« m
•JLIL"
L I
1
F
, 7 7 o G E E S T
voorbygaan , dewelke fcliyncn tot de onder '
banden zynde zaak te dienen.
OnzeVoorouders, Z'ivinghus ^ Bnllingerus,
en na lien Rtvetiis , Ittigius . verftaan door
het woord Schepzd de gelovigen, ja de gelicele
ftrydende Kerk, dewelke alie ure in perykel
is, i. Kor. XV. 50. dewelke verwacht
mtljdzamhát. Rom. VIII. i ? . Integendeel
behagen aan Hammonà ^ Lighfoot^ anderen,
de tot noch toe onbekeerde Íieidenen, dewelke
KRISTUS de heilfonteinc ancftig zoeken
5 zuUende door het wäre geloveliem omhelzen.
Anderen neemen het voor de zielen
der afgefcorvenen gelovigen, dewelke naar het
voorbeeld der ziilken, dewelke lagen
alt aar, Openb. VI. 9.10. haaken naar dewederverecniging
met hare lighamen. De navolgers
van Orígenes neemen Jiet voor den
Gevallen Engelen, ten eenigen tyde zullende
verloft worden. In tegendeel zyn die b y veele
Kerkvaderen de goede Engelen, ook by Petrus
Martyr , by Coccejus . welke gedicnßige
geeßen op deze aarde, overal met fchendaden
verviüd , naeuwelyks een langduurig verblyf
dulden.
Nader ^ a Ik my voegen by het gevoelen,
het welk de meeften onder de Roomfch-Katholyken
houden, onder den Hervormden Heidegger
ns, Siitceriis-, Alting^ veele onder den
Liütlierfchen, Kryfoßhomus, Hieronymus, Ambroßus,
dewelke alle door het woord ktifms,
fchepzel, verftaan alle Schepzelen in den heinel
enop de aarde, de vafie en de dwaalende
Starren, dieren en planten, dewelke alle der
ydclheit en verderfFeniffe onderworpen zyn.
DeVIakkenaan de Vaile Sterren. gelykaan
de Zonne, vermeerderen dan eens het licht,
dan eens verminderen z y het zelve. Schielyk
zien wy nieuwe Sterren opgaan , maar ook
aanftonds verd\vynen : de dwaalftarren ondergaan
hare Bezwymlngen, de Planeet Jupiter,
zoo veel als men uit de vlakken kan'gilTen,
zyne overftroomingen : MiiTchien lydcn van
allen liet meefte de Staartfcarren wanneer zy
de Zonne naderengloeyende als yzer, van
dezelve afgezonderder zynde koucier als Saturnas.
Zommigen willen dat alle deeze lighamen
bevryd worden van zoo veele ongemakken
door eene geheele vernietiging, hoedanige
onder den Ongodiften die geene di-oomen
, dewelke in de vernietiging zelve liet
hoogfte goed zoeken : anderen áoor herftel-'
linge, vernieuwinge, bekend onderdennaam
van tvedergeboorie. Maar door zwarigheden,
die geensfins te verachten zyn , word deze
gantfche Onderftelling van de vrymaking der
tantiche wereld, allioewelaangcnoomcnzyne
, geprangt. Paulus fclieid zig af van het
fchepzel, van het welk Jiy fpreekt, alhoewel
hem zelven niet onbekend isgeweeft, dat hy
ccn fchepzel was. Het ilaat in verfchil , iiet
geen z y tot een grondllag Itellen, of Paulus
E L Y K
fpreekt van de verandi
zal ondcrgaai
•Ingen, welke de wereld
by den laatften algemeen
•deel-dag ? De'Apoftel voerd een gei|3rek
Over eene zaak denRomelnen niet onbekend,
oidamen, ci^ icjfim, zegdJiy, daar nochtans
van de boven aangeroerde zaken iets aan de
alderweiniglten, ja miiichien aan geenen der
Romeinen konde bekend zyn. Daarenboven
zyn die veranderingen , van welken boven,
in den hooger hemel nog bezwaarnifl'en, nog
ongemakken, of fchandelykheden , maar alderfchoonfte
cn ordeningen en fcaaten tot de
vohniaktheit van het Geheel AI behoorende.
