ne. Het Zaadkuifje is ongeftceld, gepluimd: Hl*
de Stoel Wollig. '
..., t.1 .. j. Hoöfd-
(3; Stebe wzeJ omgekantelde Blaadjes, die aan<TUK%
de eene zyde Wollig zyn , en leggende Iir>.
Stengeljes. J tp £ l“
Deeze heeft de Stengetjes Draadachtig dun,
eenigermaate Houtig, neerhurkende, bepaald
Takkfg, aan de toppen Afchgraauw, van grootte
als de Wilde Thym, en overhoekfe ongedeelde
, ovaale , zeer fpitfe Blaadjes, van grootten
als die van ’t Duizenctgrein, van boven wit
Wol l ig, van onderen naakt, omgekromd en
zodanig omgekanield, dat de Wollige zyde de
onderfte worde. Z y draagt enkelde Bloem-
hoofdjes , die ongefteeld zyn , van grootte als
een Erwt, aan ’t end der lakjes.
(4) Stebe met Schubswys’ aangedrukte Blaad- iv.
. Stcehe GnajeS
» phaloid.es.
Schoone.
De befchryving van deeze, onder den manvi. xxxiv.
van Seriphïum Corymbiferum voorgeüeld, door U
den Ridder, was als volgt: „ De Stengen Hee-
„ fterachtig, Kroontakkig , Rysachtig, ander-
„ half Voet lang, met Draadachtige Takjes,
„ die door aangedrukte Blaadjes bedekt zyn.
j» De
( j) Stoebe Tol refupinatis hinc tomentofis, Caulibusproilra-
tis. Mant. 291»
(4) Stoebe Fol. imbricatis appresfis, StcebeGomphrenoidej.
BERG- Cap. 336, Seriphium Corymbiferum, Mant. 1 19,Gaa«
phalium mvemn. Sp. Plant. 1192.
li» dkel. vi. Stuk«