jl J,
i ,1,1-II
' i :
i 6 i 6 G E E S T
¿ e e l t c van den Godsdienfc uitmaken. Ditvolk
nadert tot my tnet zynen monde , ende zy eeren
my met hare Uppen l maar haar herte doeti zy
i/crre van »JJ, JCZ. X IX. 13. De oudeJoden
Ichynen das gefedeneert te hebbcn: de on-
53 reinigheitzelfs dcgeringfte, dewelke door
„ dcsmenfcbenmondingaatj ofookwel door
„ de zwe e tgat e n zelven van de hui t doord ringt,
5, bedcrft hec bloet, en by gevoJg befproeic
„ die des menfchen ziel metdefmettevanonr
e i n i g l i e i t , waar van z y andersiins zieh al
te ftoiFelyke bcgrippen gevormthebben. Maar
I C R I S T U S ontlirikt d e z e kno op , liy redencert
00k zelf, klaarlyk leerarende waai- in eigentl
y k de reiniglieit beftaan. Naemvkcurig onderfciicid
maakt Hy taiTchen de onreinigheit
des lighaams en der ziele. Dog Ily gaat zoo
v e r r e , dac E y met uitdrukkelykc woorden
b e t o o g t , dat zelfs niet liet Icoffclyk onrelne,
door de mont genoomen, Jiet ligliaara of Jiet
bloet onrein maaivt. Van dcze waarheid _zal
h y liebt ovcrtuigC worden, die uit de beginsfelen
der Ontleedkimde kennis lieeft van het
werk der aflcheidingenj endoorzienheeftJiet
g e i t e l der ingewanden. AI ^at ien mondc ingaat,
alles wat de menfch met de mond tot
z i g neemt, met de tanden vermaalt, door
hulpmiddel van het fpeekzel tot deeg maakt,
d o o r de. aiderkonlüglte pyp van de keel opi
l o k t , of.ora beetertezeggen, naarbeneeden
drukt , dat kan den mmfch niet ontreinigen,
watit het en gaat niet m het herte, niet reclit
toe recht aan , gaat het zonder voor^aande
verandering over naar dat voornpmite rad
des lighaams , het herte, waar uit Jiet bloet
t o t alle de deeleriwordnitgedreeven, maarm
ieyn koilian choorei, in den biiik, in de maag,
e n de darmen , welke twee ingewanden liier
g e v o e g e l y k onder de benaming van ¿wZ/ii können
voorkoomen. Van dit woord tekenen
Calenns en Philotheus Jphorifm. ^o. Se&. 6.
z e e r welpaflende aan, dat alleholligheit, 00k
E L Y K E
v a n d e h e r i T c n c n , borft, Jiert ¿ö;//«??; genaamd
w o r d zonder cen voorgczet Spraakleedje,
maar wannecr gefprooken word van deonder«
b u i k , dat dan tey koilia met een Spraakleedje
g e z e g d word ey katoo koilian met eene byvoegmg.
lin Erotianns zcgd, dat tvyn koiUan vaa
Hippokrates genaamd word pafan teyn hiipo to
äiaphragvta euruchoorian, al het geen onder het
middtlrtft eene ruitner wydteis. Iktingobraclite
in de zoo even genaanide deelen, muge en
ingewanden, en tey koihey, oridergaat zoo vele
veranderingen, dat men aanftonds na hctgenoomen
tc hebbcn geene Ipys van drank kan
onderfcheidcn. In de maag naraentlyk worden
de gebruiktc mondbehoeftens veranderd,
ten deele door in Ibukkenwryving , tcn decle
door behiilp van het maagwatcr, tot een gyl
van melkaciitige verwe , maar nog met vede
onziiiverheden doormengd. Dit g y l door den
pylorns, poortbewaarder, naar de ingewanden
g e z o n d c n , word aanftonds in de dnodemm
a f g e f p o e l t , door de bysdoeyende gal , en he:
fancreatifch T.z'^ i enhetingewande-vocht, en
word dus afgefcheiden : doch de alderkracht
i g f t e en de eigentlyk zoo genaarade aficlieidmg
word volbracht in de alderklcinl le mondjes
van de danne darmen, door d ewe lke , als
door eene alderfynftc zeevc niet dan de alderg
e z u i v e r f t e en gelieel gereinigde g y l doorp"
naar demelk-vaten, dedikkervuilighcden
vende in de darmen. , en door bclmlp van
kringswyze beweegiiig naar de buik aigedreeven.
Dit is i iet, dat de Zal igmakcr wi l , à
tön apbedroona ekballetai, in de hamdykheit woH
mtge-'^s.'OTpen, alwaar mÜTchien aphedroon. heimelyklieit.,
niet zoo zeer is een heimelyk gemak
( Sckreet) gelyk Scapiila het verklaart,
dan wel de buik z e l v e , de u i tgang van de rechte
dann. Ook fchynt inderdaadvan hctGriekfche
afhedroon af ce ftanimenhetHoogdiiiticlie
w o o rd e l f ter i aciiter.
P R I N T B L A D DCLXXXVI.
Enie tiet, eene Kmameßhe momve uit die lantpaleit hmende rief tot Hern,
gende, BEERE, gy Zone Davids, oiitfermt amyner, myne dochter is dt«-
^^^ duivei be^eeten.
T>oe afitwoordde fESUS, ende^ide tot hnar, 0 'vrouive, groot is mvgeloove, "
gefchiede gelyk Sy dochter imert geKpnd -van éer •Kfhtr »''•
M a t t h . X V . verlT; 22. 28.
Vtrgdyk Mark. VII. verff: 15-. 26. 29. 30.
Zit Matth. IV. 24..
Matti".
::iJ
J l A T T i r l'llji.xv. V. Vi. JK.
M i i l i e r t 'nn.uuHl Cjiristo Tupplex. S f u j . ; - tiini.tr ^Htmt t t m
-l