1
e s t e l y k e
Ben zildzaamß' wondera'trk •vtrbttU daz' fraaye Prmt.
Bi die den Hitml, de Aärde en Zee, <iit niet hatzeerde,
En'de ällereerfle Mersch iiit klay mögt, en vereerde
Met eene Mayejleit, die gerne mirgi kcndt,
Is urm en geUebos; heeft niets om van te leeven:
Doch hy, op dal Hy ima' zyri onkefaalde mag .
En zyn dwetenhtid, door "t Joodendom -veracht,
rvtl dat zieh Petrus fltiks zal naar de Zee begeeven;
En daar in d'Angel werpc, en dat in de eerllen Vifcli,
Die liy opliaalen zal, een ZilvVen Statcr is.
De Apflel Voigt dun Lafl, en ziel zyn rein kaaarheid.
Deez- wonderdaad be'j:iyß des Heilands Codlykbeid
Of d-allerklaarfle wyze, en die du met beleid,
Js waardig dat hy ßerv', vervreemd uan 'i hemels klaarbeid.
ALhier bied lig aan een wonderwerk onder
de alderaeldiaarnfte. Op hct bevcl
Hem, die op Z y n Wenk, gelyk Hy het
Geheel AI heeft gefdiaapen, zooookregeert,
die den liemel heeft voor zyn Throon, ende
de Aarde voor Z y n voetbank, maar Zoen
der aarde zynde had geenen ftater bezitting,
welken hy te Kapernaom konde betalen, op
hetbevel, zegge ik van den alderarmften te
gelyk en alderrykllen, word een vifch in eene
filvermyne verändert; ja in eene muntwmkel.
De mvmte word gellagen, en die wel^f tempelt,
in de aldervloeibaarfte Hoofdltofte , m
de mond of keel van een vifch, zonder metaal
of mate. Alhier is de opreehteeneenigfte
PliilofophifcbeSteen, die zelfs water, ja niets,
in metaal verändert, jaineengellaagenmimtftuk.
Dit kon niet anders z y n , als een kenmerk
van de Goddelyke Almachtigheit, een
betoogendbewysdom van K R I S T U S den
Meffias, insgelyks van eene Alwysheit, nademaal
Hy will, dat in de mond van den
eerllen vifch , welken Petras zoiide vangen,
een Stater was , eene zilvere munt zoo yeel
doende als een tetradrachmon, of eene Sikel,
y4. krmtzers
Deze plaats verfcliaft opheldering aan liei
gelialt der onde muntllukken. Ujt het 14,
vers blykt het , dat, voor een ¡loofd voor
hoofd fchatting , betaalt is geweeft een äidragmat
wy zetten het in onze Moedertaal
Over in eene algemeene uitdrukking Schalznngs
Pfenning vs. 17. maar Petrus zal eencn
ßater opvilfchen, om voor zig zelven envoor
K R I S T U S te betalen. Derhalven is Suteyr
tetradrachmon een Sikel geweell. Want
ider jood was gehouden jaarlyks eenen haiven
feikel, of didragrna in den Tempel te
brengen. Wegens die overèenkomft van eenen
Joodfehen Sikel met de Tetradracbrm
der Athenienzen leeraart ons Jofephns "Jaule
fehe Oudheid. III. B. 9. kap. Een Sikel mi zjnde
een Joodfche munì, hoiìd vier Atheenfck
drachmn. Eifenfchmid. Potid. & Mcnf. bl. yi.
heeft na naeuwe vergelyking van de oiiae
Sikels en de didragmen , ftaters, gevonden
het gewicht eens Sikels 260. Parylche greinen
, te boven gaande 8. grein de onde Romeinfche,
maar 64. greinen lichter als een
Atheenfch Tetradrachma, waarom hy aan eene
Hebreeuwfclie Sikel geeft de waardy van 45.
maar aan Tetradraclimon van ^4. kriiitzers,
M a t t h . X V I I I . vers 17.
