'"ilfl
twr i * « I
m
II te'ii
a
N A T U U R
jren , inmiddds de geheimen van den Godsdienft
herkaeuwende, wellten l iy, deVerrukkmg
Over ^ n d e , aan anderen ioudeverhaalt
liebben. Doch ecntet alhoevvel w y van de
waarheid van diisdanige natimrelyke Vernikjungen
ovemi igd zyn, 200 moet nocljtans dat
Ii' ppnpn wni-Hpn ,— /• .
reed zya, dat de ziel met het lichaam is vereenigd,
alderonkiindigll zynde, als de vrace
js op wat wyze, over de ontbinding van die
knoop, over de wyze der werking van de ziele
op liet Ighaam, en van dewederzydfche daad
des ügiiaams op het verftand , over de veryreemding,
of verwydering van de ziel van
het lighaam, en de nienwe wedervereenieing
met het zelve , over de wyze, waar doorhet
verkand op zig zelven zoudc können werken,
en alleanderemterlykevoorwerpen veronachtzamen;
waardoor de wil iiaargebied overhet
lighaam tot zoo verre zoude können uitllrekken,
dat dezelve dat geene, iiet welk haare
minnareSj het lighaam, betreft, niet zoude
willen. Deze onkunde, fchoon eene geleerde,
belyden wy openhartig, echterwillenwy
nog durvenwyontkennen, datn-ydenatuurlyke
verrakkingen tot nog toe ofaanDaivelfche,
of aan Goddelyke toefchryven.
Duiveme Verruitnigm zyn, wanneer die
onreme Geeft door GODS toelating, onmiddelyk
op des menfdien ziel werkt, en aandezelve
wonderlylfe herlTenfchimmcn voorftelt.
MaarovermoeyelykishetoverhetiüJÄf, isiaartm
en tyd oordeel te veüen. Want iilt het
verband van natimrelyke oorzakcn können
veele dingen gebeiiren, dewelke aan den Satan
worden toegefchreeven. Zeer moeyelyk,
zegge ik , nademaal de krachten der booze
geelten , en de wyze van werking op de geraoederen
der menichen ons onbekend zyn.
Daar worden ook dichte J^eTTukkijtpen
iiitgevent, dewelkevoorgrondllaghebben der
menfdien bedriegeryen en liften, voor doelmt
verleidinge van anderen. Ecb eenigvoorbedd
iiit de Oudheid zal ik bybrengen , liet
wdk dat men leell in de 2.2. Dtffert. -vanMaximtn
Tyrms: In Procomeßis is ztker [Fysgtir
gmsEß, met name Jrifleas: Wiens wysheiä alle
mafchm in het eerfi alle nloef benamen, om
dat hy geen leeraar van dezelvi te voorfchyn
hragt. Op dat hy dit zoude te gemoet homen,)
Zoo heeft hy een dttsdanig hulpmiddel ter hand
- Hy heeft gezegd dat zyrie ziel het \
verlaaten hebbenäe reiht of in de lucht I
k u n d E. . 17 3 5
is^gevaren , vm waar hy het geheele Land der
Grieten en Barbaren, alle Eilanden, riweren
en bergen bad remi gegaan : en eindelyk op deHy.
ierborifche grensfalen hadßilgeflaan. Dat hy
van daar bad aanmerking gemaakt op de plechttiheden,
op de zeeden van alle Gemene Befien •
op de verftmden van alle Landaar den, de verandenngen
der lucht, de aankabbeUnge»derzee,
de mtloopen der r,vieren : ja dat hy den hemel
zelf -veelgemakkelyder dan de beneeden legoende
dmgen had kfchotmt. En eveirjtiel beeftAriß^
a, door át Zehe meerder geloof verkreegen
alsXenagoras of die Xenophon, of zoo iniant
mdeis de zaak, zoo als zy was, heeftvoorgefielt
En ved licht zyn 'er geweeft, dewelke
onder voorwendfd van dusdanige Verrukkingen
nieawe Regeerings-wyzen hebben getoeed
gdykMaliometh een nieuw Oplld van
Oodsdlenft.
Daar worden ook Goddelyke Vemikkingert
gevonden, in welken GODS geeft de gebeele
zide des menfdien inneemt, dezdve voor een
tyd van de gemeenfcliap met het lighaam aftrekt
en als m den diepen Afgrond derGodddyke
VerborgendJieden indompdt. AUiier
moet alles, wat aardfch is enzondigvooreene
ZOO grootmachtige mgimffigcglantznoodzakdyk
wyken. Ten voorbedde zy Dan. X.
8. 9. Ik dan wierd alicene overgelaten, ende
zagdü grooi gezichte, ende daar en bleefinmy
geene kracht overig : ende myne cierlykheit wiert
van my verändert in eene verdervinge, zoo dat
tí geen kracht en behielt. Ende à hoorde de
flemme zyner woorden : ende doe ik de fiemmt
zyner woorden hoorde, zoo viel ik in cenen diepen
¡¡aap op myn aangezichte ter aarde. lohannes
Openb. I. 7. Ende doe ik hem za£vitl ik
als dood voor ayne voeten. In onzen Text de
hongerende Petrus. Paulus Hand. XXII. 17.
Dezdve in eene verrukking opgetrokken tot
m den derden hemd , wdke optrekking hy
naa 't leeven befchryft. i. Kor. XII. 2. 3. 4
Ik kenne een menfihe in KRISXUS voor veertien
jaren ( of liet gefchiet zy in 't lighaam en
weet ik niet: of bluten het lighaam en weet ik
niet ; GOD weet het) dat de zodanigeopgetrokken
isgeweeß tot in den derden hemel. Ende ik
kenne een zodanig menfche f of het in 't lighaam
of buiten het lighaam gefchiet zy ) en weet niet :
GOD weet het. Dat hy opgetrokken is geweeß
in Y Paradys, ende gehoort heeft onuytfpreeieiyke
woorden, die een menfch niet en isgeoorlofd
tefpreeken. Over welke plaats zie meerdere
zaken.
P R I N T -
Hi ;¡
liifl
lllliW''!'
«r '
ji-iriiifW
'l.rjilül'il
I i i :
"Iii
.,11 • '!
"''•"ii'l
' l¡
l'I.
ml'