proefil^
ken van dusdanige lütwerpingen Jiad doi
zien ; gelyk wy doorgaans aanmerken
praktyk ^ dat'ermaanziekenzyn, overrccdw
dat zy bezeeten zyn van duivclcn, dat \
Sodslaileren moeten , dat de diiivels zoudf
oen. Op de ^^raage van den Heiland ven
•welke is Wú;e naam ? zoo antwoord de Ga¿
rener : Myneu naam is Legio , ivant vu) ?
vele. Welk antwoord nog vaneenenkan®
z e g d worden, nog van meerderen. Niet v¡
eenen, die milFchien onder de voornaamfü
is geweelt ; gelyk een Veldheer belaglieli
zoude antwoorden, wanneerhy naa zyn naj
gevraagt zynde ten antwoord zoude geevc
myn naam is krygsbende, de Veldoverftev:
hetHeyrleger: niet van meerderen, wanti
z e zoiiden niet gezegd hebben Mynen nm
LegiOy eenemenigtevanóooo.diúvelen. Aa
belangende Jiet varen van de duivelen in
zwynen zegt ßekker kortelyk, dat Jiet zelr
en de daar up terñont gevolgde nederftortia
niet geweeft is het werk van een of meer d
velen, maar van den almachtigen GOD, [
derhalven jiet wonderwerk niet verklemt , na
veel eer vergroot word : dat de Zaligmá
daar door heeft getoont en getuigenis
v e n , dat H y was gekoomen, opdatiiyí
W e t en Profeeten zoude vervuüen, gericliß
oeffenen onder z ynvolk, wraakeneemenor
den veraditers en fclienders der Wet , i
barmhertig vertoonen tegen den elendelt
gen , te zyn de alderreciitvaardigñe wreel:
tegens de onboetvaardigen, hoeoanigende
Gadareenen geweeft zyn. Die dingen , (
welke hier tegen konJen worden ingebraclt
late ik gaarn voor anderen over , op dat
niet zoude fchynen buiten myne leeiltefdio
P R I N T B L A D DCLXXIV.
Ende ^ iet , zy brachten tot hem eenen Gernaitm , op een bedile liggenii'
Ends JESUS haar geloove tjende, Xfide tot den Geraakfen: Zone, zyt indg
moet, uwe ^ onden zyn & njergeeven.
t)och op dat gy moogt weeten , dat de Zone des menfchen macht heeft of der
den de -zünden te •vergmen , (doe zeide hy tot den Geraakten) Staat op,
«ly hedde op, ende gaat henen naa un) httis.
Ende hy ofgejiaan zynde ging henen naa zyn huii. Matth. IX. verlT: i . J.
L u k . V . verff: i8. 14. 2j.
Ende ^ et, (eemge) mannen brachten op een bedde eenen menfih die geraaltt n"
mde pochten hem in te hrengm, ende iioor hm te leggen.
nCLXXIAT.
M A T T H Cii|>. I X , V . (i . 7,
P n r i l l y t i i ' u R tecfü tlfuiirsiis.
i f f t l j . Cffiii I X ä». -i. ()- r.
( V i r r i j ß ^^arj i qf-rttlTcir.
w
Ji. .S- S,:l/.-l:h