¿ils hy m hegon te rikemn
dmxçnt talimen.
•mert tot hem gebracht een die hem fchaldig ms tim
Hier ter piaatze zoiide zig aanbicden eene
gevoegelyke gelegendheit om te roemen den
l o f e n l i e t g e b r u i k d e r Rekenkunde, dewelke
eene der twee fteunziiilen is van de gehele
Wiskunde, en hoe wyd dezelve zig iiitftrekt
tot alle meniclien, buisvaders, Schiildteifeliers
en Schuldenaars, zoo wyd, dat zonder deze
kennis de menfchelyke m-aatfchappy niet zoude
können bellaan. Maar dit is eene zoo bekende
zaak , dat dezelve geen betoog nodig
heeft. Ik gaa voort tot cen talenl, Jietgmo''
Ite der gewichten , hct welk de Aloudcn wel
in gebruik hebbcn genoomen , en licht geeit
niet alleen aan de Heilige Sdiriftuur, im»
ook aan de ongewyde Gcfchiedenis.
Van een Gnekjch Talent, en desfelfs o«''
eenbrenging met de Roomfche ponden ta»
eene heerlyke plaats by Livm XXXY"-
Cegevtn zynde vangotd zdver laaalfiiu^"
• talenlen, himin fti-adßaren. Em Talmi""
N A T ü ü R
minder la-eegenäe dan LXXX. Roomfche potiden.
Mamenüyk by gemaakte vreede üiiTcJien den
konlng Antiocinisen denRomeiiienwasovereengekoraen
, dat liy binnen den tyd van
tvvaalf jaren zoo vele talenten -zonde betalen,
wiiar van de Sonarne zoude opklimmcn cot
itooo. cn cen pond talents befciptelykbepaald
op 80. ponden. Een Atheenlcli Talent nu
had 6000. drachmcn , dewelke ovcreenkoomen
meCß/io.BurgermecilerlykeScliellingen.
Plinius zegd XXXV. B. 11. kap. Een Athtenfch
Talent (van 6000. Drachmen') X. VI. (dat is,
zes duizend denaricn ) volgens M. •\'''arro. en
ia zyn XXI. B. laatftc kap. Een Atheenjch
Vrachma heeft het ge'-j;icht van eenen zilveren
dmarius, Dusdanige nu iiet z y draciimcn het
zy denarien in getàl 84. gaven een pond. Scrilioniiis
Largus aan Calhlihus. De rnuntßag
van eenen denarius zal zyn voor een Griekfch
dracbma, rAtant in een pond gaan by ons 84. denanen
(Schellingen ). By welken eene Âiina
of Atheenfch Pond bellond iiit 100. Drachmen
( ftukjes gelt van vierdehalve ftuivers ) Een
(îriekfcli Talent gebragt tot de liedendaagfche
Ponden geeft 5-4. ponden i . oncen, 5. drachmen
2400. van een Paryfch Pond; of 113.
K U N D E . i( 5 3 j
mark, 6. loot i. drachma 60, 19. grein van
een Kciilfch Pond, of j i . ponden 8. loot a.
drachmcn 11. 82. grein Straatsbm-gs, of 74.
ponden o. oncen arachmcn 2. icriipels o.greinen
2. 99. Venetiaanfch. In muntwaardy
doen die 900. Ryksdäalders.
Van het Hebreeuwfch Talent, Ciccar genaamd,
hcbben wy elders gehandelt. Dac
doed volgens de gemaakte rekening ifoo.
Ryksdaalcfers, aan gout i ixio.di ikaten. Derhalven
iiiilen loüoo. talenten, van dewelken
in den T e x t , aan zilver 2,yn 15000000. aan
gout 11x100000. Dukaten. Welke zomme
gebragt tot hondert penningen vers 28. of 20.
riorynen zoo veel doed als 244400000. tot i.
