•1
T E L Y K E
gentlyk zyn verblyf hebben olhouden^ in welken
1 6 2 0 G E E S
de woorden van KRISTUS byna overeenkomende.
Dus zegd Jiy : H.í ^ (moftert-
¿aad) ts het Egipifche of S^tfche (het zelfde
met ons ]oodídiQ) en dat lichter vange'wicht,
en min rood van kleur is. Deze noemd dat,
ver laten van de Natwir. JVant is ver achí en
klemgelyk fiiering. Want gelyk die de klemfte
is onder de viíTchen, zoo is het moftertzaad
hec kleinlle onder de zaaden. Doda,
hec geen terverklaringvan ICRISTUS gezegde
<£end, is het molterC-zaat nietvolftrektliet
kleiníle, maarmet betrekking op andere zaaden.
Want men Jieefl zaaden van planten
ongelooíFelyk kleinder, naeuwelyks door ecn
vergrootglas zichtbaar. Klein is het ten aanzien
van déplanté, die daar uitvoortgroeiCj
klein, en te gelykgroot teaaanzien van andere
Tiiinzaaden, dewelke in den Text voorkomen
onder de naam van
Lachanoon, oler um, moeskriiiden, en in onze
Moedertalige Overzetting hadden beeter
kennen vertaalt worden Garten-Geivichfe,
Hof-gewaflen, dan wel K'ohl, hol, want dit
woord is aan een byzonder denkbeeld verknogt.
De Moitert nu word by de Moeskruiden
gepaard, om dat dezelvemeerfcendienfte
is voor de keuken, dan in de winkels der Geneesraeeltevs,
dienftiger meer voor ipyzenais
voor geneesmiddelen, aliioewel dezelve in de
Geneeskunde een fchoon gebruik heeft. Zoo
moet ook liet woord Dendron niet genoomen
worden in eenen naeuwen zin voor eeue boom^
maar voor eene breedere plante, voor eene
hoogeboom, gelyk by den Kruidkennersvoorkomen
Maluwe, St.yanskruid,
Ceranion, IVolfsmelk, tot boomen opgroey ende
, niet datze tot booms hoogte opryzen,
maar anderen van hunne zoort in hoogte te
boven gaan. Smwpi^ moftaart, is eene pl:mt
e , dewelke gezaaid word , als andere Tuinmoeskruiden
: van boomen gebruiken wy dat
zelfde woord van zaayen niet. De Moftaart,
gelyk wy booven gezegd hebben , word genaamd
by Rap^ Htß. Plant, bl. 803. „ de
3, aldertakaclmgAe en alderhoogíle van dit
,, zoort by ons bekend, aliioewel iiit zoo een
5, klein zuadje voortgefprooten „ j zodanig
5, dat de
l^ogelen des hemels^ namenüyk van de ludit,
gemakkelyk op de takken van deze plant können
zitten, en aldaar vertoeven, onder derzelvc
fdiaduwe, fkian , vcel liever dan neftelen.
Onze Overzettingen dulden alhier verbeeteringen,
want kataskeynonn beteekent ei-
zin het ook genoomen word Pf XXIII. j,
grazige 'weiden, in welken men mag nederleggen.
Inmiddels llaat te weeten, dat de phmten
ten aanzien van de hoogte zeerverfdiillen
naar de verfdieidendheit der Luditilreeken.
De jezuit Alphonfus d'ouaglie heeft, zoo als
Markgraave gctuigt append. VIII. B. Hifl.Rer.
Natur. Braßl. 6. kap. xgi- bl. gezicn in het
Konmkryk Chili eene Moilaart-boom ter dikte
van eene arm zoo Iioog, dat dezelve overtroffen
iieeft eenen ruiter te paart zittende,
Maar miilchien zyn by grootlpraak gezegd
die dingen, dewelke datmen leeil in den Jeruzalemfdien
Talmud Tra(5t. Peah fol. 20.
