T E L y K E
i ç 8 o G E E S
ookallerleyziektcns, welken hy wilde, voornamendyk
ongeneesfeiyke, onoverwmnelyk
voor gewoone geneesmiddelen. Uit deze alderxekerfte
kenmerken van een tweederley
Ampt moeft omwrikbaar blyken , dat hy de
beloofde Meflias \vas. Doorgaans zal liet
Euangelifcli Gefchiedenis-verhaal gelegendheit
verfchaften ora te redeneeren over verfclieiden
ziektens, welken Hy lieeft vermeellert.
Hier ter piaatze zal ik maar alleen van den Beietenen
nandeien.
De Duivel bezet enontruilzoo godloozen,
als vroomen, geenen door recht van diiivelfchap,
deezen door de alderheiligfte toelating
van G O D zelven. Ten Voorbeeldezynjcb
cn Paulus. Deze ftoíFe naa vermoogen zullende
ophelderen, hebbe iknodiggeachtvoor
alle dingen het dubbelzmnige uit den weg te
mimen.' In de Eerfte Kerk wierden bezeetenen
genaamdalleongedooptekinderen, maar
ook Dejaarden, door de heilige doop-golfniet
afgewaflen : hier van daan is in de Kerk de
Duivelbanning ingevoerd, hier van daan de
Onderwyzers in de Geloofs-ftukken Duivelbanners
genaamd. Balfamonin het 26. Beßuit
van de Laodiceenfche Kerkvergadering:
Kaieycheytai exorkißai, exorktzem eygom kateychem
aptßous. Over dit gevangen neeraen
van de menfdielyke Ziele door den Satan,
en deverlofllng door de heilige Doop-fonteine
komt my geen oordeel te vellen toe , gelyk
ook niet over àzgeeflelyke bezeetenbeit, door
welke de Duivel de gemoederen der godlooaen
betoovert, verhart, bezit, tot alle zoorten
van fchendaden opilookt, en zelfin de
idnderen der ongeiioorzaamlieit, in den ongeloovigen
, werkt, van welke bezeetenJieit
Judas Iskarioth een verfduikkelyk voorbeeld
heeft uitgelevert; ook hebben zulks gegeeven
de foden en derzelver Beftierders m den
K-erken-rang : tegen welken de Zaiigmaker
ielve Joann. Vi l i . 4+- «r
den Duivel, ende wilt dt begeerten wwes Vaders
doen. Het Voorwcrp waar omtrentdeze
tegenwoordige Verhandeling bezig zal zyn,
aullen de bezeetenen vanlighaara, à^neergefageneny
de van den 'Duivü bezeeienen , razenden,
enz. zyn.
Daar kan met aan getwyfclt worden, of
daar zyn ten tyde van K R l S T (J S voornamentlyk
Bezeetenen geweelt ; gecuigen zyn
ZOO veeleals 'er door KRI S T U S zyn geneezen,
in de Euangelifche Gefdiiedenis-
Verlialen by gefchrifte gefteit. De Duivelen
i e l v e , dewelke uit de lighamen dermenfdien
fpraaken met K R I S T U S ; de gave ora Duivelen
uit te werpen van KRISTUS den
Apoilelen vergimd Mattli. X. 8. welke , volgens
iiet verhaal van '^ußmus , Tertullianus,
taÛantius nog langen tyd in de Kerk is gebleeven.
Maar of 'er hedendaags nog waarlyk
bezeetenen gevonden worden, Iwgeere
i k n o g tebeveftigen, nog te ontkennen, do«
raake ik gene zwarigheit ten mmilen datila^
de te houden , dat van 100. zoo genaamd,
bezeetenen 99. droefgeeltigen, Maanzieken,
lirankzinnigen of ook bedriegers zyn. Ht
gaat byna raet den bezeetenen zodanig to
als raet den Tovenaars. Deze zult gy naeii.
welyks vindcn, dan ter piaatze daar mengt
looit dat 'er zyn. Van geen klein gewiditen
werk is het onderzoek. der onderkennendi
tekenen, of dezelve de kraditen der natuii
te boven gaan. By de alderzekerileraoetgs
rekent worden de Ipraak in eene Tale, welkt
niemand vanzynlevenheeftgeleert: deopeit
baring van ten eeneraaai verborgen zaken
dewelke zonder eene onmiddelyke openü
ring niet können geweeten worden ; de dui^
delyke en onderfcheidentlyke mtfpraak dewd
ke met een openmondgeidiiet, zonder ton
of lippen te bewegen. Tot de twyfeladitig
Teekenen behooren de weerzin tcgen alle
Godsdienft, eene overgroote fterkte , welki
de krachten der Natuur fchynt ce boven it"
gaan , gefcJireeuw en gehuil, godslafteriflg,
eene llerke en pynelyke uitrekking der Lif
den , de navolging in de Jlera van vogelea
idiapen, offen, honden, varkens.
