• • v ü i m m
S,l?
,73o G E E S T E L Y K E
P R I N T B L A D DCCXXVIII.
Snde inanias ílez.e wmden hoorende wel neder, ende gaf den geeß. •
Ende Petras ^eide tot haar: Wat is 't dat gy onder a hebt overeen geßemt te ver-
^oekcn den Geeft des HEEREN i Ziet de 'voeten der geene, die mven man begraven
bebben ^n voor de deme, ende pullen u uitdragen.
Ende zy viel terßont neder voor z^ne voeten , ende gaf den geefl. Hand. V.
veril: y. p. 10.
K L I N K D I C H T.
Daar Petriis, door de kracht van V Hemels geeß gerankt,
Eti Anatítas en Zapphira fluks doet ßerven.
hn voor haar gierigheid een fchnklyk hon verwerven,
7oond GOD3 hoe ivrig hy die jhoode zonde uraaki.
Gy dan, die u in 't Goud en Zilver fieeds vermaakt.
In 'Wien bun gierigheid herleeft als in hunne erven:
Ai! 'j^jilt ge, naa »w äood het emd^loos heil niet derven,
Dan ivord het Tyd dat ge uit uw doodßhen Jlaap
Ontvlie de Gierigheid, de ui-ortel aller ;
Zy ßoeg twee Zielen eer met doodelyke luonden,
i)ör G O D S ivraak, een endeloozen dood.
JViU van UV) overvhed^ de iiaakte en arme Leden
Van Jefiis Krißus Kerk, verkwikken, voeden, kleeden:
Zoo fchenkt u 's Hemels gunft mer /chatten uit haar fchoot.
ONlangs heeft G O D door Petrus zyne
barmlierdgheit ten coon gef tel t tegen den
krcupelen van zyns moeders lyvej nu zicthy
met een wreekend 00g door denzelven eerften
van de Apoilolifche Bende en ilaat ter neder
de meinecdige medgezellen van het zelfdehuwelyks
bcd, Ananias en Sapphira , dewelke
met zaamengevoegderaadilaagen hebben orfderftaan,
overeengefiemt y den Heiligen Geeß te
liegen , en te ontrekken van den prys des lants.
vît. 3. 9. Geen van deze twee Icliielyke fterfgevallen
kan genaamd worden eene uitwerking
eener natuiirelyke fchrik, welke wel cene bezwyming
kan aanbrengen. Maar fciiielyk ter
aarde te vallen, en den gceft te geeven is ccne
ten eenemaal buitengewoone zaak, en gelyk
van eene hooger oorfprong, zoo 00k vanna-
^ooring. Dog van de waarlieid van het wonderwerk
ziillen w y meer overreed z yn, byaldien
wy de liandelingen met Sapphira ovcrwecgen.
Petrus vraagt haar: zegtmy, hebt
gyheden het land voor zoo veel verkogt ? zy
liegt ftoutelyk, Ja^ voor zoo veelvs. 8. Iiier
openbaart zelfs zig geene de minile vreeze.
En Petrus de Rechter veit het doodvonnis,
jadeVoorzeggerkondigt dat, als zuUendekörnen
, aan. Ziet de voeten der gene die uwen
•man begraven hebben zyn voor de deure , enk
zullen Ii uitdragen. Het welk Jiy waarlyk uit
natuurelyke tekenen nog kon voorzeggen,
nog van te vooren zien. Zoo gezegä zoo
gedaan. Zy viel terßont neder voor zyne votten
5 ende gaf den geefl. Petrus heeft nog
Ananias nog zyne be^enootegedood, maar
de vinger GODS . ¿oortgelyk was de aankondiging
des doods door Elia aan den Koning
AJiazia gedaan 1. Kon. 1. 4. Gy zull
mei ajkomen van dat bedde, daar op gy geklommen
zyt; maargy znlt den doodfierven. Door
Elifa aan Benhadad x. Kon. VIII. 10. Gy en
zult gantfcheljk nietgeneezen : -want de HEBRE
heeft my getoont, dat hy den dood ßerven
zal. Aan Ilananja door Jeremia XXVl l I . lö.
Dit jaar zult gy flerven, om dat gy ecncnafval
gefprooken hebt tegen den HEERE. Men leeze
de Hiflorifch-Taalkundig-Godgeleerde kerhandt-
Ung van 'Joann. Pel foc zi ten toon ftellende btt
verfchrikkelyk Gedenke eeken derGoddelykew:raakt
over Ananias en Sapphira ¡er eenwiger gedacbtenis.
Hand. V. i - ii. opgerecht I. Deel onder
het Voorzitterfchap van den I-?. Petrus van
Mailriclit, Utrecht 1699.
der Jiet Voorzitterfchap van den I K Melchior
Leydekker. Ook aldaar.
print- ^ V l . l , e ^ 4
' • M r .
• ' I i i .
... ,.;
II