N A T U U R
einde, of de hoogile trapvan zuiverheitheeft
bereikt. Door eene zonderlinge werking zyn
wel de StofTcheiders gewoon Jiet goutteira»-
den^ maar nietsgaachet zelve van hare zelfftandiglieit
af. De beginíTelen van hec gout
2yn 200 fterk te zamen gevoegd, dat z y van
den anderen niet können afg-efclieiden worden
, en onder den Verkreegenen of den aldergrootilen
MeeAers in de Wysgeerte kan
die gereekent worden, dewelke liec gout en
zilverzodanig weet te entbinden, dat dezelve
niet wederom aan een te brengen zyn.
Hocdanig een miiTcliien Mozes is geweeil,
dewelke Jiet gulden kalf in het vutir ver brande^
ende het vermaalde tot dat het klein wierd,
ende het ßrooide op het water , ende het den
K Ü N D E . ,8 0 I
hinderen Ifraels deed drinken. Exod. XXXI I . 20.
alwaar meerder zaken liier over gezegd zyn.
Kolltirim, oogmzalvt , beteekent in lief
gemeen een langwerpig of rond kockje, gemaaktvan
zappen, zaden, vruchten, mctaalilof]
es, dienltig om diepe zweeren uit te byten
by Celfus V. B. om wondverzweeringen
in de neus te geneezen by Gaknns de Lac.
III. B. vobr fteekpillen by Scnhmius Largus,
Cohmella yl. B. 6. kap. by Aitim VIII. B.
maar gebruikelyker is dit woord vpor geneesmiddelen
der oogen 3 dewelke zyn ofxeyrukolhuria,
van een droog raaakzel, 0? hti0ro~
kolhma, van TOclitmaakzel, ofzalve, lioedanige
van Joannes geweell is.
Openb. IV. vers 3.
Zie Ofenb. XXI. vers 19.
Openb. IV. vers 6.
Zie Oftni. I. vers zz.
Openb. V I . venT: i i . ij. 14.
Zie Matth. XXIV. virjf: 19 - 33.. Petr. III. verf enz.
P R I N T B L A D DCCXLV.
Ende mt den rook^ f^vaamen f^rinkfiamn op de aarde, aide haay wievd macht ge-*
geeven gelyk. de fcorpioenen der aar de macht hebhen,
Ende haar merd gehegt y dat zj het gras der aar de niet en-Kpudenhefchadigen, noch
eenige groente, noch eenigen boom: dan den menfiben alleen die den ^egel GO DS
aan hare Doorhoofden niet en hebben.
Ende haar mert macht gegeeven niet dat zjze x^ouden dooden, maar dat zy ^uden
•van haar gef^nigt worden iiyf maanden: ende hare fjninge %>ai als de p^ninge
Dan een fcorpioen, wanneer het een menfche geßeeken heejt,
Ende zy hadden ßeerten den fcorpoenm gely^: ende daar waren angels in hare
fleerten. Op e n b . IX. veriT: 3. 4. 5. 10.
De fny- en tekenkonß verbeeld
Hier Scorpioenen, in den ocenan geteeJd,
JVier eigenfihappen y aart, gedaante, vorm m weezen.
De Pen van SCIIEUCHZER om ontvouwdf
Haar gif is meerder dan den haaren dood te vreezen.
Natuurdoorgronders i koomty befchowjvt
De Zeldzaatnheden, die V Mam vlyt « lag voor oogen
En rocmdy in alles -wat ge ontdekt', GODS «
ALIiier worden befcbreeven de geeilelyke
Iprinkiianen , welker uitbeelding ik aan
anderen overlaate, zullende alleeniyk die zaken
verhandelen , dewelke de natuurelyke
fprinklianen eigen zyn.
Vers 1. Daar is rook opgegaa» uit de fut,
r r r ah