í í -I
I —
N A T U U R K Ü N D E .
is.ten aanzien van onseen Wonderwerk, om
dat zulks het werk GODS is. Echter^zyn 'er
zekere Wet ten of Vaílftelliní:;en door GO D de
Oorzaak van de Natimr in de Natiiur ingevoerd,
volgens welken de menfdi by de cerile
Schepping van GOD geformeertj op eene
bepaaldc tyd moet ontwondcn , ontfangen
worden , voor den dag koomen. Tot dit
verbaaftmakend gewrocht is volftrekt noodzakelyk
de koppelband van de beiden Kimnen,
xonder welke van de grondlegginge der wereld
af tot dit oogenbiik des tyds toe geen
fterveling hceñ können ontfangen of geboojren
worden. In de geboörte van onzen alderbeminnelykften
Heiland komen zaken vöor
met de natuur overeenkomende, nlaaf ook
dej^elve overfteigerende. Natuurlyk is Jietnegenraaandig
verblyf in de buik der nloeder,
waar door Hy wel heeft willen toonen ^ dat
Hy een waaraehtig Menfch was. Maardeontfangenis
gaat de krachten van de Natuur oneinoig
yerre te boven : Zy wierdßvanger beuonden
uit den Heyligen Geefi, zoo zegt de
Text j, want het gene m haar ontfangen is, dat
is Hit den Heyligen Geeß, vers lo. De Godbarende
Maagd de bezwangering voor onmoogelyk
houdende, zegt cíiis tot den Engel ;
5, Hot zal dat wezen ? kewyl ik geenen Man
en bekenne, maar de bemel-bodc bevryd jiaar
van die angftvalÜgiieit : De Heilige Geeß ¿al
over Ü komen , ende de kracht des Allerhoogßen
zal u overßhädwwen. Daarom ook dat
Heylige, dat uit U geboren zal worden y zal
GODS Zone genaamd wordeni Luk. I. 34. 35.
De wonderdadige Verfciiynirig liad de Éuangeüíl
van het OudeTeftament voorzegd, namenüyk
Jezaias kap. VIH. Ziet eene
Maagd zal zwanger worden en eenen Zone
haaren. Niemant vraage my, door welke wyxe
zulks zoude können gefchieden. Belangende
de gewoone bevruchtíging ishetgeoorlofd
te redeneren op eene wysgeerige manier, alhoewel
niet ftiptelyk te bepalen de wyze, of
in de baarmoeder en eyertjes iHlletjes indringen
de wormp,tjes m het raannelyk zaatfchiülende?
of van de zaacvoortbrengendeluchtde
cyercjes vnichtbaaf gemaakt worden ? Maar
hier Word alle Wysgeerte Horn gemaakt, nadien
dat gene, dat onderzocht moet worden,
alle de Wetten der Natuiir te boven gaat,
Hy legge met my de vinger dp de mondalde
gene , die de krachten der Natuur nafpoort.
By aldien eene bevrucht wordende Maagd
onder de wonderwerken zal geftelt worden,
ZOO ook eene barende , hoedanige eene wy
hier voorftellen. En llaat dit alleen aam tq
merken, dat door de geboorte van den
ligmaker de Maagdom der Moeder geene
fchade heeft geleeden , alhoewel de flooten
des Maagdoms zyn geopent geworden. Want,
zelfs in eenen natuurelyken zin beftaat de
Maagdom niet in het maagde-vliesje , of de
naeuwe toelluiting van de fcheede, mjar in
de niet toelatinge van den man, waar door
allecn maar een vrouwsperzoon ontmaagd
Word; Derhalven is het onnodig, eenen anderen
en nieuwen weg te zoeken, door welken
K R I S T Ü S is in de wereld gekoomen,
dan den gewoonen, en ydel zyn de pogingen
voor nieuwe wegeni dewelken ßapttßa
Mantuamis de loc. Concept, C H R l l l l
de geleerde Wereld tracht op te dringen. De
Godbaarende Maagd had vervult Je Hägenhtrer
remiging ma de IVet Mazis, Luk. II. zt.
Deze We t van GOD is van gewichte Werter
piaatze, te vinden Exod. XXXIV. 19.
wat de baarmoeder opent , is mpe : jaäluw
vee dat matilyk. zal gehören inorden van het
grooteen klein vee. Tot welke We t , als een
Voorbeeld Lukas met de vinger wyil kap. II.
33. Mcn ontmoet wel in de Natuur der zaken
ongewoone weegen van haringe, van devvclken
Bartholimis een Traktaat heeft gefchreeven,
Keizerlyke Geboorte-vrucht, gebooren uit
eene opengeiheedene Buik, maar deze moeten
by bovennatuurelyke Geboortens nietgetelt
worden.
M a t t h . II. veril: 2. 9.
B'^c ií de geborene Kjming der Joden ì ìVant wj hehlen gez¡en zyne Sterra in het
Otiten, ende zyn gekomen om hem te aanbidden.
Ende zy den Koning gehoort hehbende zyn henen gereiß : ende ziet de Sterre, diezy
m t Ooftengeííen hadden, ging haar voor, tot dat zy hwam, ende ßontboven
de fUatXf daar het kjndeken was.
De omftandigheden in dit Verhaa! der Wy -
zen voorkomende, welke alleen onder den
Euangeliften Matthäus verhaalt, en den Geleerden
zeer veele moeite geeft, heeft lülzwygende
voorby gegaan Ftavius JoJephus,
anders een roemruclitig Schryver, ook de
' Heidenfche Schryvers, by aldien men den
eenigen Makrobius uitzondert, dewelke in
I z yne Saturnal. II. B. alleenig maar van de
Bedilehemfche ICindermoord melding maakt.
De verfchil-vraagen, dewelke aan myne uitfpraak
niet hangen , laate ik voor hen over.
Wie