•f'/
,692 g e e s t e l y k e
H E T EUANGELIUM V A N LUKAS.
L u k , I vers 15.
"Hoch i ßerken dran^en hy niet drinken.
D e Voorlooper van KRISTUS moeft mat
i g l yk leeven , zonder eenige overdaad in
kleeding, in fpyze en in drank: noch wyn noch
ßet km drank en zal hy niet drinken. Elders
hebben w y aangeteekent, dat door hetwoord
fchecar, fikeras, veril;aan moet worden alle
dronken makende drank, hoedanig geweeftis
der oude Egiptenaren Zythum, gekookt van
garft en water , ons bier zeer naa verwand,
waaromby zyBßhylus ekkrithoonmethu, wyn
van garll. Hier toe behoort de wyn uit dadels
geparft der Babyloniers en Indianen. Hieronymus
am Nepotiamis: ßerken drank, ficera,
ti'ord in de Hebreewwfihe talegenoemd alle drank,
de'tvdke dronken kan maken : het zy , de^jjelke
toebereid '^ord mt graan, of zap van appelen,
of wanneer honigraaten gekookt worden tot eene
zoete en weemde drank, of dat de vruchten der
dadelboomeniiitgeparß isuordentotvocht, en het
water uit de gekookte vruchten doorkleinfi word.
Derhalvenalle drank, dewelke door hare verdiinnende
kracht de bloeddraagende vatenkan
uitfpannen, de reede benevelen, of van den
throon werpen. Hier op ziet de We t van
G O D denNazireeuwenvoorgefclireevenNum.
VI. 3. Fan wyn ende ßerken dranck zalhy zig
sfzonder en, wyn-edick ende edick van fiercketi
dranck en zal hy niet drincken, nocbte eenige
vochtigheit van drttyven zal hy drincken, nochte
verfchej afte gedroogde druyven eelen. Ale
de dagen der gellte zyner Nazireerfchap. Dus.
danige Nazireer is geweei l Smfon van'smoeders
buik af aan. Want de Moeder zelve
Kiot\\t niet eeteni vaniets^ dat van den w)».
flok des wyns voortkomt, ende wyn noch ßerken
dranck en zal zy niet drincken , Reclit.
XIII. 14. Den Priefteren was den wyn verf
nd 5 maar niet als z y in dienil waren. Levit.
9. ftaat het Gebod aan Aaron : Wyn ende
ßercken dranck en zult gy niet dnncken, gy,
noch iiwe zonen met u , als gygaan zult in de
Tente der f zamenkomfie, op dat gy niet en fervei:
het zy eene eeuwige inzettinge onder uwe
geflachten. Deze We t heeft, om dat dezelve
onmiddelyk volgC op de Ongebondenheit der
zoonen Aarons, gelegendheid denRabbynen
gegeeven om te denken, dat deze gewoon
z y n geweeil zieh dronken te drincken, terwyl
z y den iieiligen dienil waarnaamen. Deze
W e t den Nazireeuwen, den Prieileren, gegeeven
, welker alderyverigile waarneemer
ook Joannes geweei l is 5 diendtenminilendea
Verkondigers van iiet Nieuw Verbond daar
t o e , dat z y zieh naeuwkeuriglyk voor dronkenfchap
wachten als voor de peil, inhunnen
gantfchen dienil en leeven, in alle gezeLTchap,
by trouw, doop en andere gaftma^en.
P R I N T B L A D DCCXIL
Ende ^iet gy ßi'ygen, ende niet können fpreeken, tot op den dag dat dex^e din'
gen gefehlet Köllen zyn.
Ende ah hy ttitquam , en konäe hy tot haar niet f f recken. Ende hy mmi^t
haar toe ende bleef ßom.
Ende terfiont merd zyne mont geopent j ende zyne tonge los gemaakt ^ ende hyfprack,
GOD lovende. Luk. I. veril; 20. zi, 64,
Het kleen geloof van Zacharias^
Dat zyn' Elizabeth hem haaren zoude een' Zoon,
Die, in de kracht van een"" Elias,
Den weg zou baanen naar den Hemel en G O D S troon^
En een' voorlooper zou verßrekken
Van den Mejfiast maakt, door 's Hemels magt, hem doof
En ßom: maar pas ziet hy voltrekken
't geen te boven gong de kracht van zyn Geloov',
Of Hy erlangt gehoor en fpraak: Twee groote wond'ren^
Wier onderzotk tk laat aan 's Hemels heilverkond'ren.
iitt
É
TAK. DCCXII
• è .
Lxrc- Crtp-1 V. ¿0 .
5 i U ' J i a r i . i s sui-dus eh jjitilus. ¿t^j-i' fiM^'r JUti*^ {äuiuiw -^ni'hiUHna.
•'¡•ut/'.'
i '!!•