i 6 ö 8
g e e s t e l y k e
2yn krnisdood heeft den dood verßondm^
En my vm Vloik c» Straf oMbondm.
Zyn krnisdood. aller kriß'nen maß,
Zo vaak u drieß verwarelooß
Door vleefchelyke waereldlinien,
Zy H doel van myn beffiegelmgen.
liier is gtneeziüg voor een ziel.
Die, door de Zonde, in onmagt viel;
Want is myn sog door nyd ontfleeken,
Myn hart geneigt om zieh te sureikn,
Myn mond k-waadfpreekende, en gerced
Myn Evtnnaaßen, tot zyn leed
Te kwetfen, of myn oor genegtn,
Bet kwaad te hoaren allerwegen,
Myn band gereed om 's Naaftens goed
Je rooven, of zette ik myn voet
Op wegen, die de Booswiehl wandelt
Of daar hy omechtvaardig handelt,
2k zoek in 's Heilands dood alleen
Ceneezing, en ik zlicht en ween
Om mm bekeering en verzoening.
Die ik erlang door zyn voldoemng,
fVen ik die aangryfe in 't geloof.
Dm worde ik nimmermeer een roof
Der helle, en heb in 's Heilands wonden
Het eeuwigdmiretid I
HEt Kruis van K R I S T U S bevat in iig
waar over leer niittìglyk een Krillgelovigc
zig kan oeíFenen, hy zy dan van wat
ouderdora, kunne, beroeping hy zyn mogd:
de Härder en de Scliaapen , de Hoorieeraar
e n de Leerlingen, de Godgcleerde, de Liefhebber
der Geleerdheid , de Wysgeer , de
Rechtsgeleerde, de Oudheitskenner, de Gefchiedenis
fchryver , de Schilder , de Beeldhouwer,
de Geneeslieer. Voornamentlykvordert
van my de toeleg van het voorneemen,
dat ik den Leezers voor cogen ftelle dealderbitterfte
pyn-imerten, deweiken onze Alderbefte
Zaligmakcr voor ons geleeden heeftaan
het hont des kruys , en zulks wel lüt de beginffelen
der Onüeedkunde.
Ten dien einde is het nodig tebefchryven,
het welk met weijiige woordenzalgefchieden,
liet kruys zelf, waar längs als eeneladdervan
de alderbitterlte pynen de kwaaddoender ter
dood geleid, ofgetrokken is geworden. Nu
cn dan is 'er aan de onderfte paal vaftgeliegd
geweeft een voetbankje, hlipopodion , niet op
dat de Geknüñe op het zelve zoude können
leunen, maar om dat hy door middel van het
zelve zoude können bekhmmen de zitplaats,
o(h.atiitßekdir zitplaats, gelyk het Temihanus
noemd : namentlyk een hout midden
door de ftam dwars doorgeftooken, en vi
mdteekende , waar op de elendeling gezet
wierd , op dat hy niet om laag zoude vallen
Dit zitbankje is zomtyds geweeft rolswyzege.
maakt, zomtyds kantzuilig driehoekig om der
Gekruiften de folteeringen te vermeerdercn.
Dusdanig moet verllaan worden het /ffcijl
kriiys by Seneca loi. Brief, Schoongy hemm
H kruys zoud nagelen, en ein fiherp kruys miit
den geenen die daar op zal zitten onder dm.
Een Eenhoornige paal in de middelße ßaak. Icrtullian.
in zyn Boek legen den'Joden, kap. lo.
Welke alleenlyk maar van de voorfte lyde
heeft voornitgeftooken. Op een dusdanig
fcherp kruys milTchien brachten de J o d e n , geheel
door galle verviild, en de woedendeloldaten
den Heiland ter dood. Zoo dit zoo is,
heeft KRISTUS heviger pynen uitgeftaan als
Zyne medekriiifTelingen. Dit kantzuilig kruy!
ging door tiilTchen de naakte billen , moell
niet alleen eene zeerpynelyke ontfteekingverwekken
, maar kwetiie de beneden achteme
deelen des ligliaams, 21 30 dat de fpeenaderige
vaten geopend zyncle, zecr veel bloeds längs
de zyden van het kruys is afgeloopen. Dcz^
wyze van zitten noemden de Ouden epochetjthai.
