K
ill
m
ill
I
||!;!f
1
• b |
• - ¡ - I i i '
1 7 7 1 5 G E E S T
Deplaatzing der deelen van het menfciielyk
lighaam, en derzelver onderlinge overeenkomft,
de gelykluidendeovereenJtemmingtot
gemak van het gantfche lighaamleevercop eeil
doorkichtig en'byzondcr betoogend bewys
voor GODS Wysheid, Macht en Goedheit.
Alle en ¡der van dezelvezyn daargeplaacß,
alwaar de aldcrbekwaamfte plaats is voor de
plicliten, alwaar zy elkanderen ondefling können
te iuilp koomeil. De voornaamite werkiriiigen
der zinnen gelyk als vefipieders in het
lioofd. De Zinnen, verklaarders en aankondigers
der dingen, zyn in het hoofd, als in een
kafleel op eene verwonderlyke wyze tot noodzat
en gefchafenen geplaatß. JVant
plaats : waar van daan zy dt
fchowwende haar ampi waarneemen. En de 00-
rtn doordien zy de klank motten ontfangen, dewelke
van natuure om hoog word gedreeven^^
zyn ie recht aan die piaatzen gefielt. Cicero de
IN atura Deorurn. Ii. B. 56. kap. Deze werktuigen
van hetgezicht, van het gehoor, van
de renk, van de fmaak zyn het aldernaailaan
de harffenen, als aan eene gemeene plaats
voor die zinnen. Maar het gevoel is aldergevoegelykrcdoorhetgantfchehghaam
verfpreid.
De banden helpende dienarelTen van het lighaam
5 de voeten zyn de pilaren, het herte
byna in het middelpimt des lighaams, op dat
het zelve naa rechtmaatigheit het vloeibaarlevensvocht
zoude können iiitdeelen. Alle de
werktuigenvanipysverdouwingjbloedmaking,
aflclieidingen3 debeenderen, zenuwen, äderen,
peezen, ilagaderen, het vel ; met een
woord alle dingen zyn daar, daar de gevoegelykUe
plaatzing is, en aan het geheelgelyk
E L Y K E
als nodig, zoo ook alderdienfcigft. Een oorrprongkelyk
Stuk van de aldervolmaakfte Bouwkunde.
T o t de Medelydendheit van liet lighaam dienen
in het byzonder de zenuwen, zodanig
gefchikt, en doorgoddelykekonft, datzyallerley
indrukzelen ontfangen , en onderjing
zoimen können mededeelen. Treed, kift het
u , binnen der Ontleedkundige Schouwplaatzen,
en verwendet u over de verwonderlyke
alderkonftjgfte fdiikking van de hariTenen,
van de achterherflenen, van het rugge-merg..
Oy zult veel eerder vermoeid worden van befchouwenj
als van verwonderen. By aldiea
g y iiit de School der Heidenen getuigenis begeert,
lees Galenits de iifu partium V. B,
kap. by aldien alderbondiglte redeneeringen
IVilUßtis over de Herjfenen, en de Sefchryving
der Zenuwen. Van daar de verwonderlyke
overeenftemming tulTchen de werktuigen der
zinnen, de inbeelding, de gemoedslydingen.
Van daar de verfcheide en wonderlyke gedaante
verandering van Iiet aangeziclit, het
welk de fpiegel van de ziel kan genaamd worden,
naa dat de hertstochten zyn. Het voor^
hoofd is den menfcb een kenteeken van droefheit^
blydfchap, zachtmoedigheit, geftrengheit. In
het optrekken van het zelve de ivinkbraeuwen
aan den -menfch en te gelyk, en by beurten beweegbaar^
enin dezelvteengedeelttdesgemoeds.
Wy ontkennen, loy ftaan toe. Deze vertoonen
het aldermeeft hoogmoed. De hovaardy heeft
eiders de tetlplaats, maar hier de zitplaats. Dezelve
'Word in het herte gebooren, herwaarts
treedt zy in, hier hangt z.y. FUnius XI. B.
37. kap.
P R I N T B L A D DCCXLI.
Gy dwaes, bet gene gy ^aeit en wort niet Isvendig, 't en z j dat het geflowen zy.
Ende'tgetiegyxfleit, (daar'uan)enx,aeUgjhetlighaamnietdatwordenxfll, maxret
bloot graen, nn het •voorvalt, -van tarwe, ofle -van einig der andere [granm
Maar GOD geeft het ^he een lighaam, gelyk, hy inil: ende eenygelyk. ^aet zeigen
lighaam. i. Kor. X V . verif: ¡6. 37 38.
D
Gy, ongeloovige, die vjaant ^ dat ^ ah de dood
U hebb' perukt in V Jar dry ks fchoot,
Uw Ziel nooit weder met ttw Lichchaam zal verèenem
Wilt Paulus hier «w' ooren Uenen,
Daar Hy bewyft^ door een natuurgeheimenis,
Een Leerftuk, dat zoo dierbaar ts.
Ferzaak uw blindheid^ in Natuurkünde onbedreeven;
Zoo wachtge een e'euwigduurend leevent
Het hoogfte goed, waarop de Ziel eens Kriftens hoopt,
fVanneer zyn Lichchaam word —
|E Verborgendheit van de Opftandinge
uit den dooden heldert de Heilige ]
I op door eene verborgendheit van de natunr,
I in het ryk der groeibare dingen overal voor^
koomen-
TAn. nrrxi-i.
I. CoB . c'rtp. XV. V, sii. sr. ns .
StiiaiL ipamiii corpus ^^ifff f\ti't' \eutcn r^jritm'^rtfi.