Die oude Godgeleerden, der Starre.kundeonkundig
, hebben al te onwaardige gedachten
gehad van dehemelfchelighamen, hovaardige
van de aarde. Beter onderweezen zynde hebben
wy andere geroelens : overreed zynde dat
ons aardrykje, waar op wy zoo de hoogmoedigen
fpeelen, naeuwelyks het duizendiie gedeelte
der Zonne is, en deze by de Vaile
Starren naeuwelyks zoo veele gelykheit heeft
als eene glinfterende worm by een alderwyduitgefcrekft
veld. En ik kan my waarlyk niet
genoeg verwonderen, dat 'er onder het getal
der Geleerden z yn, dewelke ^
vreezen, datwy
niet al te overheerlyk mogten
1 denken van de
maaking der hemelen en dei
r hemelfdie lighavvyduitgeftrektde
men, vanderzelvergroo
h e i t , welke de Heilige Schrift nochtaj
meetbaar bekend maakt. Doch ik ben niet
verwonderd, dat deze zelve belaghelyk worden
den geenen, dewelke al was het maar met
de nlterlte Uppen de Wiskunde hebben geproeft.
MiiTchien is deze zelve ruimte van iiet
Geftel der wereld, door henüeden al te zeer
gedrongen, oorzaak, dat z y de bouwingen
van ZOO groot gevaarte aan de ydelheit en aan
de verderffenisliebben onderworpen. Van de
nieuwe Sterren wiil Paulus naeuwelyks iets,
cn by aldien hy die gekent liad, ja Indien by
toev^ in de onmeetbare ruimtens der hemelen
eene draaikolk wierd verzwolgen door anderen
, zoo volgt nochtans niet daar uit , dat
dat zulks de vruchc is van de zonde, dat het
als de pcft het gantfche Geftel der wereld zoiide
befmet hebien. Maar ook zoo groote veranderingen,
by aldien zyvoorvielen, byons
gering gefcJieenen, zouden ook uitwerkingen
z y n van de Goddelyke Macht ende Wyslieic.
Met de Staartftarreu is liet geheel andersgeleegen
dan met de Starren , en ook zoude ik
niet onckcnncn , dat dezelve moetcn dienen
om de aarde te ftraffcn en te verbranden. De
Zonne-laaningcn zyn veel eer bezwymlngen
aardi
de alderfcho
tens worde,
het welk de
heeft inet de
de Zorne aa
wysreedi
i alderzeekerilbewys'
.nfte order. In welke de geftern.
bewoogen, van het
; aldermachtigfte Schepper gemaakt
e nacht Jtrem. XXXin. ÍO. Wat
anbelangt, het is geoorloofd debeim
te keeren ; by aldien dit oog der
wereld
N A T U U R K U N D
wereld cngelutkig kan genaamdworden, terwyl
het met zyn glantlcli verlieht en wärmte
koeltert de verdorven aardbewoonders , kan
dezelve bezwymd geliikkig genaamd worden,
gelyk 't eeniger tyd die Staartfter zig zelve zal
bedanken, dewelke dit Gafthiiis der wereld,
o f Gekkenhiiis, eens zal verbranden, GOD
ziilks gebiedende en bezorgende. Van de
Zonne-vlakken wift Paidus niet, dewelke in
het jaar i S i i . eerll ontdektzyn, noch minder
van de vlakken der Vafte Starren, dewelke de
alderfclierpzienfle Starrefcimdigen van hedendaags
niet kennen. Of dezelve zyn die dampige
uitwaaffemingen of uit het lighaam der
/.onne de uitpiiilende vaftedeelen, met freen
recht Rillen zy behooren tot de ydelheit en
verderliemlTe, maar moeten aangemerkt worden
als deelen het geheel te zamen ftellende,
en zyn miiichien al van te vooren geweeft,
eer dat de wereld door de fmette der zonde
was bezoedeld. Geflelt zynde, dogniettoegellaan,
dat de Vafte en de Dwaalftan-en
kwaadaardige invioeden hebben op dit aardryk,
zoude dit daar door lyden, geenffins de gefterntens.
Ten zy clan dat z y zyn mogten
van den aard der Balilisken, dewelke zig zelven
met in de fpiegel te zien dooden. In de
Heilige Bladeren worden <le hemelen wel gezegd
it mmitderen, met geirmfih los gemaakt te
worden, dm de Starren vallen , verdtnßirt
'sjordcn, maar het is eiders betoogt, dat dusdanige
piaatzen eerder moeten verftaan worden
van dien hemel, dewelke onsaardrykomringt.