Jtißmus in Tryphonis Dialogo: „En datia
„ hetinicideningelafchtis, even als eene hooro
„ iteekt 00k biiiten uit , waar op zy J s te
„ paardryden, en waar opgevoerdwordm.
„ dieaanhetkruysgehegtworden,,. Delam
zelve van het kruys , de mit, degalg, di''-
gelttkkigeboom, de Sehand-jlaak, het m«'»'
kiehellt, isgeweefteencpaaloriangeenhoogopftygende
ftaak, waar van het elendig lig"
haam van den jammerling afhong. In das
tronk was ingelalcht eene andere dwarstóm.
waar aan in het eerll deuitgerektearmeiY® "
den vateebondcn. Dit gedcelte van hetkn ys
noemd Tertullianus de Spi'iel, gelyk hy »
N A T U U R
Iiniys zelve de maft noemd, andersfins,
iieiihim , een hangend wagendje,
een Scheeps^kromhout, naar de kunll knie genaamd.
De buitenile einden van het krUys
taakra, hoornefinosmddieTertullianus, wel
ke Heilige Kerkvader de middelpaal van hei
kruys niet liooger maakt dan de dwarsbalken.
ZOO dat derhalven de misdadige Jiet hoofd
achter Over heeft iionnen buigen. Derhalven
20ude de gedaante van het kruys dezelve geweeft
zyn met de Griekfche Letter Thau T.
De Heere eeide tot my, gaat door het midden
van de poorle van Jerusalem, en zet het teeketi
Tau op de voorhoofden der mannen. Want
ilzelve is de Ittttr der Grieken Tau , maar
onze T de gedaante vanhet kruys, welken voor-
Itediiide de toekomßige op onze voorhoofdenby het
mre en algemeene JerufaUm. Tertull. III. B. rMarmn. kap. i z . Volgens dit gevoelen
kruys tweepuntiggevjeiiil, enhad alleenlyk
twee uiteindens, namentlyk m de buitenile
dwarshouten, liet derde in de aarde inge-
Haagen zynde. Irenaus geeft aan hetkruysop
de grond leggende vyf uiteindens, twee namendyk
aan de ftriet, een aan de top, een
ander aan liet onderile van de paalTtaak, het
lyfde in het zitplaatsje. Want boven dat
dwarshout heeft uitgeftooken eene ftaak, op
dat liet Opfchrift boven bet hoofd zoude können
vail gemaakt worden, welk ook op een
bordje ^efchreeven aan de dwarsbalk hadkoi
nen valtgehegt worden. Anderen Hellen drie
uiteindens aan het opgeregte kruys, twee aan
de Ipriet, het derde aan de zitplaats. yußinus
vier, een aan de lioogfte paal, twee aan de
fpriet of uiteindens, het Vierde aan het zitplankje.
En deze Vader der aloude Kerk vergelykt
het kruys van KRISTUS by hetbraad
|Nt, waar aan het Paafchlani was gebraaden;
«et welk niet alleen eene middelftaak had,
maar ook twee armen door de voorfte bouter
yan het Lam doorgellooken. Dus fpreekt hy
m liet onderhoud tegen Trjphon. Namentlyk
recht opgaande fpit reihte dvsan
fihmen van de henedenße deelen tot aan
•xiaom een ander ging door defchouders, waar
emook vafigehegd waren de voorße pooten van
«lam. Uit de tot nog toe gezegde dingen
Mykt het, dat de kruilliUng ten deele gezee-
'en, ten deele geftaan heeft. Hy zat op het
jmdjevan het bankje, of iiitftek,'dat hetge-
Jeele gewicht van hec ligbaam moeft oncTerttooren,
cn desfelfs naa beneden vallen beb
t e n , maar ook te gelyk defolterpyn vanhet
uns met het leeven verlangen, het welk ze-
« " yk eerder zonder zitbankje zoude eenein-
"e hobben genoomen. Hy ftond niet op een
«tbankje^ gelyk Gregorius van Tours wilin
„„ de Gloria Manynm , 6. kap. maar
"Pdevoctendoornagelsvaftgeklonken. Want
« onsdanig een voetbankje maken het mingevvag
niet de alderoudlle Kerkvadercn,
K Ü N D E .
