. . . f i "
' -ti:'
I l i
N A T U U R K U N D E .
Myn 2iel is droevig tot de dood!
Ik draae; nu Jiaall myn 's Vaders toorenj
Op d!at ik dus het Menfdidom redd',
En wederbreng' ten eeuwig leeven,
Dat anders moeil elendig iheeven,
Om 't heilioos fchenden van GODS wet.
Ik lieb de Straf op my genomen:
Ik moet myn borgtocht haall voldoenj
Myn 's Vaders grimmiglicid ten zoen.
IFie kan zyn meäely betoomm}
JVie Word niet door de klagt
Van 's waerelds Heiland, die zyn ict-um
Tot 's Menfchen zaligheid zal geeven ?
Maar fchoon Hy roept: blyft hier, en waakt;
JVy dorre, liejde-en deugdelooze,
Wj ßaapen, op het aklig fpoor
^an zyn' Jpo/l'leny floppen 't oor
Voor zyn geroep, en kiezen 't booze:
fVy Kruijfchen Hern van dag tot dag^
En geeven hem onteWre wanden,
Door een ontelbaar tal van Zondeni
fVy Uüß'ren naa geen wee! noch ach!
Heiaas! mcn bet're dan ons leeven.
Men zie wat Krißus heeft gedaan^
En grype zyn verdienßen aan,
Door hoop, geloof, en liefd' gedr^even:
Zo trekken lue uit zyn dood een heiU
Dat nooit zal kennen maat noch peil.
i 6 s f
KRISTUS is, gelyk ons allen in KRISTÜS
geloovenden bekeiid is , ons in alles gelyk
geworden, maarzonderzondej waarachtigmenfch,
waarachtig GOD. AlsGOD,
onreranderlyk, oneindigTOlmaakt, aangeene
iwakheit, geene gcmoeds-lyding, maaf als
menfclj aan alle zwaklieden , maar geenffms
»ndige, onderworpcn. Als GOD voorziet
Hy, als in eene fpiegel , alle lydingen, en
& wel de alderwreedlle , welke Hem over
net hoofd hingen, als menfch word Hy äroi-
•Oig m zeer kmgß , vtrhaafl en zter kangjl
te worden. Deze Spiegel desLydens; deze
aldcriMterfte benaeiiwdheit parli iiit den alderzoetllen
Zaligmaker deze alderbitterfte klaclits:
Myne zieh isgeheeliedroefdtot'er dmdui
Deze klachte is de alderhardfte g ewe e l l , waar
j " ™ gantfche wereld KRIS-
1 US liadden geworpen , van alle menfchelyke
gemoedsdriften, maar vry van aUe zondjge
zwakheit. Derlialven zoude dezelve moeten
verklaard worden iiit de Wetten der Nataur,
maar niemand der Krillelyke Wysgeeren
zal onderneemen een begrip op te maken
met de zaak overeenkomende , welke oneindigmaal
te boven gaat den gezichtseinder van
het menfchelyk verlland ; dezelve verdiend
veel eer met eene alderheffiglle eerbiedigheit
aangebeeden, dan nieuwsgieriglyk onderzodit
te worden.
M a t t h . X X V I . vei's 43.
Snde imende by haar -vonihyK/wederom flafsnds: mm hai-s oogen waren be^aard.
M a r k . X I V . vei-s 40.
iKdergekf irt zynde tiont hyKf mderom flapende : -want hare men waren iemard,
ende z j en wiften niet wat zji hem antwoorden Sfiaden.
Luk. X X I I . vers 45.
T """ . w™ h tot V»^ '¡¡ßifelen , en m t
"""r ßapeiide mm droefhett.
Ds
J 'i i i
i.
• ,1 ,
i
.. " 1 I..!:-
I i