Doordien de wezentlykheitderhedendaag'
fdie bezeetenen of geene, ofalderzeldzaai^
is, ZOO zoude ik gemakkelyk können nalaten;;
derzelver geneezing, welke ik voor denDüi
velbanners overlate, den nieuwsgierigen toi
den Gevalfdiryvers verzende. Dit is zeker
dat K R I S T U S door zyne eigen Goddely
ke kracht Duivelen heeft uitgeworpen, eo
door dat zelve openbaarlyk aangetoont, ¿¡
Hy was de wäre Mellias, en GOD'
Zoon.
Een ten eenemaal nieuw Leeropftel, voi
rekening, en tot nadeel van zyn eigen goe(
geruchte, lieeft vcvzonnQn ßalthazar Bekkstt
Leeraar in de H. Godgeleerdheit, en Predikant
te Amfcerdam, het welk H y , onder di
Titel van de Betoverde fFereld , de geleerdi
Wereld heeft aangebooden. In het welk h)
den Duivel betwilt de macht , welke alle a
Gezindheden der Kriftenen hem toefchry veCi
hy houd hem aan ketenen gebenden in ae helle
zelve, en dat wcl zoo veel te meer , 00
dat elk menlch zidi zelven en anderen een
Duivel is. Tegen dit Leeropitel verzettedcfl
zig voornamentlyk de Bezeetenen , welkcR
hy genootzaakt was met eene geheel andef
dekzcl toe te dekken. Met weinigen zal iJ^
t e zamen trekken Jiet gevoelen, het welkHy
breeder verklaart in het II. B. 17. kap. Eerftelyk
merkt hy aan, dat in de Boeken vao
het Oude Teftament een diep llilzwygen
Bezeetenen is, zelfs van die tyden , jn wdken
z y van den waren dienft G O D S warcD
afgevallen tot den dienft des Duivels, gdy!'
als ondcr Manaife: tegen welke aanmerki^S
^ da t
N A T U Ü R K U N D E . ts S t
dat men inderdaad zoude können inbrengeri,
dat de Duivel voornamentlyk by Jiet begxn
van het Nieuwe Teftament van zyne boeyen
ontflagen alle zyne razcrnyen getracht heeft
teoeffenen, op dat de Mellias doorluchtige
crdeeendheit zoude vinden om de werken des
Duivels te verbreeken, dewelke tot dat einde
moeft in de werdd komen : dat eene zoo groote
heerfcJiappy des Duivels in Jiet midden van
G O D S Volk ietg byzonders is ; dat zoortgelyks
niet is gehoor t inEgiptezelve, alwaar
G O D Pharao had verwekt, op dat Hy door
ten eenemaal buitengewoone ftraf-plagen zyne
macht zoude openbaar maken in deezen
of van derzelver uitwerping. Dat de Joden
zelve, wanneerzy K R I S T U S toegefdireeven
Dvvingeland te temmen , en door zoo vele
wonderdaden zyne lieerlyklieit vcrheffen : dat
de bezeetenen gefteit worden, gelvk liier door
den Euangelift, onder Jiet getal der kranken,
en onder'den rang der geneezenen die geenen
die van de duivden bevryd waren. Getmge
is de Zaiigmaker zelfLuk.XIII.?!. Ziet. tk
'Ui'erpe duivelen uit. Petrus van KRISTUS
Hand. X. 38. dat Jiy geweeft is , geneezende
èlle die van den dutvel ovevweidigt vjaren.
Hand. V. 16. zyn by den Apoftelen gebracht
kranken , en die van onreine geeflen gekwelt
waren: alle dewelke geneezen zyn geworden.
Dat het voornamentlyk merkwaarig is , dat
aan eenen en denzelven kranken de naam
word toegeeigend van den onreinen geeft en
xiekte. Matth. XVII. 15. zegt de bedroefde
Vader van zynen op het jammerlykfte gekwelden
Zoon tegen den Heiland: hy iss mmaat anziek
en infwaar Tyden, van den welken eigenften
men leeft w . 18. dat jezus beftraifende , de
duivel van Jiera uitging. Ja de ziekte zelve
fchynt de naara van bezeetenheit gedraagen
te hebben Luk. XIII. 11. De vrowjL'e die eenen
geeß der krankheit had — ende zy was te zamen
gebogen. Vorders, dat nergens word in
deH. Schrift geleezen, datdeuitwerpingder
Duivelen door den Proplieeten is voorzegd.
