i É
i t
'ñ
y |
¡vM
1 7 9 6 G E E S T E
xegde 2aaken te belluitcn, dat uit de natiiiirelyke
tekenen niets zeekers van den tyd der
verbrapding kan gezegt worden; dat het een
Verfciiynfel zal z yn, laet welk eeniglyk af-
Jiangt van de alderonbedwongenfte wille des
Scheppers, dewelke voor zieh alleen den beilipten
tyd, dagen en uuren bewaart lieeft.
Byzondere openbaringenaanbelangende, dewelke
geloof zouden verdienen, van dezelve
blykt ons niets. Anderen mögen onderzoeken
die van de Sibillynfche Boeken, van de
Prophetic van Enoch, van welken Judas melding
maakt veriT: 14. i^. vanRabbi£/wi, die
gezagt word twee Eeuvven voor KRISTUS
geleeft te hebben , en Juanus wordt gezegt
voor deWetiooo.jaren,' onderdeWetxnoo.
aan de dagen van den MeiTias 2000. te hebben
toegefclireeven. Welke zelve zesdiüzend
jarige duuring der wereld, gegrond op h^t
Veiniaal van de Scheppinge en van den Sabbath
toeftemming by den Eerften KerkenleeraaK
heefc gevonden. Men zie Barnabas kap.
I f . over deu Zabbath. Irenaus V. B. 28. kap.
LaSyntius Inßitut. B. 14. kap. Cyprianus
Exhort, ad Mart. kap. 11. Hieronymus i},^.
Briefen over Micha iV. kap. Augvßinus over
de Stad GODS XX. B. 7. kap. De Schryver
der Ant-woorden aan den Rechtzinnigen by Jnfiinus
de 7«. Frage. Dat wy het veel liever
daar op toeleggen dat wy eens op dien dag
des oordeels ons verbeugen mögen over de toekomfte
van onzenaldergoederüerenftenZaligmaker
en Recliter.
Ook kan "'er niets zeekers van de werktuigif
e oorzaak der verbranding gezegt worden,
e Openbaring ililzwygende. De geheele natuur
iiangt van GODS wenk af: de aarde zal
de Zonne können nader koomen, zelfs weggenoomen
zyndeof verzwakt, devanhetmiddelpunt
afwykende krachten geworpen worden
in die gloeyende zee \ hec middelpuntig
vuur, zoo'erzodanigis, uitbarften; eenlComeet
door de Zonne aangeilooken de aarde
voorbygaan. Ja GOD kan, gelyk aan Abraham
uit fteenen kinderen verwekken, eene
rotze in water veränderen, zoo ookrotzen,
wateren 5 aarde in vuur veränderen.
Gemakkelyk valt het te oordeekn, lioe droevighet
gelaat van alle dingen zal zyn. Aldernadrukkelyk
zyn diewoorden, welken de Heilige
Wetboeken overleeveren fez. XIII. 9. io.
Ziet de dag des HEEREN komt, grouwelyk,
met verbolgentheit ^ ende hittigen toorn: omhct'
lant te ßellen tot verrs^oeßinge, ende deszelven
Zondaars daar uit te verdeigen. fVant de Sterten
des hemels, ende zyne gefterntens, en zullen
haar licht niet laten lichten : de Zonne z.al
verduißert worden y laanneer zy opgaan zaly
ende de mane en zal haar licht met taten fchyncn.