Een Dukaat genoomen voor 4.florynen(duitfche
guldens ) welke rekening inderdaad, namentlyk
vzn penningen tot taJenten, ongemeen
gering is. Luitherzegd: wie ein Btrenftiel
gegen eine Tonne Golds. Gelyk eene Peerefteel
tegen eene Tonne gouts. Waat door
de aldergoedertierenfte Zaligmaker zeer fraai.
uicdrukt de rekening van onze fcliulden of
zonden, welken wy aan G O D te doen hebben,
en van die plicJiten, welken w y van den
evennaaften vorderen.
M a t t h . X V I I I . vei-s 18.
Mdar dezßhe dlenßkfieck mtgaande heeft gevonden eenen zper mededienfknechten,
die hem hondert penningen fchddig was.
De Overzctters van onze Bybels zaligergedaditenis
fchynen het woord Pfenning, pen •
mig, in het algemeen voor allerlcy munt genoomen
te liebben : want boven , Matth.
XVU. 34. hebben z y door dit zclve woord een
didrachma xütgedrukt, vers 27. een Stater^
Mitxdmarien, deynariont penningen, alle welke
Mimtgelden zekerlyk verfcliillende zyn ten
aanzien van de waarcÎy cn gewicht, en met
gccn grooter eigenfce redit können z y onder
aen naam van Penningen voorkoomen , als
onzeRyksdaalders, Guldens, Scuivers, Kruitzers.
De Vniage derhalven is, of onze overzctting
op de aangebaalde piaatzen verbeeteringtoelaat,
waar door de zin klaarderzoude
können gemaakt worden ?
_ Deynàmn, hier penning overgczet, is ook
liier eene Romeinfchc zilvere Penning ; waar
^'iin 7. eene once maaktten, cn twaalfinaal 7.
of 84. een pond. Celftts de Re Medicâ V. B. 17,
kap. Ik ty// dat geweeten rjjorde-i dat in eene
once het gewicht van zeven denaricn . penningen
, /j. XXXI I I . B. 9. kap. Dat
het rechtmatig is , dat LXXXlK ( denarien )
«'i de pondengeßempelt worden. Dezelve noodwtCcnnu
hcbben de penningen ondergaan,
ucwelke de hcdcndaaglchegcldmunten nioctcn
7dcn; dcinnigftc waardy is niet altyd dezelfde
geweeft. In den bloei van het Gemeene-
Befc, onder den Burgermeefteren, en cot op
liet einde van Augumis Ryksbewind was hec
gewicht van eenen denarinr meerendeels van
74. of 74t. Paryfche greinen. Onder Tiberius,
Cajusj Claudius waren dezelve 9. grein lichter
5 en onder Nero woogen dezelve alleen
65. greinen, en 8. van die moeften voor eene
onee genoomen worden van byna dezelve
waardy waren zy tot Septmius Severus eoe.
Onder Pupicnus cn Balbinus is Jiet gewicht
wel vermecrdert tot 90. greinen, maar de
waarde zeer vermindcrd doorbygevoegdloot,
en by volgende Cyden meer ende meer tot
Gallienus en Pofdiumiis cyden toe, onder welker
regeering de öude iuifter van Jiec muntweezcn
byna geheel is vervallen. Denaricn
nu wicrden genaàiiid deze muntftukken, om
dat tien alTen zoo veel waren als een denarius.
Onder den Burgermeefteren en de twee cerile
Keizers wierden deze denaricn uit zuiver zilver
gei lagen, en b y een mark alleenly k 5. grein
, van vreemd metaal daarbygemcngd, volgens
de proefnceming gedaan door Bouterove by
Eifenfchmid de Fond. & Menf. bl. 135. Hct
gcwicht namcnüyk van eenen Biirgermeefcerlyken
Denarius , Penning, is volgens de Paryfdie
i. gros. 2, 29. greinen, lieulfdie i.
Dradimai
i I
n i
:Î1 !! '
1 I
1 : I f
• ; . ; .
Î
„ ' . T
« II- ' •lilitiiCJ
' i i f l l