„ Daar is in Sichern een moftaartboomtje ge-
3, weell, het welk gehad heeft drie takken;
„ door eene afgetrokke is gedekt geworden
„ de hutte van áe pottebakkers, en daar b
„ gevonden drie kabi (-was eene zoort van koo-
„ ren mate ) zaats. Ook getuiet R. Simeon
„ Zoon van Ciialaplitah , dat hy eene mos-
„ taart-ilronk in zyne Tum heeft gehad, op
„ welke Jiy gewoon was te klimmen als op
„ eene vyge&om „. Hier verdienen ookver'
mdd te worden de aldergrootfte Oofierlandfé
Mofiaart met een knolle bläd, insgelyksj deal
derhoogfie Ooßerfche Moflaart-boom mct ia
blad als de Edele Rakette uit Toitrnefort Conl
lar. van alle welke zo orten wy tot nog de iwmen
maar alleeh kennen. By weege van beiliiit
merke ik aan , datmen overgroote boomen
ontmoet uit klein zaad voortgeiprooten
Een voorbeeld van eenen Cypres-boomgevea
wy uit Plinius XVIL B. 10. kap. „ Deze be-
„ fiaat uit de alderkleinfce pitten, zoo daczy
,, ter naeuwer nood können gezien worden;
,, zonder een wonderwerk der natuurnatek-
„ ten om te bemerken, dat uit zoo een klein
„ zaadje boomen groeyen, zoo veel grootet
3, als Jiet korrel van tarwe en garft, op oat
„ niemant het voor eene Boon neeme.
„ voor gelykenis van hare oorfprong hebben
„ daar by de zaden van appel of peereboo-
„ men: dat uit deze beginllelen eene ftofle
„ wafditveraditendedebyle, detoomelooze
„ pariTen door overgroote zwaartens, wiUgy
„ boomen, ftormrammenomtoorensenrnuu-
„ ren te rammeyen? Zodanig is de kraditder
„ natuur, zodanig dit vermoogen,,.
A. Moftertplante met een raape-of-knolblad.
B. Moftertplante met een rakette-blad.
M a t t h . X I I I . vers 33.
— Eet B^oninhr'ik ^^ Bemelen is gelyk ^ardeejjem , mlke eene oftde-vroff^
nam mde verbergde in drie maXen meets, tot dat het geheel ge^m was.
Zie Luk. X I I I . vers ai. Zfíiif
m:
N A T U U R
Zuurdeejfem is eene zaak overal voorkooroende,
niet onbckendvoorbakkcrs, keukenmeíden,
huislieden, huisvaders, waardoorof
de -vvyn güt in de vaten, of de klomp brooddeeg
in de trog. Maar deeze , het zy daad,
of lyding, pynigt wonderlyk de naeuwkeurige
natuiu-doorfiiuífelaars. Gemakkelyk is het
te zeggen , dat de zuure en vluchtige deelen
van het zuurdeeiTem door de geheele klomp
word uitgebreid. Maar de vraag is, of en
lioedanig Jiet zuurdeeífem zidi vermeenigvul •
digt? Op wat wyze door het zelve, met bykoomen
van kneeden, de klomp Iponsaditig
remaakt word en opzweit, dewelke , by aldien
niet doorvverkt word dik blyft en op een
gepakt. Wy Jiebben veele Schriften Jiier ende
daar over die zaak geleezen , veel eer ^egrond
op proefneemingen dan wel op bondige
redenen. Dat de oplolllng zoo gemakkelyk
niet is blykt al wás het maar daar uit, dat de
Akademie der Wetenfdiappen te Bordeaux
den Geleeden voorgeftelt heeft ter oploíTmg
op den I; May 1718. het Vraagfluk over de
K U N D E. i6íi
vermeerdering des zuurdeeßemsy tot eeneprys
aanbi^ende 300. ponden. Wy ziillen ons
miffdiien uic den doolhof der zwarigheden
ontwarren, by iüdien wy de zuurdeegs-gilling
vergelyken by die van de wyn, en de'maditiglle
krachten aan de dikker ludit toefduyven
: over ^velke zaak wy eldcrs breeder gehandelt
hebben.
