III. aerzelver Onverganklykheid, is toegepast, waar*
“ om meDze , in *t Nederdüitfch , fomtyds Zff*
H oofd* venjaars - Bloemen tycelt , en ik geef ’er des-
STUK‘ wegen den naam van Duurbloem aan.
Rang!‘ In de Plantgewasfen van dit Geflagt is de
Stoel met Kafjes bezet; het Zaadkuifje Kaffig
en zeer kort; de Kelk Schubswyze. gekleed.
Het bevat elf Soorten , die meest Heefter-
achtig en van de Kaap afkomftig z y n , als
volgt.
T. ( i ) Duurbloem met eenbloemige zy delingfe
fyua”rofaA Bloemfteeltjes, de Bladen Eyrond en om-
Rappige. gekromd.
Deeze Soort is , volgens den Hoogleeraar
B ü r m a n n u s , een Heeftertje , met veele
Takjes en Bladen van de gezegde figuur, on-
gefteeld , overhoeks » gefpitst, glad. Uit de
Oxels komen eenbloemige Steeltjes voort, langer
dan de Bladen. DeSKelken zyn langwerpig
, gefchubd en "elfen , met de binnenfte
Schubben fmal, Vliezig, uitgebreid. De Blommetjes
zyn door fmalle Kafjes, van langte als
dezelven , onderfcheiden en de Zaaden met
een zeer kort Kuifje gekroond.
(2) Duur-
(1) Athanafia Pedunculis unifloris lateralibus, Feliis ovatis
recumtis. Syst. Nat. XII. Gen. 943- p 54®- Veg> XIII.
p. 616. Am. Ac ad. VI. Aft. j 2. Santolina fqiianofa. Am.
Atad, IV. p. 329.
(a) Duurbloem met, eenzaamè end-Bloemen III.
en Liniaale Bladen. - x v S ?
(3) Duurbloem met byna ongedeelde end-Bioe- *TV™ ‘
men, de Bladen Lancetvormig ruig. n<
ï 3 . . . . , „ Athdnafia
To t deeze Soort is met alleen de Koppi ge ,crenata.
maar ook de Gefiippelde, van Be r g i u s , t’h u is^ kaitel*
gebragt. Deeze Heer, evenwel, merkt aan , hi.
dat in de eerfte de Bloemen eenzaam o f en ^ ^ ‘
keld aan ’t end der Takjes voorkomen, gelyk
de vermaarde B r e y n die afgebeeld hadt, en
in de laatfte doorgaans vier by elkander, die
eenigermaate gefteeld zyn ; gelyk in de A fbeelding
van P e t i v e u . Dit fchyjnt een aan- >
merkelyk verlèhil aan te duiden Bovendien
was de Stoel , in de eerfte , bezet met fmal
Lancetvormige Kafjes, aan den rand zeer fyn
gehaaird, en in de andere byna naakt, komende
alleenlyk eenige fmalle gehaairde Kafjes tps-
fchen de buitenfte Blommetjes voor. In deeze
waren de Blaadjes befprengd met doorfchynende
( 2) Athanaßa Flor. folitariis; terminalibus , Fol. linearibus,
Santolina Fol. linearibus , Flore folitario terminali. II. Clifi.
398. Stehelina Fol. fubtrigonis , fquamis Calycinis crenatis.
Sp. Plant. T, p. 840.
(3) Athanafia Flor. terminalibus fubfesfilibus, Fol lanceo-
1 'tis hirfutis. Am, Acad. VI. Afr. 50* Chryfiinthemum Co*
nyzoides Ethiopicum Capitulo aphyllo , Fol. Majoran*.
BREÏN. Cent. T. 78. MOR, Hiß. III, S. 6. p, 21, T. 3. f.
48. Athanafia Capitata. Berg Cap. p. 237. Arh punftata.
Ibid. p. 2 38. Tanacetum Capcnfe Buxi folio. F ET. Gasoph,
p. 442. T. Si. f. 6.
C 3