Ili II'I
n a t u u r k u n
neeren op, nademaal alle omilandigheden van
dit Gefcluedenis-verhaal de krachten der natiiur
en van alle badtwaceren te boven gaan.
Dochikkan iiiet toeilemmen/ietgevoelenvan
zoramige Schoolgeleerden, dewelke de wonderlyke
krachten van dit bad toeichryven aan
de oiferlianden voor de opofFcring in deze
vyver gewalfcn. Die niet willen dac verllaan
word, datzodanigegezondmakendekrachtm
in dit badwater inkleevende en lioedaniglyk,
gdyk CT gaarn fpreeken , zouden geweeft
zyn. Dog voor zoo verre ik liet begrypen
tan, zoo is de meening van deeze Wysgeeren,
dat de krachten liet viater aangekoomen
lyn met van den Engel , maar dat deze op
ccnen zekerea tyd gelyk als een Heraut is nedergedaalt,
op dat Iiy dieverwonderenswaardige
kracht zoude aankondigen j en liet water
als inweyen. Men vind onder den rang der
Bygeloovigen, dewelke iiit zuclit tot de verwonderlyke
kracht welke hetkruysvan KRISTUS
heeft, bybrengen iiit PitrusComlßorhj
Sixtiìi in zyne Botizad bl. 583. dat , op den
raad van de Koninginne van Scljeba aan Salomon
gegeeven , de vloer van dit badwater
geplaveid was met het liout, waaniithetkriiis
idve van K R I S T U S gemaaktwas, en dat
jiarlyks maar eeomaal een Engel is nedergedaalt,
derhalven door eenezonderlingegodsdienftigheit
dit hout is aangeraakt geworden.
Grooter aandacht verdiend niet liet gevoelen
der geener, dewelke de kracllt van dit badtwater
toelchryven aan de beendeten van Jelaias
daar begraaven , waar van te zien Waimfeü
m Gemara kap. i.Exmp.^y. \V y
zullen de alderveiligften gaan , by aldien wy
het eenvoudig getiugenis van den Text vertrouwen
en dat aankleeven, volgens het welk
m hngel ncderdaddc op zekiren tyd in dai badt-
•lacr, ende het uatir kroerde , namentlyk
niet als zelfsmachtig, maar als een gedienflige
mfl, Hebr. I. 14. Een Algezant van GOD,
diealleenwonderendoed, ja alles werkt. Ten
eenemaal onzeeker is h e t , wanneer de verwonderlyke
kr.aclit van dit badwater heeft begonnen,
en hoe lang die gedmird heeft. De
giling van Lightfoot Hör. Talmud, mjoh. bl.
'009. is niet te verachten, dat zig deeze bovennatiiurelyke
kracht geopenbaart heeft wei-
Eigtyds voor de menfchwording van den Mesto,
ter verviilling van de GcidIÌJraak Zach,
•^lu. I. 2> dien dage zal \r eetie fonteine gef
f t zyn voor het huis Davids , mde voor de
•'wmiders van Jeruzalem tegen à zonde, en-
« tegen de onremightit. Welke fonteine vry
»Mter kan toegepall worden op KRISTUS
Mlren, en desfelfs alderdierbaarfte verdienfte.
««»;(,»; .. l„ /a^f/c dagtyden flond het
j Kdfihe Volk niet allem blood voor dt firoofeen
d-.t.-inglmdy der Hetdenen, maar derzel-
^ vryheid was ten eenemaal onderdrukt, ja
"i'roeyd: pp dat zy derhalven niet van de ie-
D E. ' y i y
loften zouden wanhoofen, of dengantfchengods.
d,enß ver-j,erfen, zoo heeft GOD dn vtrwon.
deri;k gefchnk van geneezing vajt geHelt aan
dKflaats, alwaar de ßagtoffers, dewelke verheeldmgen
'aiaren van het verzom-offir , wierden
gewäffen en van te vooren klaar gemaakt,
vertoonende dat hy Abrahams nakomelmeßhap
en den dimß door hem ingeßeld mg hefhad, op
dat zy das door eene vaße verwachting tot op
de komfie van dm Meffias zouden onderßeunt
morden. En het is zeer waarfchynelyk het
geen onze PelUcanus fchryft Over de IV. Eudit
wonderwerk by
K R I S T U S doodlieeft opgehouden, gelyk
00k TertuUtanus tegen den Joden kap. 15. deze
ophoudende wonderdadige kracht toefchryft
" ^ " V ' l " •^•o'd' tegen
KRISTUS. Men leeze voor al des BeroSmden
Z)' Outrein mßert. ihßortco-Fhhloi.
de Ptfcma Bethefda, ingevoegd in dcBreemer
Boekzaal, 1. Qaff. bl. f j/. inwelkehydewondenverkende
kracht van dit badtwater beweert
legen Thomas Bartholinus en Henr. Hammondus.
Desfelfs alderkrachtigfte bewysredenen
komen hier op iiit raet weinige woorden • i
Omdat nog in de H. Schnft, mg by Jofefhm
oj Philo, zelfsgeenßip voorkomt, -.iiaarmkwee
zen zoude können worden, dat 'er te Jeruzalem
geneezende badtßooven geweeß zyn. z,
Om dat de naimtrelyke badßooven allemlyk maar
dienen om eenige ziektens iegeneezen, maar dit
•water nam useg alle ziehe , waar door imant
wierd belemmert. 3. De wateren der Baden
können niet dan dikwylsgebruikt zyndeenbytusßhenpoozen
vantyddenkrankengeneezen: maar
hier wierd hy aanjlonds geneezen, die na hetberoerde
water daar was ingedaald. 4. De geneezende
wateren der Bad/Iooven hebten altyd
dezelve kracht, tenminßen op ztker jaargety:
maar dit water genas alleenlyk op zeteren tyd
welke met vaßgeiield mg befaald was, maar
lydzaam moeß afgewacht worden. Dit water
genas niet, dan na dat het beroerd was. 6.
En wel door eenen Engel m, ofover het zelve
nederdaalende. 7. En de^e weldaad deed het
zelve niet aan veelen, maar aan emen alleenlyk,
en wel aan den eerßen, na de beroeringe daar in
%egaan. Deze zelve ftoffe hebben verhandelt
[. C. Harenberg in Biblwth. mm. Claff. VII.
Sl. ST.. Mich. Arnold. Voorzitter zynde Frifchmuth
te Jena in 4. David Weudeler
Witt: 1670. 4 Sam. Scbelguig DilT. II. Dantzik
1681. in 4. Joh. Cour. Hottmger, Voorzitter
zynde joh- Bapt. Ottius , te Zürich
1705. 014.. Dav. Ebersbach, voorzittende
OW/«i Leipzig 1714. in 4.
Met eene iiaafdge tred ftap ik voort tot het
Met eene liaa"^" ' "
I f , het welk verriebt heeftrniet
wonderwerk zeL ,
iiet verwonderiyke Badtivater, niet de gefdiaapen
Engel, maar de Engel des Verbonda
K R I S T U S gewrocht aan eenen 3 8. jarigen
kranken man, by gevolg ziek aan eene langwyligs
"•lii'Mif