II!.
Afdeel,
xx.
Hoofd
STUK.
Manwy-
vige.
* Bladz.
2+2.
VIL
Clutia
Stipularis
Geftoppelde.
404. T w e e h u i z i g e H e e s t e r ?»
MANnüSj en vraagt, of het ook de Boom zy ■*
waar van de Cortex E leu th e r ii, dat is de Kaska-
rilj komt? De Petersburgfe Hoogleeraar A mman
hadt hem gefchreeven , dat hy eenige
Takjes van dien Boom van de Bahama’s Eilanden,
en in ’t byzonder van Eleuthera , of ’t
Alabader-Eiland ,daar deeze Bast zyn naamvan
heeft, bekomen hadt, welke volmaakt geleeken
naar die van deezen Wonderboom (*).
Bevoorens is de afkomst van die Drogery
aan een Gewas, tot het Geflagt van Crotom of
Ricinoides behoorende , op ’t Gezag van C A-
t e s b y , toegekend *; doch hetzelve is maar
een Heefter, en volgens anderen zou dezelve
komen van een Boom in Peru, alwaar de Kina
valt, zynde die Bast, voor een basterd - Kina
gehouden geweest pn in p>i0onfrhnpppn naar
den Koorts-Bast eenigszins gelykende. Hierom
, aangezien verfcheide Soorten van Clutia
voorheen, wegens de Vrugt, tot den Ricinus.
betrokken zyn geweest , en deeze Soort tien
Meeldraadjes heeft, zo is dezelve door L 1 n -
n jeu s als twyfelachtig hier geplaatst, en uit
de andere deelen der Vrugtmaaking nader te
onderzoeken.
(7) Clutia met ovaale van onderen Wollige
Bladen.
Dit Gewas, in Oostindie groeijende, heeft
bog-
(*) BREYN Proir. p, 94.
t l ) CLuüa Fol, ovalibus fobtus torasntofis. Mcotty 137«
D I O I K I A. 405
Logtige Wollige Takken, met Bladen van ge -
zegde figuur, die taamelyk groot, effenrandig xx> *
zyn en kort gedeeld, hebbende fpitfe Stoppel- Hoofd-
tjes. De Bloempjes komen, byna ongedeeld, ST“K‘
_ t n 1 1 1 Gynan* in de Oxelen voort. Zy hebben een eenbladigen dria.
Kelk , welke in vy ven gedeeld is, en korte rondachtige
Bloemblaadjes, tusfchen de punten van
den Kelk ingeplant. De Styl met zyne Meeldraadjes
komt met de overige Clutiaas overeen
(*).
XXL H O O F D S T U K .
Befchryving van de V eelwyvige Heesters
(Polygamia), tot welken de Pïfang o f Banan-
nen, Mimofaas en anderen behooren.
■nder de Veelwyvigen, van welke benaaming
ik,bevoorens reden gegeven heb * , * n. d.
komen , in de Rang der Eenhuizigen, de vol- bi, s6t.K>
gende Gedagten van Heeders voor.
M u s a . Pifang.
Dit Gedagt heeft tweederley Bloemen: Twee-
Jlagtige Mannelyke of onvrugtbaare, naamelyk
en
(*) De Clutia Androgyna yin Syst. Nat. XII. geboekt, en
MantiJJ". p. 128. befchreeven , is thans tot de Andrachne bespokken.
Zie bladz. 289, hier voor..
C c 3