n
r • .
^
'
>!•; V
1694 g e e s t e l y
Joann. XXI . vers
K E
Mfjde hy ^eide tot haar. Werft het net aan de rechter 'van hetßhip, endegj
^ult vinden. Zj! wierpeii 't dan , ende en künden het Ti^he met meer trek^en,
'van '¡¡fegen de menigte der 'vißchen.
Deez' Print fielt ons ttnee wonder en ten tooiiy
Van e<nm aart^ door Jefus, 's Vaders Zoon^
Ge'jvrocht; V een eer Hy ftierU f» verryzent
Orn aan d'y/poß'kn dus zyn Goaheid te bewyzen.
Beer Scheüchzers geeß, door hooger Geefi verlicht,
Stell door zyn pen , haar klaar Door ons .
Di e ViiTchers, te vooren veroràneert tot
vijfchers van menfchen, moeften door de
alderzeekerfte teekenen niec alleen , maar 00k
door zekere bevysdommen, overreed zyn zoo
wel van hare buitengewoone roeping, als van
de Godlieid van hunnen Heer ende Meeller.
Onder deeze z y n 'er twee v/onderwerkcn gew
e e f t , waar van het eene den viffchenden is
voorgekoomen voor l iRISTUS Lyden , het
andere na zyne opilandinge. Daar hadäen zy
den geheelen nacht over gearbeit , ende niet gegangen,
maar op het bevel des HEEREN het
net uitti'erpende, beßooten zy eene groote mentite
vijfche» , ZOO dat haar net fcheurde. Hier
aan de linker zyde van het idoip te vergeefs
werkende, het net aan de rechter zyde van het
fchip werdende, zoo konden zy het zelve niet
tneer trekken , van wegen de meniate der visfchen.
En iiier en daar komen de vBlchen toeloopen,
en dat in overgroot getal , maar c^
het bevel des geenen, die de vilTchen, ja de
geheele wereld heeft gefclmapen. Of dezelve
op een gegeeven feinteeken uitallemeirenhcrwaarts
zyn toegevlogen, of op nieuw z y n gefchaapen,
ilaat ons geensQnts te ondcrzoeken.
Beide hong dat af van G O D S aldervryfte
wille, die in eene menfchclyke gedaant
e tegenwoordig was. Deze gaftcn na dienden
tot voedend gebruik. Een ander engrooter
wonderwerk leezen w y , by aldien het geene
Legende i s , in onze Zwitzcrfche Jaarboeken
van Frowinus, andersfms een geleerd engodvriichtig
Kerkvoogd van het Kloofter Engelenberg.
Deze eens uit de haven van Stansßad
naa Lucern by wintertyd overfteeken
d e , verleende den zeegenaan de fVitvijfchen
in een ontelbaar getal en raenigte hare koppen
boven water l leekende, zulks wel onder die
voorwaarde , naderhant verviild, dat z y alle
jaren omtrent dien zelfden tyd overvloedig
zouden by der hand zyn voor de tafel van het
Kloofter. Men leeze Hottinger Helv. Kirchen-
Cefih. IV. B. bl. 783. Lang.Grund-Rifshl 879
Daar zyn de viiTdien gebleeven zodanig, als
2 y geweeil waren , reedenlooze beejien, maar
hier worden z y , door eene verwonderlyke herfchepping,
reedelyke : daar worden z y gevan«
gen voor de fchootels en de keuken : hierhooren
zy met de grootfte aandadit eenen preedikenden
Monnik. eifchen den zeegen , en
v e f k r ^ e f l z e . Het Meir word verändert in
eene Tempel ; de Abt is een afgezonden Predikmonnik
, de VüTchen Nieuwbekeerden.
Door die wonderwerken, dewelke KRISTUS
heeft verricht, moeft betoogt worden de waarheid
van den beloofden en gezonden MeÜias,
maar door de valfche wonderwerken, voor«
namentlykin de middelfte eeuwen raenigmaal
gebeurende, de inkomften der kloofters vermeerderd
en bezorgt worden.
Omtrent deze wonderdadige vifchvangil is
nog overig de aanmerking welke te binnen
brengt van KRISTUS aan Simon gegeeven,
epanagage eis to bathos, deLatynen, agennvim
in altnm , breng het fchip in de hoogte,
want bat hos beteekent niet alleen diepte, maar
00k hoogte. Dus ookdeHoogduitfclien,/öÄ''
auf die Whe hinaus , auf das hohe Meer. Belaghelyk
is het gevol g , het welk zonunigen
hier UIC trekken , dat de zee hooger is als de
aarde, Jiet welk, al was het maar alleen het
luchtglas, als eene dünne nevel verdryft. De
eene en de zelfde lyn beteekent en de hoogte
en de diepte, geene in de putis de lyn nie de
grond naa de top, deze zelfde van het hoog*
fte tot het laagfte zynde geleid. Nochcans
zoude men nadrukkelyker können zeggenvan
een fchip uit de haven zeilende, dat het g«'
dreeven wierd naa de diepte, als na de hoogt
e , ja, by aldien g y , in eenen Wiskunftigen
z i n , de oppervlakte van denOceaanaanmerkc
even verre van het middelpuntafRaande, zo»
word een fchip nog in de hoogte nog m de
diepte voortgedreeven. Dog by aldien Jiet
getuigenis der zinnen doorgaat, zoo zal een
ichip uit de haven affteevenendenederdaden,
dog het zal opryzen, wanneer het de Ilaanadert.
•
Luk.
3t()j-hius i'fliir^^-it