ÏÖ‘ Uit de Bladen van deezen Boom, met groene
xjg*1" Tabak en Rystwater gewreeven , werdt een
H oofd- Zalfje gemaakt tot zuivering van oude Zwee-
STUK. ren} en van (jc B]acjen aiieen, in Water ge-
maató&e. kookt, een Stooving o f Bad tegen Koude Koort-
fen. De Bloemen van de gedagte Katte-Staart s
op Java Tambang genaamd, in Watèr gekookt
o f met Suiker tot een Konferf gemaakt, werden
als een byzonder Middel tegen den Buikloop en
andere Kwaaien, van flapheid der valle deelen
afhangende, gebruikt.
Catüras Catui'us met zydelingfe ongefleeldc Bloe-
Jtamiflo- Vll&Tlm
rus.
^Takbloe- £jeer j ^ cQ u iN vondt op Martenique,
aan de Oevers van St. Pieters-Rivier, een Gewas,
’t welk hy ter eere van den Heer B o e h -
m e r , Hoogleeraar in de Ontleed- en Kruidkunde
op de W-ittenbergfche Akademie, Boehmeria
doopte. Hetzelve is door L innäüs bier
t’huis gebragt, met den bynaam van Takbloemu
ge, om dat het een menigte tropjes van Bloemen
aan Bladerlooze Takjes uitgeeft, die Mannelyk
zyn o f onvrugtbaar, en de Vrouwelyken komen
aan jongere Takjes op den zelfden Stam voort;
des deeze eigentlyk tot de Eenhuizigen zou be-
hooren. De Vrugt was, bovendien, door gezegden
Heer niet gezien; ’t welk nog meer
dui-
(2) Caturus Floribus lateralibus fesfilibus. Ibid, Mant. izj»
Bpelimeria ramiflora. ]ACq. Amer, Hift. p. 246, T. 1J7,
■ dui fierheid maakt.' Hy bevondt het een Boompje UI.
van agt Vopten hoog, met lange Takken, aan Fx|E
’t end doorgaans omgeboogen, en daar bezet met Hoofd-
kromme fpits Lancetvormige getande, rimpelige S™.Kj ,
Bladen, v?n zeer verfchillende grootte.
L innzeüs hadt derhalve byzonder weinig
.reden om te twyfelen, ,of dit Gewas van het
zelfde Geflagt kon zyn als zyne Caturus : te
minder, alzo de Heer Jacquin in de Vrou-
welyke Bloemen,zo wel als in deMannelyken,
geen Kelk, en een enkelen zeer langen Styl,
met een enkelen Stempel, waargenomen hadt.
De uitwendige Geflalte alleen zou het hier betrekken.
Onder de Viermannigen van deeze Klasfe komen
verfcheide Heefters voor, naamelyk in de
eerfte plaats het Geflagt van
T r o p h i s .
Welks- Kenmerken , behalve die der vier
Meeldraadjes, in de Mannelyken zyn een vier-
bladige Bloem , terwyl de Vrouwelyken geen
Bloemblaadjes hebben en de Kelk in beiden
ontbreekt. De Styl is in tweeën gedeeld en
de Vrugt eene eenzaadige Bezie.
De eeniglle (1) is door B rown e op Jamaika
waargenomen en afgebeeld , die ’er deezen Ameruana^
Westindi-
Ge-f.he.
(r) Trophis. Syst, Nat. XU. Gen 1103. p. sSo. Veg. Xlir.
Va 739. An, Acad. V. p. 410, Trophis Fol. oblongo-oyatis
glabris Scc. IJrown. Jam, 357. T . 37, f. 1
x 3