Gelyk inderdaad geen ander kan verftaan
worden Matth. XVi . 3, Heden onweder,
s droevig root. En het is be-
• het Zinnebeeld van denlle-
— - „ ord verftaan de Joodfche Kerk,
o f o o k wel deftrydende van het Nieuwe Teftament,
welke beiden hare ftraf heeft gedragen,
en nog draagt. Belaehelyk is liet van de
eigentlyk zoo genaamde Starren te denken,
dat zy zuüen Valien , lighamen van onmeetbare
grootte tot ftofjes. Nu en dan moeten
de vaUende Starren opgevat worden in eenen
leenfpreiikigen z in, ja zelfsin eenenliMtfpreukigen,
toepaflelyk op de Luchtheyelingen,
dewelke onder deze benaming van vallende
Starren voorkooraen. Dusdanige zyn die
Naam-Kriftenen die viecken, dwaalende Sterren
¡ud.vs. i;. EindelykftrydtegendieValtftelling
van de verderving en omkeering van
het geheele Gefiel der wereld, dat het zelve
in vry vele piaatzen van het H. Bybelboek
voorgeftelt woi-d als een Zinnebeeld van ftandvafugheit,
fchconheit, zuiverlieit, heerlykheit,
vclmaaktheit, welke kenmerken, waarlyk
niet toebehooren aaneengebouwdoorden
ouderdom afgeknaagd , uitgehold, boiiwvallig,
aan de/Foi)»;Wf en 7AV»I<G0DS, lez
X V l l I . 4. LXVI . I. Matth. V. 34.
Emdelyk, het alderzekerftezullenwygaan.
kolk .
afgn
kend, dat onde
meldoorgaans\
E . 17 7 1
b y aldien wy met den zeer Geleerdcn Gotthard
Hadegge,^, godvruchtiger gedachteniffe,
Pra:leaion. de Creaturagemente, Over het zuelitendeSchepzel,
doordenaam/iiz/ciuj, Schepz
e l , verftaan deze onze aarde met hare draaide
water-aard-lucht bol, onze woonwelker
veelviildige en byna dagelykranderlngen
den Romeinen in het oog
door pafan Kt.ßn, het gantfche Sehepizeluelithemel,
deaarde, dezee, den
ien, fonteinen, bergen, inwelkenzin
TOk genoomen können vioidn-ahemeltnaarde,
Gen.I. I, met ZOO veel grooter recht, omdat
het zesdaagfche Wert op deze zelve draaikolk
der aarde opzicht heeft, gelyk wy zulksovervloedig
Over Genefis hebben aangetoont. Op
deze aarde vind Paulus eene , dienßbaarheit
der -verderffenis. Dit komt over een
met dat gene , het welk de wyfte der Konininfeherpt
zoo dikwyls, wanneer hy ten
leel voerdonze arbeiden, zorgen, gelukftaat,
onze hope. en met welke Voorgevel
als het wäre hy zynen Prediker opciert: Tdelheitd^^^
delheden, Tdelheit der ydelheden, het
O 'siat al ydele is 'er in de dingen f
Van deze finette is niemand der ftervelingen
'ry. En geene mindere reden heeft Demode
elende v k r y t I an Koningen en Vor f ten
te belaghs
^ - , dan Heraklyt om van het gemeenfte
volkje den ftaat te befcbreyen. Houd
het ook daar voor dat G O D S aldergelieflle
kinderen daar van niet zyn uitgellooten. fa
zelfs by Mmn-^yalkenlykinditkvenepKRiSTUS
zyn hopende, zoo zyn wy de elendigße van
alle menfthm, i. Kor. XV. 19. Om deze
waarheid te betoogen is iiet niet van noden op
te klimmen tot aan Paulus leef-eeuw,
t da
tydenvan Claudius en van Nero, over ».-
el-
ken g y kond leezen den klagenden Taeit
l'lutarchus,Jttvenalis,Seneka, anderen; r
nodig te gaan naa den Indianen, Garam;
ten , Tartaren , Türken , Hottentotten
Is
•geen verdervens meeralsgenoegindeKri„
1 elke gezindheid der Kriftelier
en inkt zouden eer ontit
wy zouden eindigen alle het
hetzyStaatkimdige, lietzyNaige
verderffenis. Zoo dat alle jaren
fehynen te koomen de dagen van
.4. De aardewardgegeevenindehand
- Hoegroot, goede GOD, is de
'•heit van den Mammon, en de arbeldderkonßenarytjes,
met welken hy Word
-ediendi wellte konßgreepen, [welke momaan-
-.iehten, welke heilige dekmantels, welke achter,
läppen, welkelopingen, welk£gebaarden en kvsfin
worden 'er tiifehen bilden gefihooten,
op dat wy uoor ons en voor den onzen eerbrdmmgen
zouden aßeedelen, anderen ontneemen!
1 he groole waugmfionder elkanderen van
alle Ordens, welke onmenfchelyke verachting, en
by
ten Wereld ,
? T y d , P
breeken, .
^yzedelyki
:uurkunc
i'ederon
fob IX.
'dl
dienßb.
zaajnh
l ü i i ' i
l l ' i . '
j i - l '