III.
baare Bloempjes voort. De Vrugt is, naar uit.
’ de Westindiën overgebragte Nooten , doof
Breyn naäuwkeurig afgëbeelden befchreeven.
ÄFDEEL:
XIX.
Hoof»
STUK,
Enkel-
broeierige.
V. .
Jttrophi
Manihot,
Maniok.
,$ Z y hebben dé grootte en byna de figuur
,, van een kleiöë Walnoot, zynde rondachtig
,, met een Puntje, eri dus eènigërmaaté Hart-
„ vormig. Een dünne witachtige wecke Bolftèr,
„ van buiten niet Ribben en Aderen doorwe-
3, ven , is in twee Holligheden, zegt hy', ver-
deeld, die ieder een Zaad bevatten , dat iri
„ Kleur en figuur naar eeh Hazelnoot o f naar
„ een Karftengetje gelykt. Dit heeft in zyhe
Schil o f Dop een zoetachtige witte Kern.”
Anderen merken aan, dat de Vrugcin drie Holligheden,
ieder zulk een Noot bevattende, verdeeld
is. Het binhenfte en buitenfte Vlies jé
deezer Nooten heeft wederom de meefte fcherp-
heid. Als in dé Stam met een Mès gefneeden
o f gehakt wordt met een Zwaard, o f de Bladen
afgeplukt, loopt ’er een helder, geelachtig Sap,
in overvloede, uit.
(5) Jatropba met gepalmde Bidden, de Kwabben
Lancetvormig, effenrandig, glad.
Dit
(s) Jatropha Fol, palmatis, Lobis lanceolatis mtegenimis
lsvibus. Jatr. Fol. palm. pentada&ylis &c. Erow n . Jam.
349. Ricinus minor, Vitreis obtufb folio &c. Sloan. Jam.
41. Hifi» I. p. 130. T. 85. Manihot Indorum, live Yucca
Fol» Cannabinis. C. B, Pin, 90, Pluk. Alm. 141. T. 20j.
f . f. Manihot Theveti , Yucca & Casfavi. j . B. Hiß. ii. p.
794. Mer . Sur. p. 4. T. 4 , 5. ArborSucco Veiienattf, Ra-
dice esculentä. C. B. Pin, J12. Tournf. Infi, 6$s, T. 43
Dit Gewas is zeer bekend en van ongemeen .
veel gebruik in Amerika; om dat de Indiaanen Xix. I
hun Brood , genaamd Casfave of Casfavi, van Hoofd-
deszelfs Wortelen bereiden. Alle oude Autheu- STJ ^
ren, byna, hebben ’er, als eene groote byzon- dciphi«,
derheid , gewag van gemaakt, inzonderheid,
dewyl het tegenftrydig fcheen, dat een W ortel,
■ waar van het Sap Vergiftig was , een onfehade-
lyk en goed eetbaar Brood kon uitleveren.
Zulks is nogthans door nader onderzoek bevestigd
en thans algemeen bekend.
Sommigen hebben het Tucca geheten, maar
dat Amerikaanfche woord is thans als een Ge-
ilagtnaam in gebruik, vnnr geheel andere Ge-
wasfen *. Men noemt het , op de Franfche * zie
Eilanden, gemeenlyk Manyoc o f Maniok j'by^bi.441.
de Engelfchen Mandeoch, en het Brood, dat
de Ingezetenen van de Wesjtindiën tot Voedzel
ftrekt, in ’t algemeen Casfave. In Brafil wordt
veelal het Meel van deezen Wortel tot de Spy-
zen gegeten, maar in onze Volkplantingen bakt
men ’er Koekjes van, en dus heeft het byna
den Smaak van grove Biskuit, zynde een niet
ongezonde Spyze.
De manier van bereiding van dit Brood is dui-Kasfave.'
delyk afgebeeld doof R o c h e f o r t , zo w e lBrood*
als e e n Koekje zelf door JuiFr. M e r i a n , hoedanig
ik ’ er een heb, dat volkomen rond is , vyfd-
half Duim in middellyn, een Kwartier Duims dik,
van Kleur en gedaante als ware het van die fyne
foort van Zemelen,welke menKortelingnoemt,
S g o
l i l