n i
P a g . ISS S
P R I N T B L A D DCLI.
Ende GOD de HEERE befchikte eenen IVonderboom, ende deed hemopfihietenho.
•ven Jona, op datier fchadmue mocbt tyn ouer zyn hoofc, om hem terecldenvm
zyn verdriet: ende Jona verblydde K}ch Over den wonderhoom metgroote bíydfchap.
Maar GOD befchikte eenen worm des anderen daags in 't ofgaan van den date'
raat, die fiac^ den wonderboom dat by -verdorrede.
Ende bet gejchiedde ais de z^nne oprees , dat GOD eenen ftillen Ooßen wint befcbthte;
ende de ^onni flacl^ op het hooft van Jona, dat by aemechti^b wert:
ende hy wenjcbte zyner \iele te mögen flerven, ende ^eiae: Het is my beter te flerven
dan te leven. Jon. IV. vlT. 6. 7. 8.
Bkr '•jjerd. Ir/ « de wonderlyken Boom,
Die GOD, aan Jonas tot zyn fcliaduwe het grotym,
l^irtmd: Hctr SCHEÜCHZER ¡frcekt, naar't/cbynt,van}im,n<Hfchroom.
Bm dmíl're ¡tof kan zelf de fchranderße vermoeyen.
G O D S heitu::gord is zomtyds zeer moeilyk te verßuan;
Die dan 't waarßhynlykß' giß heeft alierbeß voldam.
HEt onderzoek Over Jonas Kikujon^ wonderboom,
fciiynd van weinig belang, en
ons noch voordeel nocii fciiade a;in te Drengen.
En des niet tegenitaande is om dien,
waarlyk eenen Ä^Äö-KJöeri/i^i«, oorlog, tuíTchen
H:eroriymns en Aitgnßinm , aldergeleerdicen
200 wel als aldergodvruchtigften Kerkleeraai-s
ontilaan. Deze namentlyk heeft gehenden de
zyde van die der Ouden, dat/irtajmgeweeft;
is van het zoort der Kaun'oerden, maar gene
van het zoort van Kitmop. Van woorden is
men gekomen tot Ilagen , Hieronymus is te
Romen door Augußmus wegens wangeloof
aangeklaagt. Uit dit voorbeeld blykt het , dat
Goageleerden,voorhetoverigegodvruchtigen
geleerd, in onverfchiUende en hetwiTtbare dingen
van geen een gevoelen , dennaten verbittert
können worden , dat de oneenigheid
ftrekt tot de grootlle ergernis voor de Kerk,
en de vcrketteringen buiten noodzakelykheit
vermeerdert worden. Dog des te meer is dat
oorlog te befpotten geweeit om dat miffchien
van weerkanten de waarheid van de zaak niet
beftaan heeft.
Aan de zyde van Augußinus (laan der LXX.
Taalsheden Overzettingen, (dewelke«/KMthidem
hehhm) deSyrifche, Arabifche , Ethiopifehe,
Pagmnus , Lmherm, Foißerm,
anderen. In de fpitsordre van Hieronymus
&33nAqmla, Symmachus, Theoäotion, deGet/
ieene Latynfche , Conehus i Lapide , Oecolampadius
, anderen. Anderen (cheppen behagen
in een Komkommer, anderen in een
Abornboom.anderen vygebotm, anderen Mauz.
Mera en Sanctius willen, dat Kikajon een eigen
naamis aan alle planten ichielyk opgroeyende
en fcliaduwe verleenende. Zo'mmige
Europeaanfche Overzettingen, en onderdeze
de twee Zuridifche , hebben veel liever het
Ilebreenwfche Kikajon willen behouden , dan
iets onzekers vaft ftellen.
Eene andere Ilagordening, dan die dier
Kerkvaderen, (teilen in rang de meefte Rah'
hynen Kmchi , Arias, Merienis, Junius ,
larnov:us, Pifiator, Coceejiis,Grolms, Drufius,
Amama, Buxtorßius, Hottmger^Schind'
1er, Orßnus, Pfeifer, Hildebrand, Bochart,
Guilandinus Bpifi. de Stirfib. p. 11. Hitler Hie.
rophyt. I. D. bl. 4J-3. Deze veitoonen ons Rtcinum,
Mollenkniid, wonderboom, (Fig.A.)
Eene Plant in het Oollen overvloedig gevonden
, 00k aan onze Tuinen niet onbekend.
dewelke tot eene aanzienelyke hoogte opwalcht,
met breede blaaden en takken wyd
iiitgefpreid. Door eene uitneemende aanwas
. m e t eene
- V - ''nobbeligej
holle , boven takachtige , mt den purperen
fchynende en gladde lleel. De bladen zyn
breed, gelykende na die van den Ahornboom
en Haiderboom gevingert, in Zeven acht of
negen fpitslopende en zaagswyze getande afiiiydzels,
iiitdenzwartgroenen, glanllig, en
nu en dan even als een azynvlesje hol , waar
uit eene negen duimfche Steel, pnrperverwig
en hol achter het blad voortkomt; dog dewelke
hoe hoger de bladeren z y n , 200 veel te
breeder zieh vertoonen. De bloemen ftaan m
eene lange ryge op eene byzondere getakte
ftronk uit bloedrode en gekrulde draaden zamengeftelt,
welke drie in getal uit het begin
vm de vrucht uitfpruiten : op welken driehoekige
als voetangels-wyze vaatjes volgen, dewelke
langwerpige zaadjes befluiten, een hondluis
gelykende, van buiten zwart en vlakkig,
linnen wit van pi t , dewelke als de korrels
ryp zyn geworden gefcheurd en van een
gefpleecen met geweit mtbarllen. Behalvea
de