!!
Ill
••»'.„iri.
.••iiSi'',
i ii'i'iiiH^' • 'it.
E S T E L Y K E
1702 G E
KRISTUS de wäre en eenige Geneesmeefter
GOD gelyk, ja GOD üidien hy niet vs.
metaphrenon egkurten g'metai, de rüg krom
word. Stilzwygends moeten niet worden
voorbygegaande fpreekwyzen, dewelke Lukas
16. zelf den Satan hadingcvoertalsdeoorzaak
van het kwaad (^wlke ^/c j^i«»gebendenhad)
200 zoude gemakkelyk o^ Bekksr , o£imanC
anders door deezen geeji der krankheit können
verltaan of de ziekte zelve ofdanaartderziek-
£e, 18. jaren lang de kranke lailig geweeil
zonder eenige invioeying van den Satan, wel
100 veel te meer om 3at hier gene melding
gemaakt word van eenen onreitien geejt, of
diiivel: om dat in het geneezen der Bezeetenen
gebruikt word uitwer^m, of uilgaan.
Deze ziekte had de valte deelenvanhetlighaam
bezet, daar kwam by de te zamen biuging
van het ruggegraat, enzoogroot, waar
door de kranke genoodzaaktwasmethethoofd
voor Over gebukt altyd naa de aarde te zien;
dit wH het woord fughuptein , te zamen biiigen.
Tot deezen ftant waren reeds gewend
de wervelbeenders van de rüg, en derzelver
bindfeien en fpieren, welke geensfins eenige
hiilpmiddelen in den voorgaanden ftant konden
herftellen. 7e zamen hiigen is hier het
zelfde , dat katakiiptein , hnpokuptein , zieh
krommen , met een gekromd ligliaam gaan.
Derhiilven is deze ziekte niet geweeft eene
fugkopejy eene fterke befvvyraing, waar door
een menfch fdiielyk ter neäerftort, maarveel
eer eene Xumptooßs, zamentrekking, als of
men zeide nedervallmg, iiikrimping, tegeng
e f t e l t by Hippokrates de Himorib. kap. 3. t.
17. tQgcn m aßimptootooi niet zamengetrokk
e n : vergezeld buiten twyfel tou fomatos
fkleyroteyn xeyrey, met eene drooge hardigheit
des lighaams^ IV. B. Epid. kap. 1.7. t. 10. zoo
dat de bindfeien en fpieren zyn geweeft als
uitgedroogd, ftyf geworden, namentlyfc van
het gantfdie ruggegraat. Niemand moet denken
dat alleen "let hoofd is omgekrorad geweeft
, wegens de fterke buigzame zenuwen
van het hoofd en den hals: want deze können
ook naaomhoogzien, behoudensdathetruggegraat
recht is, dog die is onze kranke onmoogelyk
geweef t , als dewelke geweeft 'iszig
gantfchelyk niet konnende oprechten. Hier op
ilaat de gcmelde ziekte by Hippokrates Libr.
de intern. affeU. kap. jo. t. 13. waar door to
gebruikt in de befchryving zoo van de ziekte
als van de geneezing; en wel uit de mond
van den ZaÜgmaker zelven zoo kan vs. 16./0
edeyfe verklaart worden zoo wel van d© al te
groote fpanning der bindfeien en fpieren vergezeld
met omkromming, maarzodanige, dewelke
door ZOO eene langduurige reeks van jaren
tot eene zwakheit is geworden, zoo dat
de verilapte vezeltjes tot iiare oude voortfluwing
niet hebben können wederom komen:
als van eene zodanige periTuig der inwendige
ingewanden van de borfc en onderbuik, waar
door de kranke zig zeive als gebondengevoelde.
GOD de Oppergeneesheer zullende de
geneezing aanvaarden vs. 11. zegd dus tegen
de gebrekkelyke: Zyt verlaß -van uwe krankheit
en vs. i6.ftaatdefpreekwyze: los gemaakt
•worden van deze» bant. Alwaar wederom gemakkelyk
kan verftaan worden de ipanning
verflapt, de iierftelling der bindfeien, zenuwen
en wervelbeenen van het ruggegraat ia
den voorigen ftaat. Dit wil de opgevokde
uitwerking w . 13. kaiparachreyma anorthoothj,
ende zy wierd terßom "jueder recht, aanftonß
ftond zy recht op, ende ging: dekromgebogene
dingen keerden weder recht : ontfpannen
en ontbonden, dat tevooren was dedeymmn
als door eene band beflooten: de zwakheit
heeft opgehouden, de fterkte is wederomgekooraen.
Ook gebruiken de oude Geneeskundigen
het woord anortheißjiai, weder opgerecht
worden in de geneezing dergeraaktlisit
En Paulus in eenen geeilelyken zin Hebr.XII.
Recht -weder op de trage banden, anorthoofate,
en de flappe knyen. Dusdanige maar
voor eenigen tyd duurende zamentrekkingen
erkennen dikwyls voor oorzaak langdurige zamentrekkingen
ofkrampen, nu en dan degewoonte
om met een gekromt lighaam te zitt
e n , te werken, en naa beneeden te zien-
Men leeze fVedelius de ContraHnra damoniaci,
in Decad. VI. Exercit. IL Joannes Chnßoph.
Rabe de pneurnati aßheneias., feu /Inima Morba-^
rim 1 7 A m Ende Medicina Chrißi ämi'
& miracvl. bl. i j .
L u k . X I I I . vers 15».
Zie Matth. XIII. vers 31.
L u k . X I I I . veriT- 20. 21.
Zie Matth. Xlll. vers 33.
L u k . X I I I . vers 34.
Zu Matth. XXIII. vers 37.
print-
TAB. rccxvui.
. i! I
J-i?.rint: scuti'.'.