IC
' 1.1
li
i j < J 8 G E E S T E L Y K E
mecr ge-v/oeá heeft in den Bezeetenen, dan
in de tyden van KRISTÜS, als of Jiy waarlyk
van de banden was los gemaakt geweeft.
Wy laten aan zieh zelven en aan hare dwaasheid
Over de Starrewiciielaars, meer naar waarheidzoud
gyze noemenStarre-dwaazen, de
welke voorwenden, dat de Wyzen iiit Jiet
zien der Sterre des Meilias geboorte hebben
können te vooren zien: wel verzekerd zynde
5 dat die kunil van voorzeggen uit de plaatzing,
beweeging, gezicIitdcrSterren teneenemaai
fteunt op zwakke, ja geene grondilafen:
ja dat dezelve tot den rang der verboene,
bygeloovige wetenfcliappen moet verbannen
worden.
Meer zoude het met de reede overeenkoomen,
byaldien men zoude zeggen, dat de
Wyzen de Voorzeggingen van des Mefllas
toekoomend Koninkryk vcrkreegeri liadden
van den Joden door Kolchis, Partine > Baby-
Ionie, Medie veritrooid en Perzie, die den
tyd zelf iiit Daniels Voorzegging konden
weeten. Dodi ook deze dingen fchynen niet
genoegzaam tot zoo groote overfeeding, welke
den Wy z e n konden aanpryzen het voorneemen
van eene zoo verre afgeleegen reize,
en het navraagen zelf van don gebooren Koning.
Derhalven blyft'er niets overig, behalven
gelyk de onmiddelykeverfchyning der Sterre,
alzoo ook derzelver goddelyke bediiidenis cn
verklaaring, het zy door gezicht, of door
droom, of door aanfpraak. „ Deze Verlich-
„ ting is van God gefchied in hnnliedcr ver-
„ Hand „ . Chryfoßh. 8. Leerrede.
P R I N T B L A D DCLIX.
Ende de^he Joannes hadde hleedinge 'van kemelshair, ende eene ledere gordel
om ^ne lenden: en ^yn 'voedz^l was S^rinkhanen ende wilden honicb, Matth.
I I I . vers. 4.
TVie ward door dit Tafreel vertoond in ee» woeßyn?
Des Heilands Boetgezant, die Hern de weg zal -wyzen.
Ben Hairekleed bedekt 's Mans ligchaam flecht in fchyn.
De wilde honig en Springhaiinen zyn zyn' Jpyzen,
Waar door Hy voedzel krygt. Ben ledVen gordel ßuit
Zyn kieed om 't middellyf. Heer S c i i euchz er , ganfch bedreeven
In laal-en oudheidskmd\ legt u da alles uit^
Terwyl hy V ivangeloof de fietk des doods komt geeven.
Die ziilk een G'ids heeft, tn de werken der Natnttr,
Erkent GODS almagtj als der dingen Bron en St nur.
VOlgens de van te vooren aangenoomen
gevoclens der Joden moefte de Voorlooper
van den Mefllas met groote luiilerj talryke
Lyfvvaclit met ook geheele zyde kleederen
door kunft geweeven, blinkende van Arabifche
zyde, verfchynen. Maar lioe fcliandelyk
zy bedroogen zyn, blykt meer dan overvloedig
uit de Levensbefcliryving zoo van
K.R1STUS zelven, als van Joannes. De Koning
zelf was armer dan Irus, zoo zeer \-iin
rykdommenontblood, datHy zelfsniets Jiad,
waarop Hyzynhoofdkonnederleggen, buiten
twyfel met het aldergeringfte gewaad bckleed,
allen tot aanftoot, dewelkealle overheerlyke
dingen zieh hadden.verwacht. De
Prediger van de eerfte rang heeft tot een kleed
geliad een ruw laken van kemeishairen gerx'ctwn,
voor gordel eene n m , niet blinkende
van gout noch juweelen, maar eenen ledere.
De tafcleeneruweSteen, ofalleenmetgroen
gras befcliilderd: de Spyze Sprmkhanen, en
' wilde honich. Eerft zullen wy van de kleeding,
daarna van de Spyze liandelen.
De gantfche kleedinge van den H. Joannes
(broek, koiiiTcn, oflaarsjes, rok, ) is geweell
van Kemelshair. Deze woorden vatten
alle niet op eenen zelven zin. Franzins Htfl,
Animal. i. D. 5-. kap. wil, dat de Stoffe geweeft
zy van groover hennip, lioedanig dat«
men tot Sclieepstouwen gebruikt, want die
koomen anders ook voor onder de naam van'
Kemel. Dog naiiwelyk zal hy voor dit zyngevoelen
navolgers vinden, om dat alliier uitgedrukte
melding wordgemaakt van trichooK)
welk woord v^nhaairen geenflins met hennip
overeenkomt. En als nog blyft de twyfeling
Over, of de woorden Matth. XIX. X4. Het
is lichter dat een kemel gaa door de ooge vai)
eene naaide , dan dat een rycke inga in het Ko'
ningryk GODS'^ veiftaan moeten worden
van een Scheeps-kabeltouw , of wel van een
Kameel.
Anderen , onder welken Schindlerus Lea.
Tentaglott- Chytraxis over deze plaats bereiden
dit kleed lüt kemcls-liaairen , cn dat van
dat zoort van laken, het welk dcswcegens de
Spann
t ATTii . C'np . III. -V-, .
loli/uilxes Ereiiiito
Ú'a^,. III. 4.
%^\)tmnei5 ut bt-r