Juflinus, Irenaus no^Teilulliamis, inwelker
l e e f t y d d e k r u i s l l a f n o g i n g e b r u i k was, door
Konlhintyn den Grooten eindelyk afgefehaft.
Ook konde dat zitbankje, hoedanig wy het
befchreeven liebben, het uitgeñrekte lighaam
zelfs na de dood nog behouden tot de alderlaatfte
verrottinge t¿e. Het gebruik van het
voetbankje is boven getoond. Hier van daan
de Spreekmanieren by den Alouden zeer gameen,
by Plautus, te fpringen op het kruys i
op het kruys te klmmen, kruisfpringer in Bacchtdé
IL Bedr. 3. 7on. daar Chryfaks dus fpreekt:
Wat zal mynaderhand overkoomeni Ik ¿elove
waarlyk dat de aanlander mm naam zal veränderen,
en my aanßonds een kruisfpringer, Crucifalus,
van Chryfalus zal maken. Nu en dan
zalmenleezen, op het krms opgebeurd, opgetilt,
doordien de fcherprecliters nu en dan het Ughaara
der kwaaddoenders opbeurdentotdatliy
op het zitbankje zat , het welk in de gewoonelyke
kriücigbig gemakkelyk kon gelchieden,
het kruis niet zoo zeer hoog opgeregt zynde,
b y aldien het kruys hooger was, hoedanig
milfeliien het hier van KRISTUS is geweeft ,
leeft men eene ladder van doengehad, gelyk
ledendaags by de llraffe van het ophangen.
Dog het kruys van KRISTUS konde naeilwelyks
boven een gemeen veel meer uitlleeken,
door dien betdegewoor
Ite was 3 dacelk Kruisfeling
zyn kruis naa de gerechtsplaats moeft
draagen. Dat hy het kruys door deftaddraage^
daarna am het kruys geklonken worde. Plautus
in Carbonaria by Nonins. Ook heeft de 2aligmaker
zelfs, in zyn lighaam, fchoon vermoeid
door pynen en arbeid, het zelve eenigen
tyd gedraagen: ook kon het opfchrift aan
JieC Icruys vaft gefpykerd van eik der omfcanders
geleezen worden. Ook kan dat opgemaakt
worden uit de aangeboode fpongie met
edik gevul t, op een riecftok geftooken en de
doorbooringvande zyde met eene fpeere. Dit
kan ligtelyk begreepen worden, dataJlekruisfen
van ¿eene eenderJiande lengte zyn geweeft,
die langer van lyfspllalte was moeft
een langer hebben, een ander een korter. Dit
blykt, al was het maar iiit het oudetweeregelig
vaars van Luc ¡lints op zekeren wangunftig
e n , uit nydigheit aan een kruis geftorven,
om dat hy eenen anderen raedgezel van de
zelfde ftraffe aanecalangerkruishout, danhy
i,eIfJiad, zag opgehangen.
¡Vanneer Diophon zag , dat een ander aan
en hooger kruys was o^gehangen teerde hy uit
•)an nydigheit.
Andersiins verkooren z y een hooger kruis
'Oor zodanigcn, dewelke fchandelyker moeften
gehandelt worden, of diemeerfchelmdaden
Jiadden bedreeven. Dusdanig kruis wierd
cene eerlooze galg genaamd. Saluft. IK der Gefchied.
by Non. Gy zegd, dat elk de beß betende
of van eene balk anhangende wierd geflaagen,
of het lighaam vermmkt zynde, boven uitßeekengg
de