...
i' •
a.Híl"'''
E L Y K E
lieeft wedergegecven, enkel maardoordatalmaclitig
1636 . G E E S T
len, vvord in den Text.niet uitgedrukt. Dit
is^eker, datiyblind z,yngeweeft, arm, oolc
isdat zekerinsgelyks, dat KRISTUS nog
geneesmiddelen heeft gebroikt , nog handgreep,
maar dac Hyaanden oogen iiet gezicliC
woord: ¡fort Utende. Hoedanighet
welk en de macht, cndcwil, endcbekwaamiieit
van allen Oogmeellers te bov.cn gaat,
P R I N T B L A D DCXC.
Gaat kenen in het -vleck, dat tegena over light, ende gy ^»It terßont eeng
e^ßlinne gebonden binden, e-näe een ueulen met baar: ontb'mtKe en brengtxe tot my.
Zegget de dochter Sion: Ziel mv Koning kpmt tot u ^achtmoedig, ende ge^eeteno^
eene e^elinne, ende een veden zjnde een jong eener jockßraagende ex^limw. Matdi.
XXI. verff: 2. 5. ^ ' ' '
Z/e Mark X I -vers z. Lnk. X IX. vers 30.
Joann. XII. vei'iT; 14. ly.
Ende f E S ü S 'vond eenen jongen exel, ende ^at daar op: gelj^gefchreeven is;
Ende vreefi niet, g-j dochter Ztons: zjet, wiv Koning kpmt, ^ittetjde op het witleH
eener e^linne. . • • ;
Vaar Jefus. zyn Difcipelen beval
Te trekken, naar een vlek of dal,
Om daar voor Hern een Ezelin te vinden,
Ten einde zy- die fiuks entbinden,
En brengen by den Heiland i maakt hy klaar
Zyn magt en Godheid openbaar:
Op dat aldus vervuld wierd^ dat te vooren
De Godsfpraak liety aan Jf'rei hooren,
Wanneer ze zei: 6 Dochter Zions! 2iet
Uw Koning, die 'c ileel-al gebiedc,.
Genaakt u, zaclit en bui^am vangemoede,
Op dat hy u voor leed behoede,
Gezeten op de jonge Veulen van
Een Ezelinn'! wat vreeil ge dan?
Omliels iiem eer naar zyn verdienfte en waavde.
Maar zy^ die van haar flicht ontaarde-y •
Verßnaad haar Vorfi, en fiaat^ -verbhnd van zin
En hart, den doodfchen doolweg in,
En 'i^rsakende, zyn wet, aan haar gegeeven
Dingt naar zyn dierbaar lyf en leeven.
JVy d-waazen doen, als Zions dochter deed:
Schoon Jefus ons met gnnfi bekUed,
En dikvils doet, de vrtendeiyke ßraalen
Van zyn genade, nederdaalen
In ons gemoedi •wj Jardsgezinden, aan
Deez'' ivaereld als gehecht-, verfmadn
Zyn Infpraak, en volhardende in de Zonden,
Zo geeven -juy He*n tiieuwe -wonden;
Wy krmjj'chen Bern veel meerder dm den Jood.
All laat ons Hern voortaan zo ßiood
Niet handHen : maar door dankbaarhetd gedreeven
Naar zyn genadige infpraak leeven;
Op dat Hy ons zyn zegen met onttrekk',
En in de plaats van Heiland ftrekk'
Ten Rechter in den jongfien Dag der aagen;
Een Dag van end'loos heil en plaagen.
3LV.TTlt. CiJ^) - xxi. -v. 2 . 0.
Asiiu Uuujiiplio paTati.
XXI. 1'. a . 5
¡P. G H^irJer sculvs.
"iH MII1-
IHii'
lütl i'ci™?
•lííH"
Ii II )