IMS
i
• : M
N A T U U R K U N J D E . 15 ^ 1
Habak. 111. vetiT: 6. lo.
H)» ßont, ende mat bet lant, hy ^ag toe, ende maakte de Heidenen los, ende de
^eduertge bergen z^jn 'verßroyt geworden: de benvelen der eeumgheit kebben ^ch
geboogen j de gangen der eewa>en zyn zyne.
De bergen ^agen ú , ende leden fmerte: de '¡vaterßroom ging door , de affront gaf
zyne ßcmme, hy hief zyne zyden op in de hoogte.
Iklate de geellelyke verklafingachter, dewelke
de leenfprciilage en ffelykalszlnnebeeldelyke
Sprcekmanieren in ditHoofdftiikvoorkornende
veritaan willenhebbenvandendooriuclitigen
iiittocht der Ifraclitcn iiit Egipte;
de omzwerving'in dcWocftyne, denincocht
in het Heilige L;ind , of dat ook als op een
gefcliildcrd faferec! de verwoeiling van Jeruzalem
en van den Tempel word afgebeelt.
Ik 'Zoude 5 onder derzelver wclneemen, hooger
opklimmen tot aan het droevig geval der
Zondvloet, het welk zelf tot een voorbeeld
van oordeelen in andere tydperken der wereld
over deeze of geene Volkerei^enoomen kan
verllrekken. Inderdaad in de Zondvloet heeft
GOD gefiaan^ en by heeft het lantgemeeten y
aan zjne voelen heeft het zehegeßaan^ en de
aar de is bt-weegd geworden. Toen ter tyd is
de aarde , de voetbank zyner voeten , een
doorluclitig ichouwtoneel der oordeelen geweeft.
Hy heeft het lant gemeeten, gelyk
by de eerfle Sclieppmg in de lengte, breedt
e , hoogte, diepte, plaatslegging, beweeging
, ZOO ook in de vernieling door de wateren,
dewelke de gcheele wereld moeften
overftroomen, hy heeft geraeeteil die zelve
wateren, dat die, dewelke tot 15.eilenboven
altehooge bergen de overhant genoomen hadden,
wederom zouden, nederzakken, en in
Jiare boezems zieh ontfangen. Hy zag toe,
eti maakte de Hetdenen los; epeblepje, kai dietakey
ethney. Hy heeft die vergramd aangezieri,
en dermaten door vreeze getroffen , dat zy
ten eenemaal niet willen, werwaarts zy zieh
zóuden wenden, en eindelyk ondergedompelt
verfmolten zyn door etter iiitgeparft. De ge-
_ ?« izyn verflrooit ge'worden, de heu-
Velen der eewjse. hebben geboogen. de LXX. wederom
met nadriik ; diethrubey ta orey bia,
etakeyfan botimi aioonioi, de bergen zyn door
'geisjelt futgeteert, of verfmolten. lOaarder de Kaldeeuwfche
Uitlegger , Hy heeft zieh geopenbaartf
hy heeft de aarde be-woogen^ ende zondvloet
aangebracht. — De bergen , de'-dvelke
van den beginne ge^jveeß waren ^ zyn gebrooken
geweefi , en de eewwige heuvelen nedergedrukt.
De Arabier,bergen zyn verbryzeltge-wor^
den , en de heuvelen uitgeparß. Door welke
Spreekmanieren voortreffelyk uitgedrukt worden
de noodlotten , welken de eerite wereld
heeft ondergaan, de neerwerping der bergen,
en de verwiiTeling van de geheele fchorffe der
aarde tot vocht. Welk ¿roevig geval met
andere woorden wederom word voorgeftelt
vs. 10. De bergen zagen u, ende leden fmerte :
de 'waterßroom ging door^ de afgront gaf zyne
ßemtne, hy hief zyne zyden op tn de hoogte.
De LXX. Opzontaife^ kai oodihey/ouß laoi,
fkorpizoon hiidata poreias, edooken hey abußos
phooneyn auteys, hupzos phantafias atiteys. Zy
zullen u zien en het zal leet doen {zy xwWün
baren ) den Volkeren, verßrooiende de -wateren
van de we^. De afgront heeft hareßemmegegeeven,
de hoogte van dejfelfs droomgezicht.
Meer, zaken over deeze ftoffe in het Verhaal
van de Zondvloet.
DE PROPHEET ZEPHAN JA.
Zephanja 11, vers p.
Daaromi^oo waarachtig ah) ikleve , fpreekt di H E E R E def kyrfcharm,
, ^ Kekerbk y» "Is Sodom, ende de {iiideren Emmons
ats Gomorra, ten netelheyde, ende eene ^utgroeve, ende eene •vermefiinoi
tot in eeuwigheit. ' ^
Zie Job. XXX. vers j. Pf. CVil. utrs
ZepJiania