•
N A T U U R K U N D E . 17,p
De vezel-aderen krygen wederom de klank, ; aan h m d m r n d , voelm mel t r a f h i k e r , , ¡ „ d e
welke l y ten eenemaal hadden verlooren; in [ a - yti a a n g t z i c h , -sias omwondm m e t i m m z w c a -
het geheel worden de vloeibare zappen van die Mik. tn op KRISTUS bevel van de banden
verändert, het bloed verkrvgt wederom den ontbonden — i—j z y a á j-Q g -a n l by , heenen.
""
omloop. De geßorvene kwam uit y gebondm
Joann. XI. vers 18.
Bethmia m was mhj ^enxdem, omtrent •vyfthien ßaclien -van daar.
i ; p p
Uitvergelykinpet p k .XXI V ij.blykt Voeten. Deri,alven zal deze 2vn, waar van
iKt, dat de aigelegendlieden van Emmaiisen na word gefprooken van 86ij, dewelke bvni
Betiianu van Jeruzalem Js als 60. tot ly, of4.1 eene liaive Duitfciie myle uitmaaken
tot I. De eerlte bevonden van 3 449 2.. Päryfdie I
Joann. X I . verll: 33 - 35.
J E S U S dm als hy haar ^ag wemm, ende de Rodert die met haar kramen, 00k
weenen, wert hy T^eer heweegt in dmgeeß, ende ontroeräe hem zehen.
J E S U S «eende.
Aiiiier Word geopent een doorluciitig Toneel
van des Heilands alderiieiligfte gemoedsneigingen,
waar door de verdorvengemoedsneigingen
van ons raenfchen worden geiiexiigt
j en wy zelve tot navolging worden aanf
e f p o o r t . Ziedaar tent ontroet'ing! welke de
uangelift uitdrukt door beweegd worden , of
welke K R I S T U S de traanen heeftmc den
oogen geperft. Deze leeftmen dat KRISTUS
GOD MenfcJi driemaal gellort heefc, i. Hier
F
by de Opilanding van Lazaras, i. By gelegendheid
van zyne Koninklyke intreedemde
heilige Stad, Luk. XIX. 41. ^Is hy naby
kwam, ende de Stad zag ^ laeenäthy over haar.
3. Aan het kruys zeifs. Het getiiigenis heeft
men Hebr. V . 7. Die in de äagen zynes vke-
[chesy gebeeden en fmeekingen tot den geenen die
hem mt den dood konde verlojfen met fiercke roepinge
ende tränen geoffert hebbende.
Laaten wy bydezegelegcndheitzien, hoedanig
een onderfcheid dat 'er is tiiíTchcn de
traanen van IÍRISTUS, endicgeene, dewelke
wy ftervelingen ftorten. De menfclielyke
traanen zyn een overtollig water, in de ongeimmde
Qn traanklier 00 g gewoonlyk
wordende afgefcheiden, endoor detraan-leydinge
geloft naa buiten, dewelke ten deele
door de traanpunten in de binnenfte hoek van
lietoog blykbaar, naa de neusgaten gevoerd
^vo^d, dog ten deele overvloeyende längs de
Wangen nederloopt; dit nu gefchied nict al-
Icenlyk by eene gelegendJieit. De drocfheit
perlt voornamentlyk traanen iiit, luj>ey, liet
Welk woord de Taalkundige afleid van to lu
eis dakrita tous ooßast ae oogen in traanen
ontbinden j losmaaken. Zoo fchreide die
ongelukkige Boethtus de Confoiat. Philoß i.
y (fers I. B.
5, De Gedichten welken ik eertydsin myne
» bioeyende oeffeningen vokooid Jiebbe, word
ik nu icJireyende gedwcngen daar van de
5, droevige maatzangen te beginnen „ enz.
OBavia by Seneca den Ireurdichter:
— 5j De Keizerin fcheurt hare kleederen,
55 en rukt hare Jiaairen uit, en z y bevochtigt
55 ]iet aangczicht raet droevige traanen 5,.
Hier van daan worden in de H. Bybelboeken
door eene NaamverwiiTeling de traanen
voor kwellingen zelven genoomen. Pi! XLII.
4. zegd de klagende David.- Myne tränen zyn
inj tot fpyze dag ende nacht. K CII. lo. ffant
ete ajfche als broot: ende -vermenge mynen
drank mct traanen. Pi! CXVI. 8. [Vant gy
HEERE hebt myne ziele geredt van den dood,
myne oogen van tränen. "Zoo Openb. VII. 17.
Zal GOD alle tränen van de oogen ( der gelovigen;
afmfche». De traanen nu vloeyen uit
den oogen der bedroefden, te zamen getrokken
zynde de traanklieren om het overmaatige
van het vloeibaar zenuwvochc, hier vandaan
de nadriikkelyke Spreekwyze derHoogd
u i t f d i e n : mein Creutz imdwiderwartigkeiten
mfjen mir die Ihr men aus den myn
iUius en Tegenfpoeden perOen my de Traanen
uit den oogen. En waarlyk , maar in eenen
verbloemden zin, zoo worden de zwarte wölken
in het gemoed te zamen vergaderd door
traanen, even als door regen, ui'tgeftorc.
Wy ftorten nu en dan traanen van blydfchap.
In die gcmoedsdrift heeft het herte de overhand
: het bloed word door grooter als gewoone
driftigheit uit de bedden van dit ingewand gedreeven,
gelyk in alle andere deelen van het
lighaam, zoo ook in de klieren van den oogen
, daar gefchied eene over\-loedigeraflcheiding
van het traan-vochc, het welk derJjalven
door
i.i't:!