XXIV. 17.18. 19. lo. De vreeze^ ende
de kuyl, ende het ßrik over 11. 0 inu-oonder des
lanrs. Ende het zal gefchieden, zoo me voor
L Y K E
vreeze vlieden zal, die zal in den
kuyl vallen ; ende die uit den kuyl opkiimt, die
zal in 't ßrick gevangen "worden ': nsjant de Sluyzen
in der hoogte zyn opgedaan, ende de fondamenten
der aarde ztillen beweegen. De aarde
zal gantfchelyk verbrooken "worden ; de aarde
zal gnntfchelyk van een gefcheurt worden, de
aarde zal gantfchelyk beiaeep -u^orden. De
aarde zal gantfchelyk waggelent gelyk eendronkaard;
ende zy zal heen en iveer beweegt worden,
gelyk eene nachthutte. XXXIV. 4. Ende
al het heyr der heme len zal uitteeren , ende de
hemelen zulkn toegerolt worden, gelyk een Bock,
ende al haar heyr zal afvallen, gelyk een bind
van den wynfio'k afvält j ende gelyk (eene vyge)
afvalt van den vygeboom. LI. 6. De hemet zal
als een rook verdwynen, en de aarde zal als een
kleet verouden. Ezech. XXXVIII . 19.20. fVant
ik h'.bbe gefproken in mynen yver, in V vuur
myner verbolgentheit. Zoo der niet, te dien
dage, een groot beeven zal zyn y in den lande
Ifra/ls. Zoo dat van myn aangezichte beeven
zullen, de viffchen der zee, ende het gevogelte
des hemels, ende het gedierte des velts: ende al
het kruipende gedierte dat op het aardryk kraypt;
ende alle menfchen die op den aardbodem zyn:
ende de bergen zullen nedergeworpen worden y
ende deßeyle piaatzen zullen nedervallen, ende
alle mueren zullen ter aar den nedervallen. Matth.
XXIV. 29. 30. Ende terßont na de verdrukkinge
dier dagen, zal de zonne verduißert worden
, ende de mane en zal haar fchynfel niet geven,
ende de ßerren zullen van den hemel vaU
len y ende de krachten der hemelen zullen bewe'gt
worden. Ende als dan zal in den hemel
verfchynen het teeken des Zoons des menfchen ^
enz. Luk. XXI. 25-. Ende daar zullen teekenenzyn
in de Zonne, ende Mane, ende Sta'-
ren , ende op de aarde benaeuwtheit der Volkeren
met twyfelmoedigheit, ah de zee ende
watergolven groot geluyt zullen geven. Ten
laatñen fchildert onze H. Petrus den alderdroeviglten
ftaat der zaken met levendige
verwen af, klaarlyk leerarende vs. 10. wat 'er
worden zal van den hemel 3 dementen, aarde,
en derzelver geheele draaikolk, hoe dat
de hemelen met een gedruyfchzullen voorbygaan,
hoedanigc wy by branden , de winden tegclyk
aanlpannende, gewaar worden. Welk eigenfte
Jezaias voorzegt XXXIV. 4. en Joannes
Openb. VI. 14 De hemel is weggeweeken,
als een boek dat toegerolt word. Dog by volgende
vertooningen van het Treuripel zuUen
de elementen vergaan , water en lucht, door
vuur, zullen uitdroogen zecn, meyren, rivieren,
fonteinen, deluchtzaldooraltegroote
uitzetting veripreid worden, in eene algeraeene
dwarhvint zyndc veranderd : in grooten
getale zullen verichynen vuurigelucljtiievelingen,
weerlichten, blixemen, donders, a!sof
de geheele rondom het Aardryk leggende
Damp in vuur was hcrvormd. Eindelyk zal
de
K U N D F. 17 9 7
in het alderuitgellrektlle ügliaam der Zonne,
en van daar wederom uit te vverpen ? ofliec
middelpunt der aarde de helle der verdoemden
z y ? of liever de Zonne, welke zaak in
eene gantfche Verhandeling verdeedigt Swinden^
in zyne OnderzoekingEii over den Aart
van het Fmir der Helle, envandefUats, waar
dezelvegekegm zy. jimßiriiim 1728.
N A T U U R
de aarde, ende de werken die daar in zyn, verbranden.
Alle bolTchen, bergen, boomen,
planten, fteeden, Paleizen van Koningen en
Vorllen, de alderkoftelykfte Gedenktekenen,
alles, wat de menfchelyke vernuftigheit heefc
tocbereid, zullen verbranden , zuSen tot asfchen
vervalien.