Satou, Sati, Seah, tent mate ^ daar van
hebben \vy een denkbeeld gegeeven opPrintbLad
LXXVIII. dat deze raaate van drooge
waaren overeenkomt met 674. Paryfche duimen
in het vierkant, Zurichfche Maatjes:
waar van 16. ein Viertel, een Spint uitmaken.
By aldien deeze overbrenging recht
is, ZOO laat onze Moederlandfche Overzetting
alhier eene verbeetering toe, dewelke Sata
tria overzet drey Viertel, drie Spinten , of
48. maatjes, derhalven mift zy indeovermaat
ipils- van maatjes, want volgens deze onderltelling
geven drie maten aUeenlyk
maatjes.
M a t t h . Xl i r . verfT: 45. 4Ó.
Wederorn is het Koninkryk. der Bemelen gelyk, een Koo^man , die fchoone veerlen
^oekt: ,
Dewelkf 9 hehbende eene perle van groote Vfaarde gevonden , ging henen, ende ver*
kpgt d nvat hy hadde y ende kpcht derive.
Dusdanige witgeleeze en koilelyke peerle,
welke de Koopman verkreeg word genaamd
«wo, ZOO veel als Hw/Vi?, de eenigfte, welke
naeiiwelyks iiaars gelyke Jieeft, ter onder-
Idieiding van andere gemcene, welke de Juweliers
Zahl-Perlen noemen. Alliier moet
PUnius verbeetert worden, die in zyn IX.
B. 35. kap. de naam van itnio , eene paarl,
afleid van eiders , zeggende: De geheele gave
beßaat m de blankhm , grootte , rondte,
gladheid , gewicht, in niet gemakkelyk te vinden,
m ZOO verre y dat'ergeene twee gevonden
-worden die malkandere» gelyken zodanig^
dat ze kiiialyk te onderfcheiden zyn, alwaarom
de Romeinfche dartelheit de naam van ünionum,
eenige, gegeven heeft. Indien niet de
meiMg van den man in de Natuur-Gefcliiedcnis
overervaren geweeft is, dat 'er onder
ontdbare nacuwelyks twee clkander gelykendc
gevondün vvorclen. Dit belet niet, waarom
te minder eene parel van zeldzame grootden
naam van ünio boven eene andere
zoude verdienen. Ik zal hier byvoegen eenige
Voorbedden van groote paarlcu. Ra-
^«Mi.^zxkà^ùi Peregrinai. I. D. Dat in het
Peerle-Eiland is gevonden eene peerle zoo
groot als eene Okker-noot voor laoo. goude
kroonen. In de Perzifche Golf by CatifFa is
'er in het jaar 1633-eene gevonden en van
den Sofi van Perzie voor 32000. Tomans gekogd
, waar van Tavernier in zyne Reisoefchryvingen
mdding maakt. In de Kroon
van Keizer Rudolph was 'er eene gevloditen
van grootte en gedaance als eene kldne peer,
van welke Bo'éth. à Eaoth kap. 37. bl. 170.
Aan de Kaap de Goede Hoop heeft Herm.
Nic. Grimm 'er eene gezien weegende eene
onze, maar boven op uitgegeeten, Eph.Germ.
Dee. II. Ann. HI Obf. 36. Volgens Egnatius
getuigenis in zyn Reisboek. kap. 19. zoo
is inliet Koningryk Bisnagar aan den Koning
Odiaicam cene paarl voor 1000000.
foude kroonen verkogt. Miflcliien eene van
e aldergrootfte en alderdierbaariie is geweeft
die, welke in azyn gefmolten zynde
Kfeopatre aan Antonius Jieeft voorgezet,
van welke PUnins IX. B. jy. kap^ Macrob.
Saturnal. Ili. B. 17. kap Athenaus Diepnofoph.
IV. B.
P R I N T .
ci-' •
I n,, :
i
:3 •
II. :
I
iff" .'il!'
il i . , '
I t t i -
' ii'iiii
l ì ' :,l '1,