Et
N A T U U R K Ü N D E . ,8bg
P R I N T B L A D DCCL
Welk zeldzaam wondir der natimr ward hier vnmndf
Een overblyfzel van den Zondvloed, die de volken
Der waereld imtrflnomd\ nit aar de zee en wölken.
Hier frykt mtuur in al haar hißer, glaafih en fihmti
Natuurbtfchouwers! in wier hart de weetzucht leeff
Befihouwt in dit Tafreel een reeks van wmderheden, '
Door geenen fiermling naar hmmn eyfch te ontkden,
En inaarin zonntklaar de magt der Godheid zweefl.
Dt wHVi SCHEÜCHZER, dmr een edle drift gedreeven,
mide u d,t fraa, Tafreel. tot uw befihtuwing geeven,
iielyk het ßat van "t werk des verrezienden Mans.
Watishy waardig, die, met zyn Befpiegelingen,
lot m het Kabmet van vrouw Natmr ton drinien,
iot nut zyn-s Evenmenfchl de fthoonße Letterkram.
kAt aan de Geeftelyke Natimrkunde de
^ ^ l a a t f t e hand legge een Gedenkteken uit
de Zondvloedigen , het welk myn Boekvertrek
veraert: het is een zwarte geborlle fteen
uit den berg Blattenberg in het Zwitzerfche
Lanton Uans , vertoonende gedaantens boven
de gladde opperrfakte uitlteekende , dewelken
ik voor een raadzel den Liefhebbers
der Zondvioedige Oudheden voorfleUe.
Voor een Gedenkteken der Zondvloed.
De Tegenvoeters 2yn beminnaars van zig
zelven en wangunfdg cene eigenfcbap aan
hen gemeen , by deezen heeft het vreemde
vee grooter uyer. De divalingen namentlyk
groeyen aan en in gewiciit en in getal , by
aldien verdorven gemoedsneigingen by verkeerde
oordeeien koomcn. By alle zoorten
afdwalende
Devan
menfchen zult
en buitenweegfehe fprongen aantreffen.
welke de fcliatten der natmir en der konft in
hare koffers verbergen befchouwen doorgaans
de dingen, welken zy bezitten door uitgebogen
glaazen, dingen van anderen door Solle,
eene wölke menigmaal voor eene Juno omhelzende.
Dat meer is, om dat wy merendeels
in eigen kleinigheden te oordeeien ons
zelven vleyen, milTcliien om dat in onzer aller
coE-en een al te zeer iiitgeliold kriilalvocht
is. Zeer bezwaarlyk is de waardeering van
de prys, eneelykalsderechtelyntotdewaare
pryzeering der dingen maar eene eenige is,
ZOO zyn de kromme tot de valfche oneindige,
voornamentlyk voorkoomende in twyfelachtige
gevallen, lioedanige de tegenwoordigeis,
op dat ik met anderen op de zelfde klip niet
vervalle , zoo fcliorte ik myn eigen oordeel
op , alhoewel myne eige zaak word verhandelt,
aan anderen, fcherper geziclit miflchien
als ik hebbende, de uitfpraak overlaatcnde.
Ik treede tot de zaak zelve op dat de Voorreede
niet wydloopiger als de VerhandeW
zelve zy. °
Ik hebbe in myn Watervloedig Boekvertrek
eene Tafel, welke ik liier in Afbeelding
vertoon, van die zwarte GlarilTe Ardeffe, welke
by Cardiis genaamd word iiet zwartetafel
Marmer, en het welk wyd en zyd wegens het
verfdieiden gebruik door aUe landen der aarde
Word vervoerd, befchreeveninde Itirierii. Jlpra.
te Leiden gedrukt 1725.bl. 129. rouwhoedanig
het gemeenlyk uit den berg word uitgegraaven
, nochtans als door de natilur gladt
;elcliuurd 1mg 40. duim 4. iynen. Paryfche
_-iaat, breed 17 duim. Op dezelvezyn ziehtbaar
de hguuren , welken gy afgemaald ziet
m die zelve plaatzing en rang, dat die
iiiniralUo II .. . ' i — t i i i i i i i g , aac Qie gene
dewelke fchynen merkletters te vertoonen in
eene rechte lyn zyn uitgeftrekt, welke beeld-
Ipraakelyke ichums, eenen hoek makende met
J e fclierp van de eene, liomp van het andere
deel. Deze liguren zyn boven de gelyke oppervlakte
verheeven tot byna Í lyn hoger,
echter merkteekens-vormige ; in allen komen
zy overeen met het verheve werk enhetholle,
waar van de brokken voor banden zyn zoo by
my, als by anderen medeburgers, dewelke omtrent
natuiir-dingen nieuwsgierig zyn. Alhoewel
ik in twyfel ben , wat dat dog wil
zeggen, gf wat deze zeldzame fraeyigheit beteekent,
by aldien het geoorlootd is zig zelven
te behagen, zoo fteHe ik echter dit Buiten
tw yfel, dat het een gedenklluk is van de Zondvioedige
Oudiieit, het zy dat het de konft
voormaker, ofdeveelkonftige, gelyk zydoor.^
gaans genaamd Word , natuur voor moeder
erkent. Dat niemant vooroordeel opvatte
als ofik milTchien in de eigenfte dwaling valle
metzekerberoeradMan, dewelke eenige dooi
eene onbefchaafde konft gemaakte dingen. en
" t heime.