Dat aangehaalt word die doorluchtige Godfpraak
Jez. LIII. 4. Hy heeft onze krankheden
op zig genoomen^ ende onze fmerten die heeft hy
f edraagen^ door Matthseus VIII. 17. alwaar
yverhaalt, dat by K R I S TUS gebragt zyn
geweeft vele van den duivel bezeeten, en hy
wierp de ( booze ) geeflen uit met den woorde,
ende hy genas alle die kivaalyk gefielt -waren.
Waar uit hy bcfluit, datdebezeetendheitgeweeft
is eene van die ziektens door den Mellias
moetende geneezen worden. KRISTUS
zelf den dilcipelen van joannes zullende betoogen,
dat h y was de MeiTias , zegt dit tegen
hen Matth. XI. 4. 5. Gaathenen, ende
boodfchapt Joanni weder, 'tgenegy hoort ende
ziet. De blinde •worden ziende, ende dekreupelen
wandelen, de melaatfchen worden gereinigt,
de dooden worden opgewekt, en de armen word
het Evangelium verkündigt „ ten eenemaal
gene melding gemasikt zynde van duivelen.
Jiebben, den Duivel te ÄiMi» Joann. VII.
10. Q^ den onreinen geeß Mark. III, 30. het
zelFde fchynen gezegd te hebben, als, ¿y
faaß , gy zyt gek. Uit allen deezen fchynt
de Smeeder van een nieuw Leer-opftel te befluiten
5 dat die duivelen zyn geweeft yligheden
het zy rnet of zonder koortzen, en de^izeetenen,
maanzieken, zwaarmoedigen. Dat
onder den Kriftenen die nog in het gevoeleir
der Joden zyn, die by gelegendheit van dus-»
damge ziektens, of ook van minnedranken
des Duivels bedryven tot deelgenooten maaken;
insgelyks die geene, dewelke, het toneel
namentlyk veranderd zynde, redenvoeringen
ook zelfs Godvruchtige van gelovigen
zelven geduiirende eene verrukking van zinnen
of bezwymingen van buiten opgezegd,
voor Goddelyke ingeevii^en uitventen, of
ook die, welke zulks des ^ t a n s bedriegeryen
toefchryven. Dat het den Geneeskundigen
niet onbekend is, dat in de ziektens der inwendige
Zinnen, het gemoed zelf zynde ong
e f t e l t , dikwyls wonaerlyke dingen geheuren
, voor hen zelven ten eenemaale om op
te loflen oi moeyelyk of geheel en al onver-^
klaarbaar. Dat de Ondervinding getuigt,
dat raeerendeels altyd de uiterlyke zinnenTyden,
zoo wanneer de inwendige z yn aangedaan;
Die Bezeetene Matth. XII. i x . was inderdaad
blint en ßom, naraentlyk de Ipanader van het
gezidit, en de fpanader, waar door de tong
word bewoogen , verftopt zynde , welke te
zamen gevoegde ziekte genaamd word Mark.
IX. Stamme en doove geeß. Luk. XI. 14.
Stamme duivel. De oorfiarong van deeze benaming
haalt Bekker uit Jiet Heidendom , afzonderlyk
uit de Platonifche en Pythagorifche
Wysgeerte, der Joden vriendinne. Hiertoe
dienen de dingen, dewelke ftaan in de i-rii^»*.
Galen, ex Jphor. Rabbi Moßs Coli. Exp. 4. in
Libr. Timei f 99. „ 2^mralgen der Ouden
„ bemerkende dat beroerdieit eene wreede
„ ziekte is, liebben dezelve bezeetenJieit ge-
„ naamt. En anderen dezelve de Ma a n , en
„ daarora hebben zy dezelve de Maan ge-
„ naamd, omdat dezelve doorgaans in den
„ omloop der Maan voorvalt. EnPlatoJieeft
„ aan deze ziekte den naam van Duivel ge-
„ geeven, omdat dezelve het hoofd treft,
„ en openbaarlyk befchadigt G O D S plaats,
„ namentlyk de Jierffenen En de dingen,
welken Hippokrates verJiaalt in het Boek peri
hieras naßu , volgens het gemeen gevoelen
van zyne leeftyd, dat deze ziekte, welke onder
de benamingvande Vallende Ziekte voorkomt,
iets Gaddelyks is, maar Jiy voegt 'er by-?
dat „ wegens onervarendJieit en verwond^
ring, dezelve,, zekerlyk,, door gene toover
bezweeringen nog verzoen-oiferhanden,,
word geholpen. Dat dusdanigegevoelens by
den