Het is eenezaak vanhoogernafpooring, of
de verbrande aarde ftaat geworpen te worden
P e t r . III. vcriT: lo. 12,
Zie 2. Petr. III. verjf: 5. 6. 7. Matth. XXlV. vers 25,.
2. Petr. III. vers 15.
Maar <ivj 'verpachten, na zyne belofte niemve hemelen ende eene nieuwe aarde ^ iii
ike gerechtigheit mont.
Van de Aarde , in zoo verfe dezelve een
Dwaalftarre is, können drie Tydperkenvallgeftelt
worden ; het eerße ftrekt zig uit van
de Scheppinge tot aan de Zondvloet, geduurende
1056. jaren: htt tweede v-xn de Zondvloet
tot aan de verbrandinge, welkers duuring
aan G O D alleen bekend is : htl-derde
van de verbrandinge tot eeuwige eeuwtydsn.
In liet eerße is de aarde ten aanzien van hare
vruchtbaarlieit gelyk geweeft met de fchulde-
. loosheit der Eerllgefchapenen : in iaet tweede
beantwoort de rouwe gedaante , de klomp
door arbeid en zweet te overwinnen , den
droevigen val des zondaars: het derde zal der
gelukzaligen zitplaats zyn. Het eerße moeil
Goor water worden verdeigt, verdorven worden
door vermenging van onvruchtbaremynftoffige
deeltjes, met de alderdierbaarfte moeder
van zwarte verwe, dewelke zuiver zyndc
voor de zondvloet de aarde bedekte: het derde
lütgebrand zynde, zal herftelt wordeninden
voorigen, of noch bceteren ftaat. Alle metaalen
gefmolten zynde, ileenen en mynftoffenglas
geworden zynde, zal 'er de alderzuiverlte
aarde zyn , welke zelfs geene Tfchirn«
huizer brandglaazen tot glas können maaken.
Een nieuw Paradys zal te voorfchyn koomen,
alle ziektens zullen verre weg gedaan worden,
alle töevällige oorzaken van fdiadelyke dampen,
van hagdbuyige onweeders, of die met
blixems ^'ergezeId zyn. .Daar zullen nieuwe
hemelen zyn, eene nieuwe aarde. Ziet, ik
fcheppe nieuwe hemelen ende eene nieuwe aarde:
ende de voorige dingen en zullen niet meer gedacht
-worden , noch en zullen tn het herte niet
opkoomen. Jez. LXV. 17. Ende ik zag eenen
nieuwen hemel y ende eene nieuwe aarde. Want
de eerße hemel y ende de eerße aarde was voorby
^aan, ende de zee en was met meer. Openbi
DE ALGEMEYNE ZENDBRIEF DES
A P O S T E L JUDE.
Jude vers ii.
De7:e zyn vlecken in mve l'tefde-maaltyden y {ende) als zy met u ter maaltyd zyn^
veyden zy haar "^elven ^nder "vree^e: zy zyn waterloo^e '¡volken, die van de mnden
ommegedreenjen worden : zy zyn als boomen in 't afgaan 'van den herfß,
cnvruchtbaar toveemaal verflor'ven, [ende) ontwortelt.
AGapa , liefdemaaltyden , zyn niet zoo
zeer Verblyfplaatzen geflieht omaankoomende
vreemdelingen te piaatzen en te ipyi
i g e n , op koiten dcrKerkegebouwd, hoedanige
vertrekken om vreeitidelingen te Jicrbergen
aan den Synagogen der Jooden fconden,
maar veel eer gaftmaalen op ¿often der ryken
gdiouden, ook voor arme menfclien gemeen,
doorgaans aangericht in de vooravond van den
Zondag, of ook voor ennahetHeilig Avond-
<1 q q- - - . jjjjjj^j ^
m